DOQ

Generalisten gevraagd voor chirurgie in oorlogsgebied

Chirurgische teams die afreizen naar oorlogsgebied treffen letsels aan die in vredestijd niet voorkomen. Ook moeten deze chirurgen van alle markten thuis zijn: als traumachirurg moet je in staat zijn om een vaatletsel te opereren of de rol van plastisch chirurg op je te nemen voor de wondbedekking. Kortom, generalisten gevraagd in conflictgebied. In haar proefschrift doet chirurg in opleiding Frederike Haverkamp een aantal aanbevelingen om chirurgische teams beter voor te bereiden op inzet in oorlogssituaties.

Haar onderzoek startte Haverkamp vanuit het Radboudumc waar ze in opleiding is, gesteund door het Internationale Comité van het Rode Kruis (ICRC) en het Ministerie van Defensie. “Mijn interesse in onderwijs speelde een rol bij mijn onderzoek. Hoe train je mensen? Wat ik te weten wilde komen was: welke voorbereiding heb je als chirurgisch team nodig voor opereren in een conflictgebied? Wat ontbreekt er aan de huidige voorbereiding? En hoe kunnen we dat verbeteren?” 

“In oorlogsgebied ziet men vaak scherp letsel, terwijl dit in westerse landen nauwelijks voorkomt”

Chirurg in opleiding Frederike Haverkamp

Verschillen

De situaties waar chirurgische teams tegenaan kunnen lopen zijn uitdagend en onvoorspelbaar. Lokale ziekenhuizen kunnen ontwricht zijn of kunnen de toestroom van patiënten niet aan. De infrastructuur en materialen zijn anders. Ook krijgen de teams te maken met andere typen letsels dan in vredestijd gebruikelijk is. “In oorlogsgebied ziet men vaak zogenaamd scherp letsel als gevolg van bijvoorbeeld granaatscherven en kogels, terwijl dit in westerse landen nauwelijks voorkomt. Verder heb je in oorlogssituaties te maken met kleinere teams. Als traumachirurg kun je niet vanzelfsprekend de expertise van een vaatchirurg of plastisch chirurg inroepen, terwijl die op de reguliere werkvloer vrijwel altijd beschikbaar is. Per teamlid is dus een bredere expertise nodig om de levensreddende handelingen op aangrenzende vakgebieden uit te kunnen voeren. Dat vraagt om generalisten: chirurgen die breed inzetbaar zijn. Goede voorbereiding en training is essentieel voor deze uitzonderlijke werkomstandigheden.”

“Aandacht is nodig voor technische vaardigheden, alsook de ‘soft skills’”

Kinderen

Haverkamp onderzocht welke typen verwondingen in zeven verschillende conflictgebieden voorkwamen. “Welke letsels kwamen voor, met name bij kinderen? In Nederland zien we weinig kinderen die gewond zijn als gevolg van bijvoorbeeld explosies of het zogenaamd scherp letsel, maar in conflictgebieden zijn de verwondingen bij kinderen heftig. Vaak betreft dit polytrauma’s: letsel over meerdere anatomische regio’s, vooral aan armen en benen. Mogelijk komt dit doordat hun lichaamsoppervlakte kleiner is en als ze getroffen worden door een kogel of scherf, al snel hun hele lichaam betrokken is. Kinderen hebben ook vaker letsel door mijnen; ze spelen buiten en herkennen het gevaar van mijnen niet: ze spelen er soms zelfs mee. Een chirurgische behandeling was nodig voor 85% van de kinderen (vaak zelfs meerdere operaties per patiënt), wat het belang van de chirurgische teams onderstreept. Samenvattend kun je zeggen dat de kindslachtoffers in conflictgebieden minimaal net zo zwaargewond zijn als de volwassenen.”

Zelfrapportages

Chirurgische teams die uitgezonden worden naar een conflictgebied moeten dus goed voorbereid zijn op de behandeling van deze serieuze letsels. In Nederland moeten militair chirurgische teams daarom verplicht de internationale Definitive Surgical and Anaesthetic Trauma Care (DSATC)-cursus volgen, die het Radboudumc jaarlijks organiseert. In hoeverre militaire zorgverleners zich hierdoor voorbereid voelen, onderzocht Haverkamp. Daarnaast legde ze vragenlijsten voor aan internationale chirurgische teams die uitgezonden waren namens het ICRC of het Deense, Finse of Nederlandse Ministerie van Defensie. “Hoewel uit zelfrapportages bleek dat de teams zich over het algemeen goed voorbereid voelen, kwam ook naar voren dat specialisten zich beter voorbereid voelen dan verpleegkundigen en operatieassistenten. Investeer daarom in training voor het hele team. Daarbij is aandacht nodig voor technische vaardigheden, alsook de ‘soft skills’, zoals zelfreflectie en het innovatief kunnen toepassen van de opgedane kennis. Dat laatste is belangrijk in onvoorspelbare omstandigheden.”  

