Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
‘Geen klassieke huisarts meer die vijf dagen per week spreekuur doet’
De ‘ziel van het vak’. Zo typeert huisarts Marnix van der Leest de arts-patiëntrelatie. Hij stelt dat een goede, langdurige band essentieel is voor goede huisartsenzorg. Sterker nog: “mensen met een vaste huisarts leven zelfs langer”. Door diverse redenen staat die patiëntrelatie onder druk. Op het jubileumcongres van de KNMG begin oktober ging Van der Leest erover in gesprek met zorgprofessionals.
Een langdurige verbintenis met patiënten en kennis over hun context, zijn van grote meerwaarde voor goede huisartsenzorg. Dat is de overtuiging van Marnix van der Leest, huisarts bij Huisartspraktijk Korte Geer in Leusden. “Het investeren in een goede arts-patiëntrelatie zorgt dan ook voor betere keuzes. Die leiden tot minder verwijzingen, afname in medicijnvoorschriften en betere gezondheidsuitkomsten.” Maar nu de praktijk.
“85% van de afgestudeerde huisartsen wil graag een eigen praktijk”
Huisarts Marnix van der Leest
Tijd en taken
De arts-patiëntrelatie staat onder druk, volgens Van der Leest. “Er is geen sprake meer van de klassieke huisarts die vijf dagen per week spreekuur doet en dus alle patiënten goed kent. De praktijk is veranderd. Huisartsen hebben een grote administratieve druk. Van een vijfdaagse werkweek gaat er een dag op aan administratie. Daarnaast is het takenpakket fors toegenomen. Van hartfilmpjes en longfunctietests, tot complexe diabetes- en ouderenzorg. Bovendien lopen mensen vast in de organisatie van jeugdzorg en GGZ, wat ook meer drukte oplevert.”
Kortom, het ontbreekt de huisarts aan tijd. En dus groeide het personeelsbestand. Naast de doktersassistente kwamen er praktijkondersteuners en diverse andere nieuwe functies. “Ons team telt inmiddels twintig mensen”, zegt Van der Leest. “Twintig jaar geleden waren we nog met acht.”
Wetenschappelijk bewezen
Die grote kring van hulpverleners rond patiënten leidt tot meer afstand tot de eigen huisarts. “Soms klagen patiënten dat ze steeds weer hun verhaal bij een nieuwe ‘dokter’ of waarnemer moeten doen. Of ze vragen zich af wie nou eigenlijk hun huisarts is.” Van der Leest lacht even: “En sommigen denken dat hun huisarts altijd met vakantie is.”
Niet alleen patiënten geven aan hoe belangrijk een vast gezicht is. Ook wetenschappelijk is dat bewezen. Al in 2018 verscheen in de BMJ een studie over het verband tussen continuïteit in zorgverlening en gezondheid.1 En onlangs bevestigde een Britse reviewstudie die relatie.2 “Daaruit bleek zelfs dat mensen met een vaste huisarts langer leven”, zegt Van der Leest. Maar in de praktijk ontbreekt dus die continuïteit. Er komen juist minder praktijkhoudende huisartsen, terwijl 85% van de afgestudeerden wel een eigen praktijk wilde. “Motivatie genoeg dus. Maar de vervolgstap is lastiger.”
“Bij elke beleidskeuze moet de vraag zijn: wat is het effect op de arts-patiëntrelatie?”
Wat moet er gebeuren?
Want er zijn belemmeringen om een eigen praktijk te starten of over te nemen. “Neem financiering, huisvesting of huisartstarieven. Daar moeten de overheid, verzekeraars en NZa zich echt om bekommeren, en gerichter gaan investeren.”
Hierover waren de bezoekers van het KNMG-jubileumcongres op 10 oktober jl. het dan ook eens. Het publiek bestond uit onder meer huisartsen, de patiëntenfederatie en -verenigingen, artsenkoepel en bestuurders in de zorg.
“Mijn verhaal over die arts-patiëntrelatie kreeg veel instemming”, zegt Van der Leest. “Aanwezigen begrepen de meerwaarde van langdurig persoonlijk contact met de huisarts. En ze herkenden de dilemma’s. We concludeerden dat de vraag bij élke beleidskeuze moet zijn: wat is het effect hiervan op de arts-patiëntrelatie? Op papier kan het mooi geregeld zijn. Maar als een besluit het werkelijk leren kennen van je patiëntenpopulatie in de weg staat, was het dan wel de juiste beslissing?”
“Wij huisartsen moeten ook beter onze grenzen bewaken in wat we wel en niet doen. Dat vergt moed”
Artificial Intelligence
Om die betere arts-patiëntrelatie te kunnen creëren, heeft Van der Leest een aantal suggesties. “Zo moeten we als huisartsen ook beter onze grenzen bewaken in wat we wel en niet meer doen. Dat vergt ook moed. Want onze eerste reactie bij meer taken en drukte is: personeel aannemen.”
Verder moet het volgens hem interessant worden om je als huisarts langdurig te verbinden aan een praktijk. “Daarvoor is dus goede financiering nodig, hulp bij huisvesting, en vermindering van administratie. Fleur Agema hoopt dat Artificial Intelligence alles zal oplossen, maar zo eenvoudig is het natuurlijk niet. AI biedt vele mogelijkheden, maar juist het persoonlijk contact kan het niet vervangen. En daar draait het nou net om.”
Referenties:
1. Pereira Gray DJ, Sidaway-Lee K, et al. Continuity of care with doctors-a matter of life and death? A systematic review of continuity of care and mortality. BMJ Open. 2018 Jun 28;8(6):e021161.
2. Sandvik H, Hetlevik Ø, et al. Continuity in general practice as predictor of mortality, acute hospitalisation, and use of out-of-hours care: a registry-based observational study in Norway. Br J Gen Pract. 2022 Jan 27;72(715):e84-e90.