Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Prof. dr. Van Gelder: ‘Ik wil wetenschappers ondersteunen op de route van molecuul naar geneesmiddel’
Onderzoekers binnen de academische wereld met elkaar in verbinding brengen. Nieuw geneesmiddelonderzoek initiëren. Zoveel mogelijk innovatieve medicijnen trekken naar de ultieme eindstreep die registratie heet. Dat is in grote lijnen wat prof. dr. Teun van Gelder gaat doen als hoogleraar Drug Discovery & Development in Leiden.
“Per 1 december 2019 ben ik werkzaam als hoogleraar in het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC)”, vertelt prof. dr. Teun van Gelder. “Ik had geluk dat ik daar al drie maanden bezig was voordat de coronacrisis uitbrak. Ik heb daardoor al genoeg mensen gesproken om diverse projecten in gang te kunnen zetten. Met de huidige, vooral digitale, communicatie was dat lastiger geweest.”
Toch nog wat anders
Bij zijn overstap naar het LUMC liet Van Gelder een lange loopbaan in het Erasmus MC in Rotterdam achter zich. “Ik heb daar 31 jaar gewerkt als nefroloog, wat ik combineerde met klinische farmacologie. Vanaf 2010 was ik er ook hoogleraar klinische farmacologie. Ik had het daar prima naar mijn zin, kon alles doen wat ik wilde. Maar toen ik 57 werd – inmiddels ben ik bijna 58 – ging ik nadenken. Met nog ongeveer tien jaar te gaan in mijn werkzame leven vroeg ik me af: blijf ik nog zitten, waar niks mis mee zou zijn, of ga ik toch nog wat anders doen?”
Het werd het laatste toen de kans zich voordeed om hoogleraar Drug Discovery & Development te worden in Leiden. Het LUMC wilde namelijk investeren in geneesmiddelontwikkeling. In het kader van stimuleringsgelden van de Leidse Universiteit voor translational drug discovery & development streefde de universiteit ernaar drie hoogleraren te benoemen in 2020. Dat is inmiddels gebeurd: bij het Leiden Institute for Chemistry (LIC), het Leiden Academic Centre for Drug Research (LACDR) en het LUMC.
“We zien patiënten met polyfarmacie of met ernstige of bijzondere bijwerkingen”
Academic pharma
De laatste post wordt dus inmiddels bekleed door Van Gelder. Hij gaat geneesmiddelontwikkeling binnen de academische wereld stimuleren en begeleiden, oftewel academic pharma.
“Dit is heel wat anders dan wat ik in Rotterdam deed. Ik ben gestopt als nefroloog. Toch blijf ik contact houden met patiënten, want in Leiden hebben we een polikliniek Klinische Farmacologie en we starten binnenkort met een zogeheten farmacofoon, waar consultvragen binnenkomen. Bij deze polikliniek ben ik supervisor. Hier komen patiënten met een bijzonder klinisch-farmacologisch probleem. Bijvoorbeeld patiënten met polyfarmacie of met ernstige of bijzondere bijwerkingen. Behalve aio’s inwendige geneeskunde werken hier ook artsen van andere disciplines, die de opleiding tot klinisch farmacoloog volgen. Ik ben betrokken als supervisor bij grote visites, waarbij aio’s patiënten bespreken. Verder wil ik binnen het specialisme interne geneeskunde een opleiding in de differentiatie tot klinisch farmacoloog opzetten.”
Onderzoek oncologie
Van Gelder gaat zich binnen het kader van academic pharma allereerst richten op verdere uitbouw en stimulering van het onderzoek in Leiden rondom oncologie. Het opbouwen van een clinical research unit is een ander doel. “Ik ga daarbij nauw samenwerken met prof. dr. Sjaak Neefjes, die recent de NWO Spinozapremie won dankzij zijn baanbrekende onderzoek naar nieuwe moleculen voor de behandeling van kanker.”
“De kunst is om de onderzoeken binnen Leidse instituten op elkaar af te stemmen”
Unieke omgeving
Leiden kent een unieke omgeving voor het ontwerpen, ontwikkelen en testen van innovatieve geneesmiddelen, vertelt Van Gelder. “Binnen een afstand van twee kilometer heb je alle expertise bij elkaar die hiervoor nodig is: het LIC, het LACDR, het Centre for Human Drug Research (CHDR), TNO en Leiden Bio Science Park. Maar de kunst is om al dat onderzoek dat binnen deze instituten plaatsvindt op elkaar af te stemmen. Soms hebben onderzoekers mooie resultaten, maar blijft een innovatief idee op de plank liggen omdat het niet verder wordt opgepakt.”
Hij vervolgt: “Mijn rol is om onderzoeken met elkaar te verbinden. Ervoor te zorgen dat onderzoekers, ook van buiten Leiden, op de hoogte zijn van elkaars onderzoek en niet los van elkaar het wiel zitten uit te vinden. Ik wil wetenschappers ondersteunen op de route van molecuul naar geneesmiddel, met als doel registratie van dat geneesmiddel. Hierbij willen we zoveel mogelijk kennis binnen de academie opbouwen, zonder dat hier meteen de farmaceutische industrie bijkomt. Een achterliggende motivatie is ook dat we ontwikkelingskosten kunnen besparen door zoveel mogelijk onderzoek zelf te doen, hopelijk met goedkopere geneesmiddelen als gevolg.”
Financiering
Personeel wordt volgens Van Gelder in eerste instantie gefinancierd vanuit de genoemde stimuleringsgelden. “Maar dat is niet afdoende op de langere termijn. Bij interessante projecten zullen we ook financiering moeten aanvragen bij instituten als KWF, NWO en ZonMw.”
Dat wil niet zeggen dat de farmaceutische industrie totaal niet meer in beeld is. “Soms zullen we geneesmiddelen voor bepaalde zeldzame ziekten in eigen beheer kunnen ontwikkelen, inclusief registratieonderzoek en productie in onze GMP-gecertificeerde (Good Manufacturing Practices, red.) faciliteiten binnen het ziekenhuis. Maar als er uitgebreider onderzoek nodig is en grootschalige productie, dan zou dat kunnen door geneesmiddelmoleculen uit te licentiëren naar farmaceutische bedrijven”, zegt Van Gelder.
“Ik zie het opzetten van een registratietraject ook voor mezelf als een belangrijk leermoment”
Registratiedossier
Een uitdaging waar Van Gelder nog voor staat, is het binnenhalen van expertise rond het opbouwen van registratiedossiers. “Ik ken veel academische onderzoekers, maar slechts weinige die een registratiedossier kunnen schrijven. Het zou mooi zijn als we dat soort kennis kunnen gaan bundelen op nationaal niveau. Ik zie het opzetten van een registratietraject ook voor mezelf als een belangrijk leermoment. Verder wil ik kennis die we met het onderzoek opdoen breed delen.”
Verder in het ontwikkeltraject
Wat wil Van Gelder bereikt hebben voordat hij over tien jaar een punt zet achter zijn carrière? “Dat is een goede vraag. De realiteit is dat veel moleculen geen registratie behalen. Het zou bijzonder zijn als we een of twee moleculen die nu nog helemaal aan het begin van de ontwikkeling staan, over tien jaar geregistreerd zouden hebben. Een realistischer perspectief is dat we dan drie à vier moleculen een stuk verderop hebben gebracht in het ontwikkeltraject. En ook de registratie afgerond hebben van een aantal al bestaande, maar nog niet geregistreerde producten die nu in academische centra worden verstrekt aan patiënten.”