“In de westerse wereld bestaat er een trend van toenemende specialisatie binnen de chirurgie”

Aanbevelingen

In haar proefschrift doet Haverkamp een aantal aanbevelingen voor chirurgische teams, zodat deze nog beter voorbereid het oorlogsgebied in kunnen gaan. “Op een aantal gebieden is training nodig voor de teams. Naast de essentiële basis in de trauma- en damage control-chirurgie, werd gevraagd naar aanvullende training op gebieden zoals neurochirurgie, reconstructieve chirurgie – onder meer wondbedekking, acute gynaecologie en mond-kaak-aangezichtschirurgie. Dit zijn gebieden die buiten de algemeen chirurgische opleiding vallen, maar waar men op uitzending wel mee te maken kan krijgen. Dit benadrukt opnieuw het belang van de generalist. In de westerse wereld bestaat er een trend van toenemende specialisatie binnen de chirurgie. De Nederlandse Vereniging voor Traumachirurgie onderkent dit ook en wil de discipline van militair chirurg gaan erkennen als subspecialisme binnen het vakgebied van de traumachirurgie. Het belangrijkste blijft dat teams klinisch relevante werkervaring opdoen. Vanwege de beperkte blootstelling aan dergelijke letsels in het dagelijks werk, zijn (inter)nationale stages onmisbaar.”  

Referentie: Haverkamp FJC. Global surgery in conflicts: Medical preparedness for humanitarian and military deployment. Radboud Universiteit, 5 april 2024.

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Casus: patiënte met dyspnoe en oedeem in het gelaat

Een 66-jarige vrouw presenteert zich met sinds drie weken progressief verminderde inspanningstolerantie en met name ’s ochtends een zwelling van het gelaat. Overdag verbeteren de klachten deels. Wat is uw diagnose?

Wat je verwacht, voel je: wat zorgverleners kunnen leren van placebo-effecten

Wat patiënten verwachten, beïnvloedt direct hoe zij pijn of bijwerkingen ervaren. Henriët van Middendorp legt uit hoe placebo- en nocebo-effecten werken, en hoe zorgverleners deze bewust en ethisch kunnen inzetten in de praktijk.

Trots op goed werkend meld­systeem voor bijwerk­ingen

Agnes Kant wijst op het belang van meer onderzoek naar bijwerkingen en roept zorgverleners op te blijven melden bij het Bijwerkingenmeldsysteem. “Van 70% van de geneesmiddelen is nog onduidelijk of deze veilig tijdens de zwangerschap gebruikt kunnen worden.”

Wandelend naar een betere gezondheid

Matthijs van der Poel combineert als huisarts en sportliefhebber zorg en beweging. Met stichting Looprecept wandelt hij wekelijks met patiënten – goed voor lijf, hoofd én verbinding. “Het is heel laagdrempelig en dat verklaart denk ik ook het succes.”

De patiënt doet lastig, en dan?

Patiënten met een persoonlijkheidsstoornis kunnen soms veel losmaken, zowel in het behandeltraject als bij de arts. Thom van den Heuvel geeft handvatten voor het omgaan met deze patiëntengroep. “Het contact vraagt meer tijd en legt tegelijk emotionele druk op de arts."

Vind meertalige zorgverleners via ikspreekmeerdan.nl

Als anios in een huisartsenpraktijk in Amsterdam merkte Daan Frehe dat taal voor veel patiënten een barrière vormt voor het krijgen van goede zorg. “Via ikspreekmeerdan.nl kan nu een zorgverlener met een gedeelde taal en cultuur gevonden worden. Dat is enorm waardevol.”

Casus: man met een veranderde vlek op het been

Een 72-jarige man presenteert zich op uw spreekuur met een veranderde plek op het bovenbeen rechts. De vlek is gegroeid en van kleur veranderd. De patiënt heeft een licht huidtype en een voorgeschiedenis van basaalcelcarcinoom. Wat is uw diagnose?

Maak van wachttijd in de ggz hersteltijd: vijf praktische adviezen

Sanne Booij en Christien Slofstra willen af van de stille wachttijd in de ggz. Met hulp van de huisarts kan het herstel al beginnen, nog vóór de intake. “Deze periode hoeft geen verloren tijd te zijn.”

Beteugelen geneesmiddel­prijzen noodzakelijk voor betaalbare zorg

Wilbert Bannenberg strijdt met Stichting Farma ter Verantwoording tegen excessieve geneesmiddelprijzen. Zijn missie: winsten beteugelen om zorg toegankelijk te houden. “Geneesmiddelprijzen moeten beteugeld gaan worden, anders wordt de zorg onbetaalbaar.”

Casus: vrouw met veranderd defecatiepatroon

Een vrouw wordt naar de polikliniek gestuurd in verband met een veranderd defecatiepatroon. Ze heeft wat frequenter dan gebruikelijk ontlasting. Er zijn wat vage buikklachten in de zin van rommelingen en krampen. Ze gebruikt geen medicatie. Wat is uw diagnose?


Lees ook: ‘Ik wil mensen helpen die het meest in nood zitten’

Naar dit artikel »