DOQ

Gespecialiseerde poli voor lage rugpijn bewezen succesvol

De inrichting van een zogenoemde ‘anderhalvelijns’ poli voor lage rugklachten heeft in Maastricht in twee jaar tijd geresulteerd in sterke verbetering van doorlooptijd, een grotere tevredenheid van patiënten en zorgprofessionals en kostenbesparing.

Door de primaire zorg voor lage rugklachten buiten het ziekenhuis (2e lijn) en dichterbij de patiënt te organiseren (1e lijn), wordt voorkomen dat patiënten soms maanden, of zelfs jaren, van het kastje naar de muur worden gestuurd. De anderhalvelijns rugpoli, die is opgezet door de afdelingen Orthopedie en Anesthesiologie-Pijnbestrijding van het Maastricht UMC+, zorgt dat de juiste zorg aan de juiste patiënt op de juiste plek wordt gegeven.

Lage rugklachten

Lage rugklachten behoren in Nederland tot één van de meest voorkomende aandoeningen. Maar liefst twee miljoen mensen hebben naar schatting last van rugpijn of nekpijn bleek eind vorig jaar uit cijfers van het RIVM. Naast werkuitval en arbeidsongeschiktheid is er naar schatting jaarlijks 1,3 miljard euro aan zorgkosten mee gemoeid. Ongeveer een derde daarvan komt voor rekening van de ziekenhuizen.

Reorganiseren

De zorg voor patiënten met lage rugpijn is erg versnipperd. Patiënten blijven bijvoorbeeld lang bij de relatief duurdere ziekenhuiszorg ‘hangen’ en worden van het ene specialisme naar het andere gestuurd. Van orthopedie of reumatologie naar pijnbestrijding of neurologie en weer terug. Terwijl dat in de meeste gevallen helemaal niet nodig is en de patiënt prima geholpen kan worden in de eerste lijn. Om de zorg voor patiënten met lage rugpijn beter te organiseren is het Maastricht UMC+ in 2016 gestart met een zogeheten ‘anderhalvelijns rugpoli’. Met succes, blijkt nu.

‘Juiste zorg op de juist plek’

De anderhalvelijns rugpoli is buiten het ziekenhuis gevestigd in een zogenoemde ‘stadspoli’. Op deze locatie werken orthopeden, anesthesiologen, neurologen en gespecialiseerde verpleegkundigen nauw samen en is er goed contact met de verwijzer (veelal de huisarts). Patiënten met lage rugpijn worden direct door de huisarts of specialist naar de gespecialiseerde ‘rugpoli’ verwezen. In twee jaar tijd zijn hier in totaal 800 patiënten gezien. Ongeveer 90 procent daarvan is terugverwezen naar de huisarts met een persoonlijk advies en behandelplan. De overige patiënten zijn doorverwezen naar het ziekenhuis voor nader onderzoek. Dat is een vermindering van 45 procent ten opzichte van de oude situatie waar al deze patiënten in het ziekenhuis terecht kwamen. Daarmee gaat jaarlijks een besparing van ongeveer 100.000 euro aan ziekenhuiskosten gepaard.

Toegankelijk en duidelijk

De reorganisatie van de zorg voor patiënten met lage rupgijn heeft daarnaast ook geleid tot kortere doorlooptijden. Waar patiënten in het oude proces soms wel maanden tot zelfs jaren door meerdere specialisten in het ziekenhuis werden gezien , is de tijd tot diagnose afgenomen tot twee à drie weken. “De patiënt heeft sneller duidelijkheid”, zegt arts-onderzoeker Dion Branje. “Daarnaast is de rugpoli ook zeer toegankelijk, omdat het consult hier niet valt onder het eigen risico. De resultaten van de reorganisatie voor de zorg rond lage rugpijn zijn veelbelovend en leveren voor ons het bewijs om onze zorg nog verder te optimaliseren, tot een rugpijnnetwerk rondom de patiënt. Meer tevreden patiënten, tegen lagere kosten.”

 

Bron: Maastricht UMC
Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Casus: patiënte met dyspnoe naar de EHH

Een oudere obese vrouw presenteert zich op de Eerste Hart Hulp vanwege dyspnoe. Die begon twee weken geleden en was aanvankelijk inspanningsgebonden, nu ook bij platliggen. Ze plast nog maar kleine beetjes sinds drie dagen. Wat is uw diagnose?

Casus: patiënt met progressieve inspanningsdyspneu

Een patiënt presenteert zich met progressieve inspanningsdyspneu. Voorheen was hij in staat om zonder klachten te tennissen, nu ervaart hij kortademigheid bij stevig doorwandelen. Er is geen sprake van hoesten, sputumproductie of koorts. Wat is uw diagnose?

Uitgebreid bloedonderzoek met één simpele vingerprik

Capillaire bloedafname via een vingerprik blijkt bij meer dan 30 standaardbepalingen een goed alternatief voor venapunctie, concludeerde Martijn Doeleman. “Patiënten kunnen zelf de vingerprik doen. Gewoon thuis, wanneer het hen uitkomt.”

Cultuur­sensitieve zorg in de praktijk: lessen van Mammarosa

Taal- en cultuurverschillen kunnen de communicatie met zorgverleners flink bemoeilijken. Stichting Mammarosa biedt hierin uitkomst. Samia Kasmi vertelt hoe belangrijk cultuursensitieve communicatie is, en hoe artsen hierin het verschil kunnen maken.

‘Er is een trend naar meer visuele informatie’

“Voor patiënten blijkt de juiste toedieningsroute van een geneesmiddel niet altijd vanzelfsprekend te zijn”, vertellen Yara Mangindaan en Nike Everaarts-de Gruyter. Zij hielpen medicijnpictogrammen te ontwikkelen die ondersteunen bij goed gebruik van geneesmiddelen.

Werkbereidheid bij een crisis niet vanzelf­sprekend

Ziekenhuizen kunnen tijdens een crisis niet blind vertrouwen op hun personeel, concluderen Dennis Barten en Lindsy Engels. Werkbereidheid hangt sterk af van verschillende factoren. “Het is belangrijk om te ontdekken wat nodig is om voor te bereiden op crisissituaties.”

Casus: man met dysfonie­klachten

Een 42-jarige man komt op uw spreekuur met dysfonieklachten, twee maanden geleden ontstaan in een periode van veel hoesten. Aan het einde van de dag worden de klachten erger en het is lastig om een lang gesprek te voeren. Wat is uw diagnose?

Integrale geneeskunde in Nederland: tijd voor de volgende stap

Het spreekuur Integrative Medicine van Ines von Rosenstiel is erg populair en ook in andere ziekenhuizen groeit de belangstelling voor een dergelijk spreekuur. Hoe zorgen we ervoor dat IM een structureel onderdeel wordt van de reguliere zorg in Nederland?

Mindfulness in de zorg: allesbehalve zweverig

“Zorg goed voor jezelf. Er is er maar één van.” Dat zei een patiënt ooit tegen longarts Miep van der Drift. Ze weet als geen ander: mindfulness is niet alleen voor patiënten, maar ook voor zorgverleners. Ze geeft tips voor kleine veranderingen met een grote impact.

Medicatie vaak te lang voortgezet na ontslag uit ziekenhuis

Veel patiënten gebruiken in ziekenhuizen voorgeschreven opiaten, benzodiazepines en antipsychotica nog langdurig na ontslag, aldus Judith de Ruijter. “We geven artsen de tip om, als ze bij ontslag nieuwe medicatie voorschrijven, al meteen na te denken over stoppen.”