DOQ

Hoogleraar professor Mearin: ‘Vroeg diagnosticeren van coeliakie: we kunnen echt beter’

Ze is nu zo’n driekwart jaar hoogleraar Kindergeneeskunde bij het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) en heeft als speciale leeropdracht coeliakie. Professor Luisa Mearin maakt zich vanuit die positie hard voor een vroegere diagnose van de aandoening. ‘We móéten wel: coeliakie is tegenwoordig gemakkelijk te diagnosticeren en heel goed te behandelen.’ 

In Nederland heeft naar schatting één procent van de bevolking coeliakie, maar het overgrote deel weet dit niet. “Onderdiagnose is een groot probleem bij deze aandoening”, vertelt hoogleraar Kindergeneeskunde prof. Luisa Mearin. “Binnen mijn specialisme, de kindergeneeskunde, is de schatting dat voor elk kind met de diagnose coeliakie er zeven zijn met een gemiste diagnose. Het niet tijdig herkennen en behandelen van coeliakie kan grote gezondheidsproblemen met zich meebrengen. Niet alleen gastro-intestinaal, maar denk ook aan osteoporose, gewrichtsproblemen, gedragsproblemen en groeiachterstanden.” 

hoogleraar Kindergeneeskunde LUMC Luisa Mearin

Geen patroon 

Volgens professor Mearin denken we in de medische wereld te weinig aan coeliakie, omdat de aandoening geen patroon kent. “Wij artsen denken graag in patronen, maar die zijn er bij coeliakie niet. De valkuil is dat artsen denken: diarree en mager zijn, dát zijn de kenmerken van coeliakie. Denk ook aan a-symptomatische verschijnselen, waarvan ik me overigens afvraag hoe a-symptomatisch die zijn. Buikpijn, ontlastingsproblemen, de eerder genoemde groeiproblemen, gewrichtsproblemen of depressiviteit: coeliakie kan veel uitingsvormen hebben. Ik ben groot voorstander van een landelijke screening op coeliakie: er is voldoende evidence voor dat dit veel gezondheidsklachten kan verhelpen en kosteneffectief kan zijn”, zegt zij. 

Het niet tijdig herkennen en behandelen van coeliakie kan grote gezondheidsproblemen met zich meebrengen” 

Bloedtest 

Was er nog niet zo lang geleden een dunne darmbiopt nodig om de diagnose te kunnen stellen, tegenwoordig kan dat met een bloedtest. Er zijn zelfs sneltests beschikbaar waarmee een eerste stap in het diagnostisch proces te zetten is. “In de regio Kennemerland werk ik mee aan een onderzoeksproject met die sneltest bij de consultatiebureaus. Kinderen die één of meer symptomen hebben van een lijst van tien, geven na toestemming van de ouders een druppeltje bloed af en weten binnen tien minuten of zij mogelijk coeliakie hebben. Als de test afwijkend is, worden de kinderen verder onderzocht in het LUMC om de diagnose definitief te stellen of uit te sluiten. De verwijzingen blijken tot nu toe in meer dan 95 procent van de kinderen terecht en zelfs zeer duidelijk. Zo sporen we twee tot drie kinderen per maand op die aan coeliakie lijden en dat nog niet wisten. Vroegdiagnostiek en behandeling dus; een mooi voorbeeld van secundaire preventie.” 

“Naar schatting zijn er voor elk kind mét de diagnose coeliakie, zeven kinderen met een gemiste diagnose” 

Richtlijnen 

Om de diagnosticering van coeliakie in ons land verder te verbeteren, houdt prof. Mearin zich bezig met richtlijnontwikkeling. “Begin dit jaar is de nieuwe Europese richtlijn voor het diagnosticeren van coeliakie bij kinderen verschenen; daar heb ik aan meegewerkt. Sinds kort zijn we in Nederland bovendien bezig met een nieuwe richtlijn voor coeliakie en glutengerelateerde aandoeningen. Daar ben ik vanuit pediatrisch perspectief bij betrokken. In die nieuwe richtlijn is aandacht voor het stellen van de diagnose, maar ook voor de follow up. Er is namelijk nog weinig consensus over hoe dat moet; hoe frequent moet iemand op controle, wat moet je controleren?” 

