DOQ

Hoe verminder je onjuist medicatie­gebruik bij ouderen?

Een eenmalige medicatiebeoordeling bij opname in het ziekenhuis lijkt onvoldoende te zijn om het risico op een nieuwe ziekenhuisopname als gevolg van onjuist medicatiegebruik te verminderen. Dat is een van de conclusies die dr. Bastiaan Sallevelt, ziekenhuisapotheker in het UMC Utrecht, trekt naar aanleiding van zijn promotieonderzoek. “Wel leidde medicatiebeoordeling tot een afname van onjuist geneesmiddelgebruik, dat bij 86% van de onderzochte ouderen voorkwam. Herhaalde medicatie-interventies zijn nodig en het ideaal is om de medicatie steeds bij te stellen waar nodig.”

“Ongeveer 10-30% van de ziekenhuisopnames bij ouderen in Nederland hangt samen met geneesmiddelengebruik, de helft daarvan is potentieel vermijdbaar”, aldus Sallevelt. “De afgelopen jaren tonen een sterke stijging: van 39.000 in 2008 naar 49.000 in 2013. Bij ouderen is het risico op een geneesmiddel-gerelateerde ziekenhuisopname viermaal hoger dan bij 65-minners”, zegt Sallevelt. In zijn promotieonderzoek onderzocht hij of een medicatiebeoordeling bij opname kan voorkomen dat ouderen na ontslag opnieuw in het ziekenhuis terechtkomen door onjuist medicatiegebruik. Hij kon daarbij aansluiten bij een internationaal samenwerkingsverband van ziekenhuizen uit Ierland, België, Zwitserland en Nederland, waarin ook het UMC Utrecht participeert.

“Bij ouderen is het risico op een geneesmiddel-gerelateerde ziekenhuisopname viermaal hoger dan bij 65-minners”

Ziekenhuisapotheker dr. Bastiaan Sallevelt

OPERAM-studie

Deze vier landen deden gezamenlijk onderzoek, de OPERAM-studie, waarvan de resultaten ook zijn weergegeven in het promotieonderzoek van Sallevelt. OPERAM staat voor ‘OPtimising thERapy to prevent Avoidable hospital admissions in the Multimorbid elderly. “Aan dit onderzoek deden ruim 2.000 mensen van 70 jaar en ouder mee die in het ziekenhuis werden opgenomen. Bij hen was sprake van multimorbiditeit – drie of meer chronische aandoeningen – en polyfarmacie – chronisch gebruik van vijf geneesmiddelen of meer. De helft van de deelnemers ontving een medicatiebeoordeling uitgevoerd door een arts en een apotheker. De controlegroep ontving ‘usual care’.  Uit de medicatiebeoordelingen bij opname bleek dat bij 86% van de mensen er sprake was van een of meerdere vormen van onjuist medicatiegebruik. Denk aan verkeerde doseringen of geneesmiddelen die patiënten gebruikten terwijl ze daar geen indicatie (meer) voor hadden.

Advies aanpassing medicatie

Bij de uitvoering van de medicatiebeoordelingen vond een uitgebreid gesprek plaats met de patiënten over hun ervaringen met en opvattingen over geneesmiddelen. Ook werden alle relevante gegevens, zoals bloedwaarden, gewicht, nier- en leverfunctie meegenomen. Al deze data werden ingevoerd in een beslissingsondersteunend computermodel, met daarin onder meer de STOPP/START-criteria* als beslishulp. Vaak werd een concreet advies geformuleerd voor aanpassing in de medicatie, vertelt Sallevelt. “Hiervan maakten wij een rapport dat we bespraken met de zaalarts en patiënt. Ook de huisarts ontving dit rapport. Bij 62% van hen waren na twee maanden een of meer aanbevelingen uitgevoerd om medicatie te staken of juist te starten. Stoppen met een geneesmiddel zonder duidelijke indicatie was het meest gegeven advies. 52% hiervan was na twee maanden uitgevoerd.”

“De vraag die overblijft is: hoe kunnen we medicatiebeoordelingen zo effectief mogelijk inzetten?”

Niet-significant

De vraag achter het onderzoek was of deze gestructureerde medicatiebeoordelingen en de daaruit volgende interventies zouden leiden tot minder nieuwe ziekenhuisopnames als gevolg van onjuist medicatiegebruik. “We keken of de patiënten uit de studie binnen een jaar na ontslag opnieuw in het ziekenhuis werden opgenomen. Een onafhankelijk team beoordeelde of de heropname inderdaad een gevolg was van incorrect medicatiegebruik.”
Na analyse van de studieresultaten bleek dat de medicatie-interventies niet leidden tot een statistisch significante afname van het aantal heropnames wegens onjuist medicatiegebruik. Ongeveer 20% van zowel de interventie- als de controlegroep had een geneesmiddelgerelateerde heropname, waarvan 40% potentieel vermijdbaar was. “Een niet-significant effect betekent wat mij betreft niet dat we moeten stoppen met medicatiebeoordelingen; onjuist medicatiegebruik bij ouderen komt nog vaak voor. De vraag die overblijft is: hoe kunnen we medicatiebeoordelingen zo effectief mogelijk inzetten?”

