DOQ

Geen relatie tussen depressie, angst en kanker

Al decennia zoeken wetenschappers naar bewijs voor de lang vermoede oorzakelijke relatie tussen depressie, angst en het ontstaan van kanker. Dit bewijs is echter nooit gevonden omdat het waarschijnlijk niet bestaat, zo blijkt uit een omvangrijke meta-analyse van onder meer Lonneke van Tuijl, klinisch psycholoog in het UMC Groningen.

Onderzoekers uit Nederland, Canada, Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk, verenigd in het Psychosocial Factors and Cancer Incidence (PSY-CA) consortium, analyseerden de resultaten van 18 cohorten met bijna 320 duizend personen met klachten van depressie en/of angst. Van deze mensen waren ruim 3 miljoen persoonsjaren aan follow-up beschikbaar. Bijna 26 duizend van hen kregen kanker.

Met de meta-analyse keken de onderzoekers naar een relatie tussen de klachten van depressie en angst met het ontstaan van kanker later in het leven. Ze vonden geen associatie met de incidentie van kanker in het algemeen noch met typen kanker die vaak genoeg voorkwamen voor een betrouwbare statistische analyse, zoals kanker van de borst, prostaat, het colorectale gebied, of vormen van kanker geassocieerd met de consumptie van alcohol.

“De onderzoekers voorkwamen enkele bekende biases, waaronder publicatiebias en een bias op basis van leeftijd”

Grondig onderzoek

Er was wel een associatie tussen de klachten van depressie/angst en vormen van kanker die met roken geassocieerd waren, zoals longkanker. Maar, na correctie voor allerlei risicofactoren, waaronder roken, verdween deze associatie. Waarschijnlijk zijn het roken zelf en/of ander ongezond gedrag de oorzaak van de kanker en niet de depressie of angst, zo concluderen de onderzoekers.

Hoewel er al jaren een vermoeden bestaat tussen klachten van depressie en angst en het ontstaan van kanker, vonden de PSY-CA onderzoekers deze dus niet. Eerdere analyses zagen soms wel zo’n relatie. Volgens de onderzoekers komt dit verschil vooral door de grondige wijze waarop ze de meta-analyse deze keer uitvoerden. De data van de 18 cohorten werd geharmoniseerd en op individueel, en dus niet groepsniveau, geanalyseerd. Verder voorkwamen de onderzoekers enkele bekende biases. Ze analyseerden ook deelnemers uit studies van nog niet gepubliceerde cohorten waardoor de publicatiebias vermeden werd. Er was zekerheid over de diagnose kanker omdat deze gegevens uit nationale kankerregistraties afkomstig waren, zoals het Integraal Kankercentrum Nederland voor de Nederlandse cohorten. Als laatste gebruikten de onderzoekers de leeftijd van de individuele deelnemers als tijdschaal voor hun statistische analyses, terwijl bij de meeste analyses hiervoor de studie of follow-up duur gebruikt wordt. Aangezien de incidentie van kanker stijgt met de leeftijd, vermijdt deze aanpak een bias op basis van de leeftijd.

“Dit helpt patiënten geruststellen bij zelfverwijt dat hun psychologische klachten debet zijn aan de kanker”

Klinische relevantie

Volgens de onderzoekers zijn hun resultaten nuttig voor de kliniek omdat ze helpen bij het geruststellen van patiënten die zichzelf verwijten dat hun psychologische klachten debet zijn aan de kanker. Toch houden ze nog een slag om de arm met betrekking tot longkanker. Er is onderzoek nodig om na te gaan of depressie en angst mogelijk indirect een rol spelen bij het ontstaan van deze vorm van kanker, bijvoorbeeld door het beïnvloeden van ongezond gedrag.

Referentie: Van Tuijl LA, Basten M, Pan KY, et al. Depression, anxiety, and the risk of cancer: An individual participant data meta-analysis. Cancer. 2023 Aug 7. Online ahead of print.

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Casus: patiënte met dyspnoe en oedeem in het gelaat

Een 66-jarige vrouw presenteert zich met sinds drie weken progressief verminderde inspanningstolerantie en met name ’s ochtends een zwelling van het gelaat. Overdag verbeteren de klachten deels. Wat is uw diagnose?

Wat je verwacht, voel je: wat zorgverleners kunnen leren van placebo-effecten

Wat patiënten verwachten, beïnvloedt direct hoe zij pijn of bijwerkingen ervaren. Henriët van Middendorp legt uit hoe placebo- en nocebo-effecten werken, en hoe zorgverleners deze bewust en ethisch kunnen inzetten in de praktijk.

Trots op goed werkend meld­systeem voor bijwerk­ingen

Agnes Kant wijst op het belang van meer onderzoek naar bijwerkingen en roept zorgverleners op te blijven melden bij het Bijwerkingenmeldsysteem. “Van 70% van de geneesmiddelen is nog onduidelijk of deze veilig tijdens de zwangerschap gebruikt kunnen worden.”

Wandelend naar een betere gezondheid

Matthijs van der Poel combineert als huisarts en sportliefhebber zorg en beweging. Met stichting Looprecept wandelt hij wekelijks met patiënten – goed voor lijf, hoofd én verbinding. “Het is heel laagdrempelig en dat verklaart denk ik ook het succes.”

De patiënt doet lastig, en dan?

Patiënten met een persoonlijkheidsstoornis kunnen soms veel losmaken, zowel in het behandeltraject als bij de arts. Thom van den Heuvel geeft handvatten voor het omgaan met deze patiëntengroep. “Het contact vraagt meer tijd en legt tegelijk emotionele druk op de arts."

Vind meertalige zorgverleners via ikspreekmeerdan.nl

Als anios in een huisartsenpraktijk in Amsterdam merkte Daan Frehe dat taal voor veel patiënten een barrière vormt voor het krijgen van goede zorg. “Via ikspreekmeerdan.nl kan nu een zorgverlener met een gedeelde taal en cultuur gevonden worden. Dat is enorm waardevol.”

Casus: man met een veranderde vlek op het been

Een 72-jarige man presenteert zich op uw spreekuur met een veranderde plek op het bovenbeen rechts. De vlek is gegroeid en van kleur veranderd. De patiënt heeft een licht huidtype en een voorgeschiedenis van basaalcelcarcinoom. Wat is uw diagnose?

Maak van wachttijd in de ggz hersteltijd: vijf praktische adviezen

Sanne Booij en Christien Slofstra willen af van de stille wachttijd in de ggz. Met hulp van de huisarts kan het herstel al beginnen, nog vóór de intake. “Deze periode hoeft geen verloren tijd te zijn.”

Beteugelen geneesmiddel­prijzen noodzakelijk voor betaalbare zorg

Wilbert Bannenberg strijdt met Stichting Farma ter Verantwoording tegen excessieve geneesmiddelprijzen. Zijn missie: winsten beteugelen om zorg toegankelijk te houden. “Geneesmiddelprijzen moeten beteugeld gaan worden, anders wordt de zorg onbetaalbaar.”

Casus: vrouw met veranderd defecatiepatroon

Een vrouw wordt naar de polikliniek gestuurd in verband met een veranderd defecatiepatroon. Ze heeft wat frequenter dan gebruikelijk ontlasting. Er zijn wat vage buikklachten in de zin van rommelingen en krampen. Ze gebruikt geen medicatie. Wat is uw diagnose?