DOQ

Hoogleraar orthopedie prof. dr. Zadpoor wil bacteriën op orthopedische implantaten doden met kleine mesjes

Infecties van orthopedische implantaten zijn moeilijk te behandelen met antibiotica. Daarom werkt prof. dr. Amir Zadpoor aan alternatieve manieren om implantaat-gerelateerde infecties te voorkomen en behandelen. Zadpoor is vanaf mei 2020 benoemd tot Leidse hoogleraar Orthopedie, in het bijzonder orthopedische implantaten.

Zadpoor is al hoogleraar aan de TU Delft en werkt al bijna 10 jaar samen met het LUMC. “De laatste jaren heeft er een natuurlijke fusie van mijn activiteiten in Delft en het onderzoek van de afdeling Orthopedie van het LUMC plaatsgevonden. Nu is de samenwerking geformaliseerd.” 

Hoogleraar orthopedie prof. dr. Zadpoor

Alternatief voor antibiotica

Het onderzoek van Zadpoor binnen de afdeling Orthopedie zal zich focussen op het ontwikkelen van nieuwe implantaten en de vervanging van antibioticagebruik voor de behandeling van implantaat-gerelateerde infecties. 

“Een groot probleem van orthopedische implantaten is dat infecties zich makkelijker voordoen en moeilijker zijn om te behandelen. Dit gebeurt ook bij andere objecten die ‘vreemd’ zijn voor het menselijk lichaam.” Bacteriën die hun weg naar het implantaat hebben gevonden vormen een beschermingslaag, een biofilm. Door deze laag kunnen antibiotica niet bij de bacteriën komen.  Een oplossing zou zijn om de antibioticadosis te verhogen, maar omdat je dan een 1000 maal hogere concentratie nodig hebt is dit geen optie. Zadpoor werkt aan alternatieve manieren om bacteriën op implantaten te doden. “We hebben een nanopatroon ontwikkeld die de implantaat bedekt. Dit patroon bestaat uit hele kleine mespuntjes die de bacteriën fysiek doden. Dat ziet er best wreed uit onder de microscoop.” 

Origami

Dit nanopatroon kan alleen worden aangebracht op een plat oppervlak en niet op een botvormig implantaat. Daarom werken Zadpoor en zijn team samen met het LUMC om 4D printen toe te passen. “Het is eigenlijk heel simpel”, legt Zadpoor uit, “je 3D print een vlak object. Dan breng je het nanopatroon aan en leer je dit object om zijn vorm te veranderen in een 3D implantaat als reactie op een stimulus, zoals licht of temperatuur. Net als origami.”

Patiënt-specifieke implantaten  

Patiënten kunnen naast infecties ook tegen mechanische problemen aanlopen met hun implantaat. Samen met de afdeling Orthopedie ontwikkelt Zadpoor daarom patiënt-specifieke 3D geprinte implantaten. Deze sluiten beter aan op de anatomie van de patiënt en daardoor gaan ze langer mee. Dit wordt toegepast bij bijvoorbeeld kankerpatiënten die een groot botdeel zijn verloren door een tumor. “Zij hebben vaak niet veel bot meer over om het implantaat aan te bevestigen. Daarnaast is het risico op infecties bij deze patiënten groter omdat ze een verzwakt immuunsysteem hebben. Hierdoor raakt het implantaat eerder los. Door het ontwikkelen van patiënt-specifiek implantaten wordt de levensduur van deze implantaten verlengd.” 


Momenteel werken Zadpoor en zijn team, samen met clinici van het LUMC, aan het ontwikkelen van een beademingsapparaat dat gemaakt kan worden van goedkope en lokaal te verkrijgen onderdelen. Het ontwerp wordt met de rest van de wereld gedeeld om zo het tekort aan beademingsapparatuur tijdens de coronacrisis tegen te gaan.

Bron: LUMC
Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Casus: patiënte met dyspnoe en oedeem in het gelaat

Een 66-jarige vrouw presenteert zich met sinds drie weken progressief verminderde inspanningstolerantie en met name ’s ochtends een zwelling van het gelaat. Overdag verbeteren de klachten deels. Wat is uw diagnose?

Wat je verwacht, voel je: wat zorgverleners kunnen leren van placebo-effecten

Wat patiënten verwachten, beïnvloedt direct hoe zij pijn of bijwerkingen ervaren. Henriët van Middendorp legt uit hoe placebo- en nocebo-effecten werken, en hoe zorgverleners deze bewust en ethisch kunnen inzetten in de praktijk.

Trots op goed werkend meld­systeem voor bijwerk­ingen

Agnes Kant wijst op het belang van meer onderzoek naar bijwerkingen en roept zorgverleners op te blijven melden bij het Bijwerkingenmeldsysteem. “Van 70% van de geneesmiddelen is nog onduidelijk of deze veilig tijdens de zwangerschap gebruikt kunnen worden.”

Wandelend naar een betere gezondheid

Matthijs van der Poel combineert als huisarts en sportliefhebber zorg en beweging. Met stichting Looprecept wandelt hij wekelijks met patiënten – goed voor lijf, hoofd én verbinding. “Het is heel laagdrempelig en dat verklaart denk ik ook het succes.”

De patiënt doet lastig, en dan?

Patiënten met een persoonlijkheidsstoornis kunnen soms veel losmaken, zowel in het behandeltraject als bij de arts. Thom van den Heuvel geeft handvatten voor het omgaan met deze patiëntengroep. “Het contact vraagt meer tijd en legt tegelijk emotionele druk op de arts."

Vind meertalige zorgverleners via ikspreekmeerdan.nl

Als anios in een huisartsenpraktijk in Amsterdam merkte Daan Frehe dat taal voor veel patiënten een barrière vormt voor het krijgen van goede zorg. “Via ikspreekmeerdan.nl kan nu een zorgverlener met een gedeelde taal en cultuur gevonden worden. Dat is enorm waardevol.”

Casus: man met een veranderde vlek op het been

Een 72-jarige man presenteert zich op uw spreekuur met een veranderde plek op het bovenbeen rechts. De vlek is gegroeid en van kleur veranderd. De patiënt heeft een licht huidtype en een voorgeschiedenis van basaalcelcarcinoom. Wat is uw diagnose?

Maak van wachttijd in de ggz hersteltijd: vijf praktische adviezen

Sanne Booij en Christien Slofstra willen af van de stille wachttijd in de ggz. Met hulp van de huisarts kan het herstel al beginnen, nog vóór de intake. “Deze periode hoeft geen verloren tijd te zijn.”

Beteugelen geneesmiddel­prijzen noodzakelijk voor betaalbare zorg

Wilbert Bannenberg strijdt met Stichting Farma ter Verantwoording tegen excessieve geneesmiddelprijzen. Zijn missie: winsten beteugelen om zorg toegankelijk te houden. “Geneesmiddelprijzen moeten beteugeld gaan worden, anders wordt de zorg onbetaalbaar.”

Casus: vrouw met veranderd defecatiepatroon

Een vrouw wordt naar de polikliniek gestuurd in verband met een veranderd defecatiepatroon. Ze heeft wat frequenter dan gebruikelijk ontlasting. Er zijn wat vage buikklachten in de zin van rommelingen en krampen. Ze gebruikt geen medicatie. Wat is uw diagnose?