DOQ

Fiscaal voordeel met kleinschaligheids-investeringsaftrek

De kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) verlaagt de fiscale winst, waardoor artsen, apothekers en andere zorgprofessionals die tevens ondernemer zijn, minder belasting betalen. Van helder accountancy in de zorg legt uit onder welke voorwaarden zij kunnen gebruikmaken van dit belastingvoordeel. 

De kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) is een aftrekpost die wordt gebruikt voor bedrijfsmiddelen in het algemeen. Dan gaat het bijvoorbeeld om computers, inventaris of instrumentarium. Voor de KIA geldt een minimum investeringsbedrag per bedrijfsmiddel. Als het investeringsbedrag te laag is, dan komt het bedrijfsmiddel niet in aanmerking voor deze aftrekpost. Het minimum investeringsbedrag bedraagt € 450 per bedrijfsmiddel. 

Bron: Pixabay

Verder hangt de hoogte van de aftrek af van de totale investering van de onderneming in het betreffende boekjaar. Komen de investeringen boven een bepaald bedrag uit, dan kan de KIA afnemen of zelfs verloren gaan. Zoals te zien in de onderstaande tabel, kan de KIA in 2021 pas worden toegepast bij een minimale investering van € 2.400. Is het geïnvesteerde bedrag lager dan € 2.400, dan bedraagt de KIA € 0. Ditzelfde gebeurt wanneer het geïnvesteerde bedrag groter is dan € 328.721. Bij een geïnvesteerd bedrag tussen de € 2.400 en € 328.721 bedraagt de KIA maximaal € 16.568. 
 

Tabel: kleinschaligheidsinvesteringsaftrek 2021 

Ondernemende zorgprofessionals kunnen de KIA dus optimaliseren. Het kan namelijk lonen om investeringen te spreiden over meerdere jaren. Het zou mogelijk zijn om een bedrijfsmiddel in eerste instantie te huren of financial te leasen. In een volgend boekjaar kan de zorgondernemer het huur- of financial-leasecontract omzetten in koop en opnieuw gebruikmaken van bovenstaande tabel. De kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) neemt af naarmate het totale investeringsbedrag groter wordt. 


Let op! 
Als de praktijk onderdeel uitmaakt van een samenwerkingsverband, dan moet de zorgondernemer alle individuele investeringen bij elkaar optellen. De hoogte van de aftrek is dan gebaseerd op de totale investering van het samenwerkingsverband en niet op de investering van elke onderneming afzonderlijk. Dit geldt voor alle drie de regelingen. 


Milieu-investeringsaftrek en VAMIL 

De milieu-investeringsaftrek (MIA) en VAMIL zijn twee verschillende regelingen die vaak worden gecombineerd. Beide worden gebruikt voor investeringen in bedrijfsmiddelen die op de Milieulijst staan. Deze lijst wordt elk jaar bijgewerkt en is op te vragen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). 

Deze regelingen leveren op verschillende manieren belastingvoordeel op. Zo brengt de zorgondernemer met de MIA een percentage van het investeringsbedrag in mindering op de fiscale winst. En met de VAMIL schrijft de zorgondernemer op een willekeurig moment af op een investering. 

Voor de MIA geldt een minimum investeringsbedrag per bedrijfsmiddel. Als het investeringsbedrag te laag is, dan komt het bedrijfsmiddel niet in aanmerking voor deze aftrekpost. Het minimum investeringsbedrag bedraagt € 2.500 per bedrijfsmiddel. 

Daarnaast moet men rekening houden met meer voorwaarden. Zo mag het bedrijfsmiddel niet eerder gebruikt zijn en is deze aftrekpost niet te combineren met de energie-investeringsaftrek. 


Let op! 
De zorgondernemer moet er rekening mee houden dat deze de investering op tijd moet melden bij de RVO wanneer hij of zij gebruik wil maken van de MIA en/of de VAMIL. Dit dient te geschieden binnen drie maanden na het aangaan van de verplichting! 


Energie-investeringsaftrek 

De energie-investeringsaftrek (EIA) is een aftrekpost die wordt gebruikt voor investeringen in bedrijfsmiddelen die op de Energielijst staan. Deze lijst wordt elk jaar bijgewerkt en kunt u opvragen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). 

