DOQ

‘Familie­onderzoek’ naar naweeën van behandeling kinderkanker

De een – cardioloog in opleiding Julius – doet onderzoek naar de cardiologische gevolgen van de behandeling van kanker. De ander – gynaecoloog in opleiding Steffie – doet onderzoek naar zwangerschapsuitkomsten bij vrouwen met een hartaandoening. Op het snijpunt van deze gebieden – cardiologische problemen bij zwangere vrouwen met een verleden van kinderkanker –  publiceerden broer en zus Heemelaar onlangs de uitkomsten van een gezamenlijke studie.

“Nee, het was geen vooropgezet plan om samen een studie op te zetten”, zegt Julius Hemelaar. “Marloes Louwerens, internist-oncoloog bij de LATER-poli van het LUMC, kwam bij de afdeling cardiologie met de vraag of wij wilden uitzoeken welke gevolgen de behandeling wegens kanker op jonge leeftijd heeft op het ontstaan van cardiologische problemen tijdens een zwangerschap. De LATER-poli, die de late effecten van behandelingen wegens kinderkanker in kaart brengt, kreeg daar namelijk veel vragen over van patiënten die zwanger wilden worden. Wij vonden dat bij zo’n onderzoek ook de afdeling gynaecologie betrokken moest worden.” Steffie: “Toen Julius bij mij polste of een collega van mij dit onderzoek wellicht zou zien zitten, zei ik dat ik het graag zelf wilde doen. Ik heb van 2015 tot 2019 als tropenarts voor veel zwangeren met hartproblemen gezorgd, dus het onderwerp leek mij heel interessant. Daarnaast was het een unieke kans om met mijn broer samen te werken.”

“Je kunt het doormaken van een zwangerschap zien als een testcase voor het lichaam”

Gynaecoloog in opleiding Steffie Heemelaar

Testcase voor het lichaam

Zo gezegd, zo gedaan. Aan de hand van de gegevens – en enkele extra cardiologische metingen – van 39 vrouwen die na een behandeling wegens kanker op kinderleeftijd één of meer zwangerschappen hebben doorgemaakt, analyseerden Julius, Steffie en hun mede-onderzoekers welke gevolgen de kinderkanker had voor de hartfunctie en de uitkomst van de zwangerschap(pen). “Je kunt het doormaken van een zwangerschap zien als een testcase voor het lichaam”, vertelt Steffie. “Lichamelijke problemen die dan optreden, bijvoorbeeld diabetes, hypertensie of hartklachten, steken vaak later in het leven opnieuw de kop op.”
“Diverse oncologische behandelingen, zoals bestraling van het hart en het gebruik van anthracyclines, hebben een negatief effect op de werking van het hart”, vult Julius aan. “Wij wilden daarom graag weten hoe de hartfunctie zich ontwikkelt tijdens de zwangerschap bij vrouwen met een verleden met kanker. Grote studies wijzen uit dat hartfalen rondom een zwangerschap in deze groep niet vaak voorkomt, zo rond de 1 à 2%. Het is dus nuttig om te kunnen voorspellen wie wel een verhoogde kans heeft tijdens de zwangerschap om cardiologische complicaties te ontwikkelen. Zodat alleen van deze vrouwen de hartfunctie tijdens een zwangerschap in de gaten gehouden hoeft te worden.”

“GLS is een goed hulpmiddel om na te gaan bij wie tijdens de zwangerschap extra aandacht voor de hartfunctie zinvol is”

Cardioloog in opleiding Julius Heemelaar

Voorspellend

Julius: “De 39 vrouwen maakten in totaal 91 zwangerschappen door waarvan er 73 tot een levend geboren baby leidden. Voorafgaand aan de zwangerschappen was de knijpkracht van het hart van de vrouwen, gemeten als linker vertrikel ejectiefractie, LVEF, gemiddeld lager dan bij vrouwen zonder voorgeschiedenis van kanker. We vonden dat GLS, global longitudinal strain, een echografische maat voor subklinische vermindering van de knijpkracht van het hart, op individueel niveau een voorspeller lijkt voor een verdere afname van de knijpkracht van het hart tijdens de zwangerschap. Indien bevestigd in grotere studies, betekent dit dat GLS bij vrouwen met een verleden van kinderkanker een goed hulpmiddel is om na te gaan wie tijdens de zwangerschap een daling van de knijpkracht van het hart zal ontwikkelen en wie niet. En dus bij wie tijdens de zwangerschap extra aandacht voor de hartfunctie zinvol is.”

