DOQ

’Huisarts op recept’: over de schoonheid én knelpunten van het huisartsenvak

In het boek ‘Huisarts op recept’ van huisarts Marnix van der Leest komen de vele kanten van het huisartsenvak overtuigend tot leven. Het is zowel een ode aan de ‘hoogste vorm van geneeskunde’ als een aanklacht tegen externe regeldrift die het huisartsenvak dreigt uit te hollen. Van der Leest: “Geef huisartsen de vrijheid om hun persoonlijke weg te vinden richting de beste patiëntenzorg.”

Marnix van der Leest (1977) werkt sinds 2008 als huisarts en heeft een praktijk in Leusden. In ‘Huisarts op recept’ laat Van der Leest samen met tekstschrijver Helene de Bruin in achttien hoofdstukken zien hoe de huisarts van het begin tot het eind een belangrijke rol kan spelen in een mensenleven.

Huisarts Marnix van der Leest ( Foto: M. Knottnerus)

Zorg op maat

“De titel van het boek is enigszins ironisch,” vertelt Van der Leest. “Alsof de huisarts nu zelf op het receptenblaadje staat. Ook is het een verwijzing naar de zogenoemde ‘kookboekgeneeskunde’, de beweging dat ons vak steeds meer bestaat uit protocollering, richtlijnen en regelgeving.” In het boek lezen we hierover:

Hoe meer je standaardiseert, hoe minder je eigen professionaliteit en eigenheid aanspreekt. Voordat je het weet, zit je hersenloos afvinklijsten in te vullen, zonder te kijken naar de mens tegenover je.

“De meeste huisartsen zijn nog erg bezig met zorg op maat,” nuanceert Van der Leest bovenstaande passage enigszins. “Toch is er steeds meer nadruk op de kwantitatieve kant van het vak en de kwalitatieve kant schiet er dan bij in.” Van der Leest wijst op de verplichte driejaarlijkse audit als onderdeel van de accreditatie. “Dat is een controlesysteem dat de buitenwereld in mijn ogen een schijnzekerheid biedt. Een huisarts moet er op een specifiek moment voor de patiënt zijn. Hierin speelt de kennis van de huisarts over de achtergrond van de patiënt en de context een essentiële rol. Je wilt als patiënt niet alleen een voorgeprogrammeerde huisarts met een stapel verbeterplannen.” Ook de nieuwe Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) die per 1 januari 2022 ingaat, past volgens Van der Leest in dit plaatje. “Zo’n nieuwe wet levert vooral allerlei administratieve rompslomp op. Blijkbaar blijft het toch moeilijk om de drang naar controle- en registratiesystemen af te leren.” Volgens Van der Leest zeggen veel controlesystemen nauwelijks iets over de werkelijke kwaliteit van een huisarts. “Goed kunnen luisteren en oog hebben voor complexiteit zijn dingen die niet goed meetbaar zijn, maar die iemand in mijn optiek wel tot een goede huisarts maken.”

“Uit verschillende pilots blijkt dat er significant minder doorverwezen wordt naar het ziekenhuis als de huisarts meer tijd heeft per patiënt”

Pluis-/niet-pluis gevoel

Van der Leest schrijft over de gevoelsmatige kant van het vak:

[…] ik leer vertrouwen op dat derde spoor, op mijn pluis-/niet-pluisgevoel, op mijn onderbuik. Ik leer en durf steeds meer naar dat gevoel te luisteren en in de loop van de jaren is het een belangrijk onderdeel van mijn manier van werken en diagnosticeren geworden.

“Bij drukte of stress heb ik minder aandacht voor deze kant van het vak,” aldus Van der Leest. “Dan negeer ik soms bepaalde signalen of ga er niet op in. Demissionair minister Hugo de Jonge gaf onlangs aan geen reden te zien om huisartsenconsulten ‘generiek te verlengen’, terwijl veel huisartsen tijdens de coronapandemie de consultduur juist van 10 minuten naar 15 minuten verlengd hadden. Ik denk dat je jezelf in de vingers snijdt als je vast blijft houden aan een kortere consultduur. Een huisarts kan veel secuurder werken als hij iets meer tijd heeft. Uit verschillende pilots blijkt dat er significant minder doorverwezen wordt naar het ziekenhuis als de huisarts meer tijd heeft per patiënt. Uit persoonlijke ervaring kan ik ook zeggen dat het veel prettiger werkt. Het geeft meer rust in een consult.”

“De wachtlijsten in de ggz zijn te lang, waardoor we als huisartsen bovenmatig druk zijn met de overbrugging van de huisarts naar ggz”

Organiseren van zorg

In ‘Huisarts op recept’ komen meerdere casus voorbij waarbij een groeiend gebrek aan samenhang binnen de zorg schrijnend duidelijk wordt. Over een hoogbegaafd meisje dat in een psychose raakt, ondanks de vele mensen en organisaties die bij de casus betrokken zijn, schrijft Van der Leest:

Maar waarom nam niemand echt de verantwoordelijkheid voor Carlijn? En voor al die andere kinderen die altijd meer dan één probleem hebben. Ik loop soms stuk op clustering van programma’s, op indicaties die voor de een te soft en voor de ander te sterk zijn.

