Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Even plassen volstaat om blaaskanker uit te sluiten
Van de 17.000 cystoscopieën die urologen jaarlijks in Nederland uitvoeren bij mensen met hematurie om na te gaan of er sprake is van kanker van de urinewegen, kan waarschijnlijk de helft achterwege gelaten worden. Tenminste, als twee achtereenvolgende urinetesten negatief zijn. Joost Boormans, uroloog in het Erasmus MC en medegrondlegger van deze urinetest, geeft uitleg.
Wie bij het plassen ziet dat haar of zijn urine roze/rood kleurt – en niet kort daarvoor rode bietjes heeft gegeten – schrikt waarschijnlijk. En terecht, stelt Joost Boormans. “Zichtbaar bloed in de urine, ofwel macroscopische hematurie, moet altijd een signaal zijn voor een bezoek aan de uroloog. Naast een aanwijzing voor goedaardige aandoeningen betekent macrohematurie in 28% van de gevallen de aanwezigheid van blaaskanker.”
“Bij 2 à 3% van de mensen met microhematurie is een tumor in de blaas de oorzaak van het bloedverlies”
Uroloog Joost Boormans
Geen tumor aanwezig
Hematurie kan echter ook onzichtbaar zijn voor het blote oog. “De bevinding microhematurie is bijna altijd een bijvangst van urineonderzoek dat is uitgevoerd in het kader van een andere aandoening, bijvoorbeeld diabetes of een blaasontsteking, of onder gezonde omstandigheden bijvoorbeeld zwangerschap of een keuring. Ook microhematurie kan een biomarker zijn van blaaskanker; bij 2 à 3% van de mensen met microhematurie is een tumor in de blaas de oorzaak van het bloedverlies.”
Is er bij iemand hematurie vastgesteld dan is tot op heden het uitvoeren van een cystoscopie de standaard vorm van aanvullende diagnostiek. Als gevolg van de lage à priori kans van blaaskanker in geval van microhematurie brengt de cystoscopie echter bij de overgrote meerderheid van deze mensen geen afwijking aan het licht. En ook bij de meerderheid van de mensen met macrohematurie is er trouwens geen tumor aanwezig. Terwijl het ondergaan van een cystoscopie voor de meeste mensen bepaald geen prettige handeling is en die 17.000 cystoscopieën per jaar bovendien een flink beslag leggen op de capaciteit van de urologische afdelingen van de Nederlandse ziekenhuizen.
“Die test berust op de wetenschap dat blaastumoren een kenmerkend genetisch profiel hebben”
Negatief voorspellende waarde
“In Rotterdam hebben we hier de afgelopen jaren een urinetest voor ontwikkeld”, vertelt Boormans. “Die test berust op de wetenschap dat blaastumoren een kenmerkend genetisch profiel hebben. Ze bevatten doorgaans mutaties in de genen FGFR3, TERT en HRAS en methylering van de genen OTX1, ONECUT2 en TWIST.” Nadat in retrospectief onderzoek de bruikbaarheid van dit genetische profiel was aangetoond, heeft Joep de Jong in zijn promotieonderzoek onlangs deze urinetest prospectief gevalideerd.
Boormans: “Bij ruim 800 patiënten is de uitslag van de urinetest vergeleken met de uitslag van de cystoscopie. We zagen een hoge gevoeligheid van de test: 96% van de tumoren die met cystoscopie werden gezien, waren ook detecteerbaar in de urinetest. Maar vooral belangrijk: de urinetest heeft een negatief voorspellende waarde van 99%. Met andere woorden, bij een negatieve urinetest is de kans heel klein dat je via cystoscopie een tumor vindt.”
“Je verwacht dat patiënten de urinetesten prettiger vinden dan de cystoscopie”
Gerandomiseerde studie
Als ultieme stap in de bewijsvoering dat de urinetest veilig is om de aanwezigheid van een blaastumor uit te sluiten bij mensen met hematurie zijn Boormans en zijn collega’s nu in Nederland een prospectieve, gerandomiseerde multicenter studie (SeARCH) gestart. “Hierin randomiseren we patiënten die met microhematurie naar de uroloog zijn verwezen tussen de cystoscopie of het ondergaan van twee urinetesten. Zijn beide urinetesten negatief, dan laten we de cystoscopie achterwege. We vergelijken vervolgens de klinische uitkomsten, waarbij we de patiënten die geen cystoscopie hebben ondergaan nog een jaar lang blijven volgen. Ook kijken we wat de patiënten ervan vinden. Je verwacht dat ze de urinetesten prettiger vinden dan de cystoscopie, maar mogelijk leidt de urinetest ook tot twijfel of ongerustheid bij de patiënt.”
“Als de test ook toe te passen blijkt in de eerste lijn, kan dit veel verwijzingen naar de uroloog besparen”
Implementeren
Mocht de SeARCH studie aantonen dat het gebruik van de urinetest veilig en acceptabel is, dan is het daarna een kwestie van implementeren. “Daarvoor moet eerst een bureaucratisch pad worden doorlopen dat leidt tot CE-certificering. Daarna moeten we de urologen ervan overtuigen dat het bij twee negatieve testuitslagen niet nodig is een cystoscopie uit te voeren. Dat betekent een andere manier van werken aanwennen. Maar daar staat tegenover dat hierdoor het beslag op de capaciteit van de urologieafdelingen fors kan afnemen. En als de test ook toe te passen blijkt in de eerste lijn kan dit veel mensen een verwijzing naar de uroloog en dus een bezoek aan het ziekenhuis besparen.”