Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Hoogleraar-huisarts Cals: ‘De beste remedie tegen het coronavirus? Fysieke distantie en een minimale dosis sociale media’
Veel zorgprofessionals zijn momenteel druk met het organiseren van digitaal onderwijs of het combineren van wetenschappelijk onderzoek met de zorg voor kleine kinderen. Maar sommige zorgprofessionals opereren deze dagen letterlijk in de frontlinie. Zo ook hoogleraar Huisartsengeneeskunde Jochen Cals van de Universiteit Maastricht. Cals is tevens praktijkvoerend huisarts in Sittard, een stad die te kampen heeft met relatief veel coronabesmettingen. Hoe beleeft hij deze bijzondere tijd?
“Wat we momenteel meemaken is ongekend. Ik heb het nooit eerder gezien, en geen enkele collega die ik erover spreek heeft het ooit eerder meegemaakt. Sittard is helaas een donkerpaarse vlek op de RIVM-kaart die dagelijks toont hoeveel bevestigde COVID-19 gevallen er in Nederland zijn vastgesteld. Gezien de uitbraak in de Duitse regio Heinsberg – vlak over de grens bij Sittard – is dat niet verwonderlijk, denk ik. Veel van onze patiënten gaan daar boodschappen doen, uit eten, en vierden er ook carnaval.”
“We zijn dus nu eigenlijk ook al bezig met coronagerelateerde palliatieve zorg”
“In Sittard werden de eerste patiënten gezien in een van de verzorgingshuizen, daarna ging het heel snel qua aantal besmettingen. De maatregelen die we nemen verschillen bijna per dag. Zo hebben we alle chronische zorg, denk aan bloeddruk- en suikercontroles, stilgezet. Alle contacten met patiënten gaan in eerste instantie telefonisch, dan maken we een inschatting of iemand echt gezien moet worden. Als iemand voor luchtwegklachten of koorts beoordeeld moet worden dan zien we die aan het einde van de dag; in een speciale kamer, met het volledige pakket aan persoonlijke beschermingsmaatregelen. Dus mondmasker op, beschermingsbril en van top tot teen ingepakt. We controleren de klinische parameters, zoals temperatuur en zuurstofgehalte, prikken eventueel een infectiewaarde. Patiënten die te kortademig worden gaan naar het ziekenhuis. Ik kan geen details geven, maar ook mijn praktijk heeft al patiënten met bevestigde COVID-19 die inmiddels op de Intensive Care (IC) liggen. We komen langzamerhand ook in nieuwe situaties terecht. Bijvoorbeeld patiënten die vanwege leeftijd en onderliggend lijden niet meer opgenomen willen worden in het ziekenhuis. Dan wil je echter wel goede zorg leveren richting het einde, maar ondertussen kun je dat alleen doen als je als dokter en thuiszorgmedewerker steeds alle persoonlijke beschermingsmaatregelen kunt nemen. Zo zijn we dus nu eigenlijk ook al bezig met coronagerelateerde palliatieve zorg.”
Hoeveel tijd kun jij als praktiserend huisarts nog besteden aan jouw werk als hoogleraar?
“We hebben als huisartsen met elkaar en met ons personeel afgesproken dat iedereen zijn normale dagen in de praktijk is. Want ondanks het geweldige teamwork en aanbod van iedereen om meer te komen werken, moeten we ook zuinig op elkaar zijn. Dit kan weleens een lange tijd gaan duren, en we moeten onze energie niet meteen helemaal verbranden. Verder moeten we ook voorbereid zijn om ziekte onder collega’s op te vangen. Dus deze weken werk ik op dinsdag en vrijdag thuis, en de andere dagen in de praktijk, zoals altijd. Ik merk wel dat mijn ‘coronawerkgeheugen’ de hele dag op de achtergrond doordraait. Vanaf deze week hebben we verder opgeschaald en zien we nu ook overdag patiënten met enige verdenking op corona niet meer in de eigen praktijk. Dat gebeurt op een aparte locatie in de regio. Dan komen er dus diensten bij voor alle huisartsen. Niemand moppert daarover. Er wordt veel gesproken over sociale distantie houden, maar we zouden dat beter fysieke distantie kunnen noemen. Want er is dezer dagen gelukkig juist heel veel sociale cohesie, ook in onze beroepsgroep.”
“Wel ben ik echt geroerd door de inzet van onze studenten. Een van de studenten die haar wetenschapsstage bij ons doet, helpt nu mee op de huisartsenpost”
Kunnen alle studies van jouw onderzoeksgroep nog doorgang vinden?
“Je merkt dat heel veel stil komt te liggen qua overleg en planning. Mijn groep verricht vooral toegepast klinisch onderzoek. Ik denk dat bijvoorbeeld de voorbereiding van een klinische studie naar chlamydia diagnostiek in de huisartsenpraktijk vertraging gaat oplopen. Want daarvoor hebben we de huisartsen en microbiologen nodig. Die zijn nu met hele andere zaken bezig, en dat is prima. We doen ook redelijk wat onderzoek naar infectieziekten. Samen met een collega-hoogleraar uit Nijmegen zijn we nog bezig geweest met een onderzoeksplan rond het coronavirus, maar aanvraag en uitrol op zo’n korte termijn bleken helaas niet haalbaar. Wel ben ik echt geroerd door de inzet van onze studenten. Een van de studenten die haar wetenschapsstage bij ons doet, helpt nu mee op de huisartsenpost. Dat is echt top! Verder zijn de coschappen natuurlijk stopgezet. Enkelen van die geneeskundestudenten hebben een fantastisch initiatief opgezet om studenten te koppelen aan artsen of UM-medewerkers. De studenten willen helpen door bijvoorbeeld op te passen op de kinderen, zodat je je werk kunt blijven doen (zie https://studentenoppas.wordpress.com). Afgelopen vrijdag hebben we kennis gemaakt met een van de studenten. Een geweldig initiatief, en zo zie je er meerdere…”
Hoe verwacht jij, op basis van wat jij tot nog toe ziet gebeuren in de praktijk, dat de situatie zich de komende weken verder zal ontwikkelen in Zuid-Limburg?
“Ik geef hier bewust geen antwoord op. Mijn collega Joost Zaat schreef in De Volkskrant een treffende column over de information overload rond de pandemie in de (sociale) media. Zijn laatste zinnen: ‘Advies voor dokters: vergeet Twitter en Facebook en kijk op de NHG-site. Goed advies voor patiënten: vergeet Facebook en kijk op thuisarts.nl. Nog beter advies van mij aan ondeskundige deskundigen: ga iets anders doen. Voor mijn part pimpampetten, puzzelen of porno kijken. In Italië is dat laatste tegenwoordig gratis.’”