DOQ

Gynaecoloog dr. Boss schrijft over zijn praktijkervaringen: “‘Ik hoop dat je heel gelukkig wordt en me kunt vergeven”, fluisterde ze’

Gynaecoloog dr. Erik Boss uit het Maxima Medisch Centrum schrijft over de mooie maar ook verdrietige dingen die hij meemaakt in zijn gynaecologenpraktijk. Deze verhalen zijn gebundeld in ‘Gyn & Ongyn, wonderlijke belevenissen van een gynaecoloog’. Als voorproefje publiceert DOQ drie van zijn verhalen. Dit eerste verhaal gaat over een trieste zwangerschap.

Gynaecoloog dr. Erik Boss

Van een Afstand

Redelijk zelfverzekerd kwam ze de volle wachtkamer binnen. Een jonge, blondgekrulde vrouw met een krachtige maar toch ook haast kwetsbare uitstraling. Je moest goed kijken om te zien dat er in haar buik een bijna voldragen zwanger- schap zat. Het was niet haar eerste zwangerschap. Ze was al eerder bevallen en reeds moeder van een bijna vier jaar oud jongetje. Bij de zwangerschapscontroles was ze altijd keurig op tijd. Ondanks het feit dat ze anderhalf uur moest rijden in een vaak stinkende volgepropte bus en trein.

Ze doodde de tijd in de met oranje plastic klapstoeltjes uitgedoste wachtkamer meestal met het verveeld doorbladeren van een van de altijd net iets verouderde tijdschriften die daar lagen. Tijdens de controles trof ze zelden hetzelfde doktersgezicht als de keer ervoor. Ze vroeg altijd naar de waarden van de bloeddruk en de groei van de buik. Ja, alles ging naar wens deze tweede zwangerschap. Alles, op iets wezenlijks na. Ze wist één ding zeker, er was geen twijfel.

De dagen werden korter terwijl de zwangerschapsweken vorderden. Hoewel ze zoveel mogelijk haar dagelijkse leven probeerde te leven, begon het schoppende wezentje in haar buik steeds duidelijker en vaker haar aandacht te vragen. Of ze dat nu wilde of niet. Heel af en toe praatte ze tegen de opbollende buik, die ze onder net iets te ruime kleding probeerde te verbergen, zonder duidelijke emotie en op een bijna zakelijke toon.

De dag van de bevalling naderde en ze was er klaar voor. Het was als een operatie die ze moest ondergaan, waarbij ze geholpen ging worden aan iets in haar lichaam dat er niet had horen te zitten. De tas in de gang stond klaar met daarin een verkreukeld puzzelboekje, waarvan ze bij het inpakken al wist dat ze er niets mee ging doen. Verder haar blauwe satijnen pyjama die ze het jaar daarvoor onder de kerstboom had gevonden en een toilettas met een paar noodzakelijke dingen. Niet veel; lang zou ze niet weg zijn.

De bevalling verliep zonder problemen: ze pufte, ontsloot en perste wanneer haar gevraagd werd. Het ontging mij niet dat de ervaren verpleegkundige met de korte witte sokjes en de net iets te rode lippen haar af en toe wat meelijwekkend aankeek. De patiënte merkte dat ook, maar negeerde het en concentreerde zich zoveel mogelijk op de weeën die zich inmiddels om de twee minuten aandienden. Er was gedurende de hele bevalling geen enkel teken van verlies van controle bij haar te bespeuren. Toen de klus geklaard was wierp ze wat verwonderd een blik op de kleine, natte en bloederige dochter die ze net had gekregen. Ze legde de naar beneden getrapte dekens weer over zichzelf heen. De verpleegkundige vroeg ze om een glas appelsap, thee en iets te eten. Nogmaals keek ze naar de wat knorrende geluiden makende baby, die verder rustig in een bedje op nog geen meter afstand van haar aan het felle licht leek te wennen.

Ze draaide zich iets om, richting de inmiddels bijna slapende baby. Met een korte beweging trok ze het bedje een beetje naar zich toe en gaf een bijna reflexmatige kus op het met een wit katoenen mutsje bedekte voorhoofd.

De verpleegkundige stond op dat moment met de rug naar haar patiënte, terwijl ze de laatste notities in het dossier maakte over het geringe bloedverlies tijdens de bevalling en het gewicht van het kind. Wij hoorden hoe de jonge moeder heel zachtjes, bijna fluisterend, tegen de baby sprak.

‘Sorry hoor, maar ik kan niet anders. Ik hoop dat je heel gelukkig gaat worden en een geweldig leven krijgt en me kunt vergeven’.

Met korte en net iets te snelle passen haastte de verpleegkundige zich de verloskamer uit, op zoek naar appelsap, thee en iets te eten. En ik? Ik was opgelucht dat ik op dat moment de kamer kortdurend kon verlaten.

Sommige situaties zullen nu eenmaal nooit wennen, hoe lang je ook in dit vak werkt.