Voor de EIA geldt óók een minimum investeringsbedrag per bedrijfsmiddel. Als het investeringsbedrag te laag is, komt het bedrijfsmiddel niet in aanmerking voor deze aftrekpost. Het minimum investeringsbedrag bedraagt € 2.500 per bedrijfsmiddel. 

Ook hier geldt dat het bedrijfsmiddel niet eerder mag zijn gebruikt en dat de zorgondernemer deze aftrekpost niet kan combineren met de milieu-investeringsaftrek. 


Van helder accountancy, belastingadvies en consultancy voor de zorg heeft de uiterste zorg besteed aan de totstandkoming van deze uitgave. Voor informatie die nochtans onvolledig of onjuist is opgenomen, aanvaardt Van helder geen enkele aansprakelijkheid. Voor eventuele verbeteringen van de opgenomen gegevens houdt zij zich aanbevolen.

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Casus: vrouw met hevige diarree en kortademigheid

Een vrouw klaagt over hevige diarree en kortademigheid. Daarnaast voelt zij zich zwak en is zij 10 kg afgevallen in de laatste 3 maanden. Wat is uw diagnose?

Videoconsult vs. fysiek consult: waar zitten de verschillen?

Broer en zus Martijn Stommel en Wyke Stommel onderzochten de verschillen tussen video- en fysieke consulten. Dit kan helpen bij goede implementatie van videoconsulten. “Patiënten moeten soms lang reizen. Dat is belastend, het kost tijd en meestal moet iemand mee.”

Zeven routes naar een veerkrachtig zorgsysteem

Ons zorgstelsel kan duurzamer en menselijker terwijl ook kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid geborgd zijn, meent Steven de Waal in zijn boek. “De zorginstelling verandert in een platform: minder managers en meer horizontaal management tussen zorgprofessionals.”

Wat als… jouw onderzoek plotseling is geasso­cieerd met de tabaks­industrie?

De farmaceut die het promotieonderzoek van Wytse van den Bosch financierde, werd plotseling overgenomen door een tabaksmultinational. Wat doe je dan als onderzoeker? “Door deze indirecte affiliatie ben je plotseling niet meer welkom op wetenschappelijke congressen.”

Meer rolmodel­len nodig in het medisch onderwijs

“De gezondheidszorg moet een afspiegeling zijn van de samenleving, dat is nu niet zo”, vindt Rashmi Kusurkar, hoogleraar inclusie en motivatie in medisch onderwijs. Er is behoefte aan meer inclusiviteit en diversiteit binnen het medisch onderwijs.

Zo deal je met de onzin van influencers in je spreekkamer

Patiënten vertrouwen influencers soms meer dan hun eigen arts. Jolanda van Boven en Annemie Galimont vertellen over hun ervaringen hiermee in de spreekkamer en hoe hiermee om te gaan. “Wees als arts alert dat je de patiënt goed voorlicht over de mogelijke gevolgen.”

‘Kunst kan de zorg transformeren’

Om de problemen van het overbelaste zorgsysteem het hoofd te bieden, moet kunst een structurele plaats krijgen, pleit Tineke Abma. “We willen duurzame programma’s van bewezen interventies vergoed door de zorgverzekeraar.”

Casus: jongen met gepig­menteerde huid­afwijking

Een tienjarige jongen heeft een opvallende laesie op de rechterbovenarm. Bij navraag blijkt deze laesie al jaren aanwezig. In de familie komen geen melanomen voor. De jongen heeft een blanco voorgeschiedenis. Wat is uw diagnose?

Casus: man met klachten van moeizaam plassen

Een man komt met een doorgemaakte blaasontsteking op uw spreekuur. Plassen gaat al een paar jaar langzaamaan moeilijker en moeilijker. De straal is zwak, nogal eens sproeiend en er wordt bijna altijd wat nagedruppeld. Persen helpt niet echt. Wat is uw diagnose?

Iedere arts moet zich voorbereiden op een leven lang leren

Welzijn is een voorwaarde voor professionele en persoonlijke ontwikkeling. En dat is in de medische sector meer dan ooit een punt van zorg, vindt Marjolein van de Pol. “De nieuwe bewegingen moet je gewoon volgen, in welke fase van je carrière je ook zit.”


0
Laat een reactie achterx