DOQ

Huisarts i.o en onderzoeker Van den Dries: ‘Minder sterfte bij integrale behandeling boezemfibrilleren’

Een 65-plusser met boezemfibrilleren die elk kwartaal een algemene controle ondergaat in de huisartspraktijk en die zich er bovendien meldt voor bloedverdunningscontroles, loopt gemiddeld minder kans te overlijden dan wie reguliere zorg krijgt. Dit blijkt uit promotieonderzoek van Carline van den Dries. Zij is arts-onderzoeker en huisarts in opleiding bij het UMC Utrecht.

Huisarts i.o en onderzoeker Carline van den Dries

Waarover gaat het onderzoek?

“We hebben gekeken of integrale zorg voor patiënten met boezemfibrilleren veilig kan worden georganiseerd in de huisartspraktijk.”

“Wij wilden versnippering van zorg terugbrengen door één aanspreekpunt in de huisartspraktijk te organiseren en patiënten vaker te controleren”

Wat is de aanleiding?

“Deze patiënten zijn vaak op hoge leeftijd en kunnen kwetsbaar zijn. Doorgaans hebben ze meerdere aandoeningen. Daardoor hebben deze patiënten te maken met veel verschillende zorgverleners. Dikwijls gaan ze naar een cardioloog en zien ze medewerkers van de trombosedienst, omdat ze bepaalde bloedverdunners slikken. Verder bezoeken ze de huisarts wanneer ze klachten hebben. Hierdoor kan het soms onduidelijk zijn wie de hoofdbehandelaar is en kan versnippering van zorg optreden. Dat wilden wij terugbrengen door één aanspreekpunt in de huisartspraktijk te organiseren en de patiënten vaker te controleren. Zo moesten ze goed in beeld komen bij de huisartspraktijk en konden ze zo nodig ook onder controle blijven bij de cardioloog.”

“Huisartsen en praktijkondersteuners konden snel schakelen met de trombosedienst en cardiologen als het nodig was in het belang van de patiënt”

Hoe zag de integrale zorg er precies uit?

“Er waren drie onderdelen. Eén: de patiënten kregen elk kwartaal een algemene controle in de huisartsenpraktijk. De praktijkondersteuner deed onder andere een bloeddrukcontrole, besprak de situatie van de patiënt en gaf als het nodig was leefstijladviezen. Voor het tweede onderdeel, de bloedverdunningscontroles, beter bekend als INR-controles, meldden patiënten zich ook in de huisartsenpraktijk. In de reguliere zorg gaan mensen hiervoor naar de trombosedienst. Pluspunt van de huisartspraktijk is dat het doorgaans dichter bij de woning van de patiënt is en dat vaker dezelfde zorgprofessional wordt gezien. Bij aanvang van het onderzoek werden praktijkondersteuners en doktersassistentes getraind. We hebben bijvoorbeeld verteld wat boezemfibrilleren inhoudt en waar je op moet letten tijdens een controle. Het laatste onderdeel van de integrale zorg was nauwe samenwerking tussen de eerste- en tweedelijnszorg. Huisartsen en praktijkondersteuners konden snel schakelen met de trombosedienst en cardiologen als het nodig was in het belang van de patiënt.”

Hoe heb je het effect van integrale zorg onderzocht?

“Door een interventiegroep en controlegroep met elkaar te vergelijken in de regio Zwolle, Hardenberg en Deventer. In vijftien huisartspraktijken, samen goed voor 527 patiënten met boezemfibrilleren die wilden deelnemen, is integrale zorg toegepast. Bij elf andere praktijken, die gezamenlijk 713 geschikte patiënten hadden, gebeurde dit niet. De geïncludeerde patiënten waren minstens 65 jaar oud.”

Wat was het resultaat?

“De patiënten zijn gedurende twee jaar gevolgd. In die periode was het percentage van overlijden 7,4 in de interventiegroep en 13,5 in de controlegroep. Uit de survival analyse bleek dat dit neerkomt op 45 procent minder sterfte in de interventiegroep. Wat vooral opviel, is dat het effect het grootst was voor niet-cardiovasculaire sterfte. Vervolgonderzoek is nodig om na te gaan of integrale zorg ook zo positief uitpakt in andere regio’s en welke factoren verantwoordelijk zijn voor het effect.”

“Mogelijk kun je overlijden – door bijvoorbeeld een longontsteking – voorkomen als je het boezemfibrilleren of het hartfalen beter onder controle hebt”

Hoe verklaar je de gunstige uitwerking van integrale zorg?