“De wachtlijsten in de ggz zijn te lang, waardoor we als huisartsen bovenmatig druk zijn met de overbrugging van de huisarts naar de ggz,” vertelt Van der Leest. “Bij een zorgcrisis zijn we bovendien erg veel tijd kwijt om patiënten bij de juiste zorginstelling te krijgen. Je bent als huisarts tegenwoordig erg veel aan het organiseren.Samen met de toegenomen bureaucratische processen kost dit veel tijd en energie die je niet direct aan patiënten kan besteden.”

“Heel bijzonder hoe je als huisarts in hele korte tijd de diepte ingaat met mensen en soms tot hele persoonlijke gesprekken komt”

Een prachtig vak

Ondanks dergelijke uitdagingen maakt het boek ook duidelijk dat het plezier en de voldoening bij Van der Leest de overhand blijven houden. “Huisartsgeneeskunde is nog altijd een prachtig vak. Ik vind het heel bijzonder hoe je als huisarts in hele korte tijd de diepte ingaat met mensen en soms tot hele persoonlijke gesprekken komt. Voor mij is dat echt geneeskunde op het hoogste niveau.”

Referentie: Boek: Marnix van der Leest, Huisarts op recept. Amsterdam: De Arbeiderspers, 2021.

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Tussen de spreekkamer en het schetsboek: arts met beeld als tweede taal

Aios dermatologie Loes Vos maakt naast haar werk medische illustraties. Voor collega’s, patiënten én landelijke campagnes vertaalt ze complexe informatie naar helder beeld. “Ik teken bijna bij elk consult wel iets uit.”

Casus: patiënte met dyspnoe en oedeem in het gelaat

Een 66-jarige vrouw presenteert zich met sinds drie weken progressief verminderde inspanningstolerantie en met name ’s ochtends een zwelling van het gelaat. Overdag verbeteren de klachten deels. Wat is uw diagnose?

Wat je verwacht, voel je: wat zorgverleners kunnen leren van placebo-effecten

Wat patiënten verwachten, beïnvloedt direct hoe zij pijn of bijwerkingen ervaren. Henriët van Middendorp legt uit hoe placebo- en nocebo-effecten werken, en hoe zorgverleners deze bewust en ethisch kunnen inzetten in de praktijk.

Trots op goed werkend meld­systeem voor bijwerk­ingen

Agnes Kant wijst op het belang van meer onderzoek naar bijwerkingen en roept zorgverleners op te blijven melden bij het Bijwerkingenmeldsysteem. “Van 70% van de geneesmiddelen is nog onduidelijk of deze veilig tijdens de zwangerschap gebruikt kunnen worden.”

Wandelend naar een betere gezondheid

Matthijs van der Poel combineert als huisarts en sportliefhebber zorg en beweging. Met stichting Looprecept wandelt hij wekelijks met patiënten – goed voor lijf, hoofd én verbinding. “Het is heel laagdrempelig en dat verklaart denk ik ook het succes.”

De patiënt doet lastig, en dan?

Patiënten met een persoonlijkheidsstoornis kunnen soms veel losmaken, zowel in het behandeltraject als bij de arts. Thom van den Heuvel geeft handvatten voor het omgaan met deze patiëntengroep. “Het contact vraagt meer tijd en legt tegelijk emotionele druk op de arts."

Vind meertalige zorgverleners via ikspreekmeerdan.nl

Als anios in een huisartsenpraktijk in Amsterdam merkte Daan Frehe dat taal voor veel patiënten een barrière vormt voor het krijgen van goede zorg. “Via ikspreekmeerdan.nl kan nu een zorgverlener met een gedeelde taal en cultuur gevonden worden. Dat is enorm waardevol.”

Casus: man met een veranderde vlek op het been

Een 72-jarige man presenteert zich op uw spreekuur met een veranderde plek op het bovenbeen rechts. De vlek is gegroeid en van kleur veranderd. De patiënt heeft een licht huidtype en een voorgeschiedenis van basaalcelcarcinoom. Wat is uw diagnose?

Maak van wachttijd in de ggz hersteltijd: vijf praktische adviezen

Sanne Booij en Christien Slofstra willen af van de stille wachttijd in de ggz. Met hulp van de huisarts kan het herstel al beginnen, nog vóór de intake. “Deze periode hoeft geen verloren tijd te zijn.”

Beteugelen geneesmiddel­prijzen noodzakelijk voor betaalbare zorg

Wilbert Bannenberg strijdt met Stichting Farma ter Verantwoording tegen excessieve geneesmiddelprijzen. Zijn missie: winsten beteugelen om zorg toegankelijk te houden. “Geneesmiddelprijzen moeten beteugeld gaan worden, anders wordt de zorg onbetaalbaar.”