Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Geneeskundeopleiding VU laat dogma van de witte jas los
De toekomstig arts is maar een van de professionals in een netwerk van zorgprofessionals. De VU in Amsterdam wil artsen opleiden die goed voorbereid zijn op andere taken, een andere manier van werken en in een andere samenleving. Dat vraagt om aanpassing van de studie en van de studentenselectie.
“De artsopleiding moet integraler en socialer”, zo meldt het filmpje van de campagne #Artsenvoorhetleven. “Geneeskundestudenten moeten alle kanten op kunnen en breed inzetbaar zijn, dankzij een palet aan vaardigheden. Zodat zij naast kennis van ziektebeelden ook begrip hebben van gedrag, gezin, werk en welzijn. Niet alleen voor het verbeteren van lichamen, maar ook voor het verbeteren van levens van mensen.” Met deze campagne wil de VU de geneeskundeopleiding ontdoen van het ‘dogma van de witte jas’, aldus vice-decaan Christa Boer.

“De patiënt ziet steeds meer verschillende zorgverleners, waarvan de behandelend medisch specialist er slechts één is”
Vice-decaan prof. dr. Christa Boer
Veranderend zorglandschap
De geneeskundeopleiding is nog steeds gericht op werken in een zorginstelling, terwijl de samenleving vraagt om artsen die kunnen werken in een ander zorglandschap. Boer: “Het ziekenhuis is vaak pas de laatste halte in een zorgpad. De meeste zorgproblemen worden daarvoor al opgelost. Bovendien ziet de patiënt steeds meer verschillende zorgverleners, waarvan de behandelend medisch specialist er slechts één is.”
“De arts zal zich in een zorgnetwerk tussen alle andere zorgprofessionals moeten kunnen bewegen en moeten kunnen samenwerken, zodat hij of zij snapt welke zorg op welk moment nodig is.” Verder zal door het toenemende gebruik van big data en medische technologie, de invulling van het vak van de arts veranderen en sommige handelingen worden vervangen door technologie.
“Ik zie een groeiende groep met belangstelling in het sociale domein van het vak”
Verbreding opleiding
De arts van nu is onvoldoende toegerust voor de veranderingen, aldus Boer. “Uit enquêtes komt naar voren dat studenten vinden dat we te weinig hebben aangeboden over het werkveld buiten het ziekenhuis.” Er is dus genoeg werk aan de winkel, concludeert Boer. Dat geld niet alleen voor de opleiding, maar ook voor de selectie van studenten.
Als pilot is een coschap georganiseerd waarbij de student zowel een deel in het ziekenhuis als daarbuiten werkt. Na het eerste proefjaar heeft Boer de indruk dat zo’n breed coschap al wel effect heeft. “Ik zie in de afstudeerprofielen een groeiende groep die belangstelling heeft in het sociale domein van het vak.” Ook denkt zij andersom aan een eerste coschap bij de huisarts, waarbij de student op een aantal dagdelen tevens kennis maakt met specialismen waar de huisarts vaak naar verwijst.
“Het artsenvak blijft zwaar en dat vergt een bepaalde mentaliteit”
Focus op sociale domein
Maar ook eerder in de opleiding moet er aandacht zijn voor meer elementen van het nieuwe zorglandschap. Boer wijst op minors met een focus op het sociale domein en het aantrekken van docenten van buiten de kliniek. Bovendien vindt zij dat medisch specialisten de inhoud van het onderwijs moeten verbreden, zodat die over meer gaan dan diagnostiek en behandeling. “Bij het ontstaan van darmkanker zit een belangrijke milieu- en leefstijlcomponent. Door dan iemand uit de milieusector uit te nodigen, krijg je veel meer maatschappelijke impact op het curriculum.”
Tot slot ziet Boer ook wel toekomst in een brede bachelor, een algemeen jaar waarin studenten een goed beeld krijgen van waar ze aan beginnen. “Het artsenvak blijft zwaar en dat vergt een bepaalde mentaliteit.”
“In Amsterdam-West is een community ontstaan die het nu aandurft om geneeskunde te studeren”
Diversiteit in selectie
Met de campagne #Artsenvoorhetleven probeert de VU ook een meer diverse studentenpopulatie binnen te halen. “Een populatie met verschillende culturen zorgt vanwege verschillende invalshoeken voor een grotere creativiteit in doen en denken.” Naar haar mening was de VU al goed op weg door naast cognitieve vaardigheden ook persoonlijke interesses als sport, muziek, maatschappelijke inzet en bestuurlijke ervaring mee te nemen bij de selectie. Maar sinds het promotieonderzoek van Anouk Wouters in 2017 aantoonde dat de selectiemethode nog steeds zorgde voor een te weinig diverse studentenpopulatie, is de faculteit nog meer gaan letten op kansenongelijkheid.
De selectiemethode bevatte destijds nog kennistoetsen, waarvoor kinderen van ouders met een hoger inkomen zich beter konden voorbereiden via betaalde cursussen. Daar kwam een cognitieve vaardigheidstoets voor in de plaats, zegt Boer. “Er is geen voorbereiding mogelijk en dat zorgde voor meer instroom van studenten uit Amsterdam Nieuw-West. Daar is nu een community ontstaan die het aandurft om geneeskunde te studeren.”