“Zoals gezegd: mensen met boezemfibrilleren vormen een kwetsbare groep met vaak veel comorbiditeit. Dankzij de extra aandacht in de huisartspraktijk waren de patiënten uit de interventiegroep beter in beeld. Dat vergrootte de kans dat hartfalen of andere klachten in een vroeg stadium werden gesignaleerd. Het ondersteunt de gedachte dat boezemfibrilleren méér is dan puur een hartritmeprobleem; het kan een uiting zijn van onderliggende kwetsbaarheid en achteruitgang. Mogelijk kun je overlijden door bijvoorbeeld een longontsteking voorkomen als je het boezemfibrilleren of het hartfalen beter onder controle hebt. Bij de kwartaalcontroles werd met een brede blik naar de patiënt gekeken. En bij de INR-controles – die vaker plaatsvonden – werd aan de patiënten gevraagd of zij bijvoorbeeld pijn of koorts hadden: factoren die van invloed zijn op bloedverdunning en van belang zijn in de behandeling van boezemfibrilleren.”

Wat nu?

“Wij denken dat integrale zorg prima op grotere schaal kan worden uitgerold. Het is belangrijk om ook dan te evalueren of het positieve effecten heeft. De zorgverzekeraars zijn aan zet om dit financieel mogelijk te maken.”

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Boek over veilige sedatie toepassen op de SEH moet angst wegnemen

Vier SEH-artsen schreven een boek over veilige sedatie op de SEH. Het is bedoeld als naslagwerk en cursusmateriaal, vertellen Mischa Veen en Daniëlle van Winden. “Uniek is dat de informatie ook gericht is op het voorkomen van traumatische ervaringen voor patiënten.”

‘Wij willen over twintig jaar ook nog huisarts zijn’

Ties Janssen vertelt over het manifest ‘De huisarts van morgen’, waarmee de Lovah de continuïteit van de huisartsenzorg wil veiligstellen. “Al jaren wordt er nagedacht over vergrijzing en personeelstekorten in de zorg, en nog steeds kabbelt het maar voort.”

Casus: 13-jarig meisje met een bloedende moedervlek

Een 13-jarig meisje komt op het spreekuur omdat ze sinds enkele dagen een bloedende moedervlek heeft. De moedervlek zit er al sinds enkele maanden en is snel gegroeid en ook wat boller geworden. Verder geen klachten zoals pijn of jeuk. Wat is uw diagnose?

‘Ik heb medewerkers meegenomen naar waar ze het best op hun plek zijn’

Op de afdeling waar Jacqueline Loonen leiding geeft staat ‘persoonsgericht’ centraal, zowel in de patiëntenzorg als in de organisatie. “De patiënt en zorgverlener zijn samen verantwoordelijk. Iedereen komt vanuit zijn of haar expertise met voorstellen tot verbetering.”

Casus: vrouw met verkoudheid en oorpijn

Patiënte zit verkouden tegenover u met oorpijn links. De verkoudheid bestaat sinds gisteren maar de oorpijn is vannacht begonnen. De otalgie is pijnlijker dan de pijn die zij heeft ervaren bij de bevalling van haar kinderen. Het gehoor is links mogelijk iets minder dan rechts. Zij heeft geen koorts. Wat is uw diagnose?

Mededingings­toezicht biedt veel ruimte voor samen­werking

In ons zorgstelsel is veel ruimte voor samenwerking en netwerkvorming, vertelt Marco Varkevisser. “Veel zorgaanbieders denken dat heel veel niet mag van de ACM, terwijl die de afgelopen jaren heeft laten zien dat er juist veel ruimte is voor samenwerking.”

‘Vergroot herken­baarheid anti­biotica’

Een betere herkenbaarheid van antibiotica kan leiden tot verstandiger gebruik en zo helpen in de strijd tegen de wereldwijd groeiende antibioticaresistentie. Annelie Monnier en Heiman Wertheim vertellen over het ABACUS-project. “Resistentie kent geen grenzen.”

Medische hypnose: meer controle over je lijf en emoties

Kinderarts en hypnotherapeut Arine Vlieger vertelt over het gebruik van medische hypnose: “Als je de verwachtingen van de patiënt positief kan beïnvloeden dan heeft dat tevens effect op de behandeling. Taal is dan ook de basis van hypnose.”

Casus: vrouw met melaena, een steeds dikker wordende buik en een uitpuilende navel

Een vrouw wordt gepresenteerd op de Spoedeisende Hulp in verband met sinds 1 dag bestaande melaena. Daarnaast klaagt patiënte over een steeds dikker wordende buik, pijn in de rechter bovenbuik en een uitpuilende navel sinds 6 weken. Tevens zijn haar benen iets dikker geworden. Wat is uw diagnose?

In zes stappen afval op de OK reduceren

Roos Bleckman, Lukas Radema en hun collega’s van het OK Green Team bedachten een stappenplan om het afval op de OK de komende jaren met de helft te reduceren. “Het afdekmateriaal op de OK kon met maar liefst 20% gereduceerd kon worden.”


0
Laat een reactie achterx