“Bij elke wijziging in de medische situatie zou het medicatiegebruik opnieuw moeten worden geëvalueerd”

Eenmalige medicatiebeoordeling onvoldoende

Bij ongeveer de helft van de ouderen die als gevolg van onjuist medicatiegebruik binnen een jaar opnieuw werden opgenomen in het ziekenhuis, bleek er een wijziging in de situatie te zijn opgetreden ná de medicatiebeoordeling. “Denk aan een verminderde nierfunctie, waardoor bijwerkingen sterker naar voren kunnen komen, of een doseringsaanpassing. In deze gevallen was onjuist medicatiegebruik dus niet gedetecteerd tijdens de eenmalige medicatiebeoordeling in het ziekenhuis. Dat is een van de verklaringen waarom we uiteindelijk geen significant effect van de interventie op medicatiegerelateerde heropnames konden vinden. Het moment waarop de medicatiebeoordeling plaatsvindt, speelt dus een belangrijke rol. Ook was de implementatie van de medicatieadviezen beperkt. Het effect van een eenmalige beoordeling lijkt in de tijd niet te persisteren. Bij elke wijziging in de medische situatie zou het medicatiegebruik opnieuw moeten worden geëvalueerd. Verbetering van de communicatie tussen arts, apotheker en patiënt zou kunnen leiden tot vaker opvolgen van de medicatie-adviezen. Dit komt onder andere aan de orde in de studie ‘Less Is More: Optimized pharmacotherapy with improved coNtinuity of CarE in hospitaLized oLder peOple (LIMONCELLO)’. Deze start in 2023 in 16 Nederlandse ziekenhuizen.”

Referenties:

  1. STOPP/START-criteria
  2. Proefschrift dr. Bastiaan Sallevelt: ‘Medication optimisation in hospitalised older people with polypharmacy and multimorbidity’ (20 oktober 2022)
  3. Resultaten OPERAM-studie: British Medical Journal [BMJ 2021;374:n1585].
Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Een medifoor gebruiken in medische gesprekken: zeven tips

Een medifoor is een getekende metafoor die helpt bij het eenvoudig uitleggen van medische begrippen. Charlie Obihara is initiatiefnemer van het Medifoor platform en legt uit hoe ze te gebruiken. “Ook voor volwassenen is het goed om de informatie juist te verpakken.”

Casus: man met koorts, malaise en huiduitslag

Een 36-jarige man heeft klachten van koorts, malaise en huiduitslag. Hij is 3 weken geleden teruggekeerd van een vakantie naar Bangkok. Wat is uw diagnose?

Spraakherkenning zorgt voor minder administratielast

Spraakherkenning leidt tot snelle, efficiënte dossiervoering voor de arts. Harm Wesseling legt uit hoe dit in de praktijk wordt gebruikt en welke winst er behaald kan worden. “Artsen kunnen eerder hun rapportage afronden. Dat hoeven ze dan niet ’s avonds nog te doen.”

Verlies­sensitief werken in de zorg

Artsen: herken en erken verlies bij de patiënten, stelt Herman de Mönnink. Hiermee kunnen leed en complicaties worden voorkomen. “Op het moment dat je ruimte neemt voor je eigen emotionele werkstress, kun je ook ruimte nemen voor de kant van de patiënt.”

Casus: patiënt met pijnlijke oorschelp en gewrichtsklachten

Dit is de tweede keer dat u deze 32-jarige patiënt ziet met dezelfde klacht. Vandaag gaat de pijnlijke rechter oorschelp ook gepaard met gewrichtsklachten. Het gehoor is goed en patiënt heeft geen neusobstructie of een inspiratoire stridor. Er is geen trauma in de anamnese. Wat is uw diagnose?

Casus: man met buikklachten en veranderd defecatiepatroon

Een man wordt gestuurd naar de polikliniek in verband met geleidelijk toenemende buikklachten met een verandering van het defecatiepatroon. Wat is uw diagnose?

AI-gestuurd model verbetert doorstroom

Esther Janssen ontwikkelde een AI-gestuurd model dat voor de operatie al voorspellingen doet over het ontslagmoment van een patiënt en de benodigde nazorg, en zo de doorstroom te verbeteren. “Hiermee kun je eerder schakelen, door nazorgpartners te benaderen.”

SPAT voor allergietesten

Senne Gorris bedacht de SPAT: een automatische machine die alle allergiekrasjes in een keer zet. Dit maakt de testen betrouwbaarder en sneller. “De resultaten zijn na een kwartier bekend en overal waar de SPAT wordt gebruikt zijn de testen en dus de uitslagen gelijk.”

Machte­loosheid drijft artsen tot ‘medische gas­lighting’

De uitdrukking ‘medische gaslighting’ popt steeds vaker op in discussies onder ontevreden patiënten en in de medische wereld zelf. Marlies van Hemert legt uit wat dit betekent en hoe om te gaan met de patiënt als een diagnose uitblijft. “Bescheidenheid helpt.”

Casus: patiënt met probleem bij uitsteken tong

Uw 24-jarige ietwat schuchtere patiënt 'steekt' zijn tong direct naar u uit als u vraagt wat u voor hem kan doen. Daarna vervolgt hij dat hij maar één probleem heeft... Wat is uw diagnose?


0
Laat een reactie achterx