“Buikpijn, ontlastingsproblemen, groeiproblemen, gewrichtsproblemen of depressiviteit: coeliakie kan veel uitingsvormen hebben” 

Primaire preventie  

Ook op dit gebied zet Prof. Mearin zich in; ze is ervan overtuigd dat op enig moment in de toekomst primaire preventie van coeliakie mogelijk zal zijn. “Ik coördineer een Europees cohort over preventie van coeliakie, dat nu elf jaar loopt (www.preventcd.com). Zo’n duizend kinderen uit zeven landen doen mee. Het zijn kinderen met een verhoogd risico, omdat hun ouders of broers/zussen coeliakie hebben. In die afgelopen elf jaar hebben we enorm veel klinische gegevens en biologisch materiaal verzameld, van voor en na het ontstaan van coeliakie. Fantastisch om onderzoek mee te doen, bijvoorbeeld over de invloed van infecties op het ontstaan van coeliakie. We kunnen hier veel inzichten mee verkrijgen en op termijn predictiemodellen ontwikkelen. Zo komen we steeds een stapje dichterbij betere vroegsignalering en kwalitatief hoogstaande zorg bij coeliakie.” 

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Casus: patiënte met dyspnoe naar de EHH

Een oudere obese vrouw presenteert zich op de Eerste Hart Hulp vanwege dyspnoe. Die begon twee weken geleden en was aanvankelijk inspanningsgebonden, nu ook bij platliggen. Ze plast nog maar kleine beetjes sinds drie dagen. Wat is uw diagnose?

Casus: patiënt met progressieve inspanningsdyspneu

Een patiënt presenteert zich met progressieve inspanningsdyspneu. Voorheen was hij in staat om zonder klachten te tennissen, nu ervaart hij kortademigheid bij stevig doorwandelen. Er is geen sprake van hoesten, sputumproductie of koorts. Wat is uw diagnose?

Uitgebreid bloedonderzoek met één simpele vingerprik

Capillaire bloedafname via een vingerprik blijkt bij meer dan 30 standaardbepalingen een goed alternatief voor venapunctie, concludeerde Martijn Doeleman. “Patiënten kunnen zelf de vingerprik doen. Gewoon thuis, wanneer het hen uitkomt.”

Cultuur­sensitieve zorg in de praktijk: lessen van Mammarosa

Taal- en cultuurverschillen kunnen de communicatie met zorgverleners flink bemoeilijken. Stichting Mammarosa biedt hierin uitkomst. Samia Kasmi vertelt hoe belangrijk cultuursensitieve communicatie is, en hoe artsen hierin het verschil kunnen maken.

‘Er is een trend naar meer visuele informatie’

“Voor patiënten blijkt de juiste toedieningsroute van een geneesmiddel niet altijd vanzelfsprekend te zijn”, vertellen Yara Mangindaan en Nike Everaarts-de Gruyter. Zij hielpen medicijnpictogrammen te ontwikkelen die ondersteunen bij goed gebruik van geneesmiddelen.

Werkbereidheid bij een crisis niet vanzelf­sprekend

Ziekenhuizen kunnen tijdens een crisis niet blind vertrouwen op hun personeel, concluderen Dennis Barten en Lindsy Engels. Werkbereidheid hangt sterk af van verschillende factoren. “Het is belangrijk om te ontdekken wat nodig is om voor te bereiden op crisissituaties.”

Casus: man met dysfonie­klachten

Een 42-jarige man komt op uw spreekuur met dysfonieklachten, twee maanden geleden ontstaan in een periode van veel hoesten. Aan het einde van de dag worden de klachten erger en het is lastig om een lang gesprek te voeren. Wat is uw diagnose?

Integrale geneeskunde in Nederland: tijd voor de volgende stap

Het spreekuur Integrative Medicine van Ines von Rosenstiel is erg populair en ook in andere ziekenhuizen groeit de belangstelling voor een dergelijk spreekuur. Hoe zorgen we ervoor dat IM een structureel onderdeel wordt van de reguliere zorg in Nederland?

Mindfulness in de zorg: allesbehalve zweverig

“Zorg goed voor jezelf. Er is er maar één van.” Dat zei een patiënt ooit tegen longarts Miep van der Drift. Ze weet als geen ander: mindfulness is niet alleen voor patiënten, maar ook voor zorgverleners. Ze geeft tips voor kleine veranderingen met een grote impact.

Medicatie vaak te lang voortgezet na ontslag uit ziekenhuis

Veel patiënten gebruiken in ziekenhuizen voorgeschreven opiaten, benzodiazepines en antipsychotica nog langdurig na ontslag, aldus Judith de Ruijter. “We geven artsen de tip om, als ze bij ontslag nieuwe medicatie voorschrijven, al meteen na te denken over stoppen.”