Dit verhaal komt uit het boek ‘Gyn & Ongyn, wonderlijke belevenissen van een gynaecoloog’, geschreven door gynaecoloog dr. Erik Boss, Maxima Medisch Centrum. Uitgeverij Ambilicious, prijs 14,95

Auteur: gynaecoloog, dr. Erik Boss, Maxima Medisch Centrum

Over gynaecoloog Erik Boss
Erik Boss (1967) twijfelde tijdens zijn schooljaren tussen een loopbaan in de journalistiek of in de geneeskunde. Het werd de laatste. Ondanks zijn grote passie voor het vak gynaecologie bleef schrijven zijn tweede liefde. Zo schrijft hij een medische column voor het weekblad Privé. Gyn & Ongyn is zijn debuut als auteur van korte verhalen


Waar gaat ‘Gyn & Ongyn” over?
Een gynaecoloog is dagelijks zeer intiem betrokken bij zowel het begin als het einde van het leven en alles wat daartussen zit. De veelzijdigheid van het vak maakt dat een gynaecoloog in vreemde, ontroerende, vrolijke, bizarre, zenuwslopende en intens verdrietige situaties terechtkomt. Deze verzameling waargebeurde verhalen uit de dagelijkse praktijk geeft op luchtige, maar ook indringende wijze met een lach en een traan een kijkje achter de schermen van het bijzondere leven van een gynaecoloog.

 

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Limburgse apotheek wil chronisch gebruik slaap­medi­catie voorkomen

Apotheker Waan Yasen startte in samenwerking met huisartsen en de gemeente Reuver een project om chronisch gebruik van slaapmedicatie te voorkomen. “We willen patiënten bewust maken van de risico’s. Een alternatief voor medicatie is bijvoorbeeld slaaptherapie.”

‘Zorg dat je digitaal geletterd blijft’

Maartje Schermer deelt enkele ethische vraagstukken die spelen bij technologische ontwikkelingen in de zorg, zoals AI. “Wees er niet bang voor, probeer het uit, en vooral: blijf je er vragen bij stellen. Want één ding is zeker: dit gaat niet meer weg.”

‘Het is belangrijk om de hele mens te zien als arts’

Geïnspireerd door haar eigen leven verkent Machteld Huber inzichten en praktische handvatten over de laatste levensfase onder de titel ‘De laatste 1000 dagen’. “Artsen richten zich vaak puur op het fysieke, terwijl de mens een combinatie is van lichaam en geest.”

Ook medisch specialisten kunnen Bloeizones inzetten

Dyane Stolwijk-Woudstra wil medisch specialisten inspireren om Bloeizones door te zetten naar de tweedelijnszorg. “Het gaat er niet om dat je een probleem signaleert en dat ook meteen moet oplossen, maar maak het bespreekbaar, daar gaat het om!”

Casus: man met hinderlijk nachtplassen

Een 67-jarige man bezoekt uw spreekuur met al langer bestaande hinderlijke klachten van nycturie. De ochtendplas niet meegerekend moet hij er zeker drie keer per nacht uit, maar ook wel vaker. Wat is uw diagnose?

Casus: jongen met klachten na operatie keelamandelen

Op de dienstpost verschijnt de 6-jarige Daan, die afgelopen woensdag is geopereerd aan zijn keelamandelen. Hij wil niet drinken, heeft keelpijn, ruikt naar uit zijn mond, is hangerig en heeft witte plekken achter in de mond. Wat is uw diagnose?

Geneeskunde­­student­en krijgen bijsluiter bij AI

Eerstejaars studenten geneeskunde in Leiden krijgen les in de betekenis van AI en medische technologie. Marcel Haas probeert de studenten te laten nadenken over hun rol als arts in de toekomst. “Hoe kunnen artsen technologie inzetten in het contact met patiënten?”

‘Ergo­therapie is het meest bewaarde geheim in de gezond­heids­zorg’

De meerwaarde van ergotherapie in de eerste lijn is bij veel artsen onbekend, terwijl het vak hen juist helpt om zorg dicht bij huis te kunnen bieden, vertelt Lucelle van de Ven. “De paramedische zorg in de eerste lijn moet groeien, dus ook de ergotherapie.”

Winst in levensjaren met persoonlijke aanpak bijwerk­ingen immuun­therapie

De onderzoeksgroep van Karijn Suijkerbuijk ontdekte dat prednison het effect van immuuntherapie bij kanker onderdrukt. Prednison is vaak nodig voor de bijwerkingen, maar zou persoonlijker ingezet moeten worden. “Mijns inziens moet de richtlijn worden aangepast.”

‘Wil je het komende jaar zwanger worden?’

De vraag ‘Wil je het komend jaar zwanger worden?’ zou veel vaker gesteld moeten worden door álle hulpverleners, stelt Annemarie Mulders. “Gezond zwanger worden begint bij bewustwording en kennis over het belang van de periode vóór de zwangerschap.”


0
Laat een reactie achterx