Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Hoe verandert de rol van arts door robotisering en AI?
Artsen moeten in 2040 goed toegerust zijn voor zorgverlening die voor een flink gedeelte wordt bepaald door technologieën als robotisering en artificiële intelligentie (AI). Dat vindt de KNMG die daarom een bijzondere leerstoel aan het Amsterdam UMC in het leven heeft geroepen: Recht, zorgtechnologie en geneeskunde. Deze wordt – per 1 mei – bekleed door gezondheidsjurist Corrette Ploem. “Deze technologieën waaien niet over. Artsen doen er dus goed aan mee te discussiëren over hun toekomstige verantwoordelijkheden.”
Een patiënt meldt zich in het ziekenhuis en bouwt gaandeweg een vertrouwensband op met de dokter. Dan vertelt de arts dat technologie verantwoordelijk is voor een groot gedeelte van de diagnostiek en de behandelingskeuze. Met nadere vragen kan de patiënt zich het best wenden tot de producent. Met een fictieve casus schetst Corrette Ploem de aanleiding voor haar leerstoel: wat zijn de consequenties van nieuwe technologieën voor de verantwoordelijkheden van de arts én de rechten van de patiënt? Wat is wel en niet wenselijk en hoe is het wettelijk geregeld?
Anticiperen
Ploem vervolgt: “De KNMG ziet nieuwe technologische ontwikkelingen op de arts afkomen. Zaken die binnen 20 jaar aanwezig zijn in de spreekkamer. Zoals we nu bijvoorbeeld soms al bij onze bank of internetprovider met een computersysteem spreken, zo zijn er straks ook conversational agents voor de patiënt. Denk verder aan kunstmatige intelligentie, die menselijke intelligentie gaat aanvullen of zelfs overtroeven, zodat de behandeling nog beter en persoonsgerichter wordt. De KNMG wil antwoorden hebben op vragen die dit met zich meebrengt en ook anticiperen op de ontwikkelingen. Mijn leerstoel is bedoeld om hieraan bij te dragen, met het recht als belangrijkste invalshoek.”
“Is bij een foute diagnosestelling arts of technologie verantwoordelijk?”
Gezondheidsjurist Corrette Ploem
Black box
Een voorbeeld van zo’n toekomstige vraag is: kan de arts het volledige diagnostische proces overlaten aan technologie? Vormt hij straks niet langer een klinisch beeld aan de hand van patiëntinformatie die hij zelf heeft vastgelegd? Of zal de arts zelfs die rol niet meer hoeven te vervullen, omdat dergelijke handelingen dan ook zijn overgenomen door technologie? En in het verlengde daarvan: is bij een foute diagnosestelling arts of technologie verantwoordelijk? Ploem: “Stel, er is een artsenrichtlijn die zegt dat je het beslissingsondersteuningssysteem kunt volgen. Het systeem is weliswaar gevoed met heel veel data en medische kennis, maar het is niet helemaal duidelijk hóe de diagnose precies tot stand komt. Dat is als het ware een black box. Kun of wil je dan als arts nog wel verantwoordelijkheid dragen voor de diagnose?”
Verantwoorde zorginnovatie
Ploem is, verdeeld over twee perioden, ruim twintig jaar werkzaam als gezondheidsjurist in eerst het AMC en nu het Amsterdam UMC. “Essentieel onderdeel van mijn leerstoel is de invalshoek van wat ‘verantwoord maatschappelijk innoveren’ wordt genoemd. Ik deed en doe onderzoek op dit gebied binnen de gezondheidszorg. In het kader van deze leerstoel ga ik dat uiteraard voortzetten. Hetzelfde geldt voor onderwijs aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de UvA en het Amsterdam UMC.”
“Hoe kun je zorgtechnologie invoeren met inachtneming van de zorgpraktijk en de juridische, ethische en maatschappelijke context daarvan?”
Dialoog met samenleving
Wat verstaat Ploem onder verantwoord maatschappelijk innoveren? “Bij de ontwikkeling van zorgtechnologie is een cruciale vraag: hoe kun je die maatschappelijk verantwoord invoeren, dat wil zeggen met inachtneming van de zorgpraktijk en de juridische, ethische en maatschappelijke context daarvan? Bij dat laatste is ook de dialoog met de samenleving van belang. Zoveel mogelijk partijen moeten bij een nieuwe ontwikkeling inbreng kunnen hebben. Methoden hiervoor zijn bijvoorbeeld interviews en focusgroepen met onder meer zorgverleners en vertegenwoordigers van patiëntenverenigingen. Denk ook aan publieksdialogen.”
“Ik hoop bij te dragen aan richtlijnen waarmee artsen, die een steeds complexer vak moeten uitoefenen, goed uit de voeten kunnen”
Lacunes in wetgeving
Ze vervolgt: “Onderdeel van onderzoek gericht op maatschappelijk verantwoord innoveren is ook de vraag of innovaties in de bestaande juridische kaders passen. Vooral daar kan ik als gezondheidsjurist van toegevoegde waarde zijn. Ik hoop onder meer knelpunten en lacunes in wetgeving te kunnen aangeven en te kunnen meedenken over modernisering van wetgeving. En last but not least: er moet altijd een vertaalslag zijn van wet naar de praktijk. Hier spelen protocollen, richtlijnen en gedragscodes van beroepsorganisaties een cruciale rol. Sterker nog: de zorgpraktijk kán niet zonder heldere en goed werkbare zelfregulering door medisch-wetenschappelijke verenigingen. Ik hoop ook bij te dragen aan richtlijnen waarmee artsen, die een steeds complexer vak moeten uitoefenen, goed uit de voeten kunnen.”
“Sta open voor discussie over je verantwoordelijkheden in een veranderende wereld”
Niet van voorbijgaande aard
Ploems boodschap aan artsen is dat robotisering, kunstmatige intelligentie en andere nieuwe technologieën niet van voorbijgaande aard zijn. “Ze zijn er al en ze zullen toenemen in aantal en invloed. Sta open voor de discussie over je verantwoordelijkheden in een veranderende wereld.”