“Vrouwen met een verleden van kinderkanker die een kinderwens hebben, moeten zich goed laten voorlichten over de mogelijke complicaties van een zwangerschap”

Gynaecoloog in opleiding Steffie Heemelaar

Baarmoeder bestraald

En dan de uitkomsten van de zwangerschap. Steffie: “Om te beginnen moeten we niet vergeten dat veel vrouwen met een verleden van kinderkanker onvruchtbaar zijn. Onze onderzoekspopulatie is de minderheid bij wie een zwangerschap wel mogelijk bleek. Echter met name bij vrouwen bij wie destijds de baarmoeder was bestraald was de kans op miskramen en/of extreme vroeggeboorten erg hoog. Onafhankelijk van de dosis van de bestraling. Het is volgens ons daarom zinvol dat vrouwen met een verleden van kinderkanker die een kinderwens hebben zich goed laten voorlichten door een expert in een derdelijns ziekenhuis over de mogelijke complicaties van een zwangerschap. De behandeling verschilt per soort kanker, per stadium, en daarmee varieert ook risico op complicaties tijdens een zwangerschap per patiënt.”

Kleine niche

Rest natuurlijk de vraag of het gezamenlijke onderzoek van broer en zus Heemelaar naar meer smaakt. Steffie: “Het is ons in ieder geval heel goed bevallen.” Julius, momenteel als onderzoeker actief in Boston (VS): “Vanaf dit najaar werken we weer beiden in het LUMC, dus ik sluit niet uit dat we nog weer iets gezamenlijks gaan doen.” Steffie: “Maar het snijpunt van onze interesse, hartproblemen bij zwangerschap na behandeling voor kanker, is wel een heel kleine niche.”

Referentie: Heemelaar JC, Heemelaar S, Hertel SN, et al. Cardiac and obstetric outcomes of pregnancies for women after cardiotoxic therapy in childhood: a single center observational study.

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Casus: patiënte met dyspnoe naar de EHH

Een oudere obese vrouw presenteert zich op de Eerste Hart Hulp vanwege dyspnoe. Die begon twee weken geleden en was aanvankelijk inspanningsgebonden, nu ook bij platliggen. Ze plast nog maar kleine beetjes sinds drie dagen. Wat is uw diagnose?

Casus: patiënt met progressieve inspanningsdyspneu

Een patiënt presenteert zich met progressieve inspanningsdyspneu. Voorheen was hij in staat om zonder klachten te tennissen, nu ervaart hij kortademigheid bij stevig doorwandelen. Er is geen sprake van hoesten, sputumproductie of koorts. Wat is uw diagnose?

Uitgebreid bloedonderzoek met één simpele vingerprik

Capillaire bloedafname via een vingerprik blijkt bij meer dan 30 standaardbepalingen een goed alternatief voor venapunctie, concludeerde Martijn Doeleman. “Patiënten kunnen zelf de vingerprik doen. Gewoon thuis, wanneer het hen uitkomt.”

Cultuur­sensitieve zorg in de praktijk: lessen van Mammarosa

Taal- en cultuurverschillen kunnen de communicatie met zorgverleners flink bemoeilijken. Stichting Mammarosa biedt hierin uitkomst. Samia Kasmi vertelt hoe belangrijk cultuursensitieve communicatie is, en hoe artsen hierin het verschil kunnen maken.

‘Er is een trend naar meer visuele informatie’

“Voor patiënten blijkt de juiste toedieningsroute van een geneesmiddel niet altijd vanzelfsprekend te zijn”, vertellen Yara Mangindaan en Nike Everaarts-de Gruyter. Zij hielpen medicijnpictogrammen te ontwikkelen die ondersteunen bij goed gebruik van geneesmiddelen.

Werkbereidheid bij een crisis niet vanzelf­sprekend

Ziekenhuizen kunnen tijdens een crisis niet blind vertrouwen op hun personeel, concluderen Dennis Barten en Lindsy Engels. Werkbereidheid hangt sterk af van verschillende factoren. “Het is belangrijk om te ontdekken wat nodig is om voor te bereiden op crisissituaties.”

Casus: man met dysfonie­klachten

Een 42-jarige man komt op uw spreekuur met dysfonieklachten, twee maanden geleden ontstaan in een periode van veel hoesten. Aan het einde van de dag worden de klachten erger en het is lastig om een lang gesprek te voeren. Wat is uw diagnose?

Integrale geneeskunde in Nederland: tijd voor de volgende stap

Het spreekuur Integrative Medicine van Ines von Rosenstiel is erg populair en ook in andere ziekenhuizen groeit de belangstelling voor een dergelijk spreekuur. Hoe zorgen we ervoor dat IM een structureel onderdeel wordt van de reguliere zorg in Nederland?

Mindfulness in de zorg: allesbehalve zweverig

“Zorg goed voor jezelf. Er is er maar één van.” Dat zei een patiënt ooit tegen longarts Miep van der Drift. Ze weet als geen ander: mindfulness is niet alleen voor patiënten, maar ook voor zorgverleners. Ze geeft tips voor kleine veranderingen met een grote impact.

Medicatie vaak te lang voortgezet na ontslag uit ziekenhuis

Veel patiënten gebruiken in ziekenhuizen voorgeschreven opiaten, benzodiazepines en antipsychotica nog langdurig na ontslag, aldus Judith de Ruijter. “We geven artsen de tip om, als ze bij ontslag nieuwe medicatie voorschrijven, al meteen na te denken over stoppen.”