DOQ

Huisarts Smeekes: ‘Met een inzichtelijker cardiovasculair risico kun je de patiënt maximaal stimuleren tot gedragsverandering’

De Hartleeftijd-tool, ontwikkeld door de Hartstichting, is een online tool die het cardiovasculaire risico op een inzichtelijkere manier presenteert. De nieuwe term ‘hartleeftijd’ helpt mensen om hun risico op hart- en vaatziekten beter te begrijpen en daar leefstijlveranderingen op toe te passen. David Smeekes, huisarts en tevens medisch beleidsadviseur van de Hartstichting: “We willen meer toespitsen op relevantie binnen de spreekkamer.”

Huisartsen bepalen het risico op hart- en vaatziekten doorgaans met behulp van een risicotabel, die in de medische richtlijn Cardiovasculair risicomanagement staat en gebaseerd is op observationele data. Na invullen van parameters, zoals leeftijd, bloeddruk, geslacht, cholesterol en rookstatus, levert die een tienjaarsrisico op in percentages.

Huisarts David Smeekes

Moeite met interpreteren

Uit onderzoek medegefinancierd door de Hartstichting blijkt dat vooral laagopgeleiden en mensen met weinig gezondheidsvaardigheden moeite hebben met het interpreteren van zo’n tienjaarsrisico: ze vinden het te abstract. In het onderzoek kregen 700 mensen tussen de 45 en 65 jaar de uitslag van een fictieve test op hart- en vaatziekten voorgeschoteld op drie manieren: als percentage, visueel, of als hartleeftijd. Die laatste bleek het beste te werken. “Artsen communiceren een percentage naar de patiënt, waarvan ze niet weten of het goed aankomt”, zegt David Smeekes, huisarts en medisch beleidsadviseur van de Hartstichting.

“Mensen met een verhoogd risico zijn vaak gemotiveerder om gezonder te leven”

Interpretatie

Hartleeftijd is gebaseerd op dezelfde medische richtlijn als de veelgebruikte risicotabel, en ook de in te voeren parameters zijn dezelfde. Het enige verschil zit in de interpretatie, zegt Smeekes. “De risicotabel levert een percentage op dat afhankelijk is van persoonlijke parameters. Dat kun je vergelijken met het percentage van iemand met dezelfde leeftijd die ideale risicofactoren heeft. Het verschil tussen die twee levert de hartleeftijd op.” Die insteek geeft meer inzicht in het cardiovasculaire risico en leidt hopelijk tot beter begrip bij de patiënt.

Verleiden tot leefstijlverandering

Voordeel van hartleeftijd is dat het niet afhankelijk is van niet-beïnvloedbare risicofactoren, zoals leeftijd en geslacht. Zo kan de arts het gesprek beter sturen naar de beïnvloedbare risico’s. Dat is de sleutel tot verlagen van het risico op hart- en vaatziekten, zegt Smeekes. “Mensen met een verhoogd risico zijn vaak gemotiveerder om gezonder te leven. Je probeert iemand te informeren, ergens toe te verleiden. Leefstijlveranderingen zijn nu eenmaal lastig te realiseren. Met een inzichtelijker risico kun je de patiënt maximaal stimuleren tot veranderen van zijn gedrag.”

“De Hartleeftijd-tool past goed bij de trend van shared decision making

Gezamenlijk beslissen

Hoewel de Hartleeftijd-tool nog geen common practice is in de spreekkamer, ziet Smeekes dat op termijn wel gebeuren. “De tool past goed bij de trend van shared decision making. We willen meer toespitsen op relevantie binnen de spreekkamer, en deze tool past daar goed bij.”


Zowel patiënten als artsen kunnen de Hartleeftijd-tool gratis gebruiken via de website van de Hartstichting. Voor behandelbesluiten blijft de risicotabel wél leidend.

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

‘Bevolkings­onderzoek sluit onvoldoende aan bij mensen met verstande­lijke beperking’

Mensen met een verstandelijke beperking nemen veel minder vaak deel aan bevolkingsonderzoeken naar kanker dan de algemene bevolking, vertelt Amina Banda. Ook krijgen zij minder vaak vervolgonderzoek. “Deze groep kan allerlei barrières voor deelname ervaren.”

Vertragen, verdragen en verbinden in moeilijke gesprekken

In de palliatieve zorg spelen niet alleen emoties bij de patiënt een rol, maar ook bij de zorgverlener. Machteld Muller legt uit hoe zelfinzicht helpt bij verbinding met je patiënt. “Herkennen van je eigen ‘rode knoppen’ helpt om uit vervelende dynamieken te blijven.”

Hoe je medische misinformatie als zorgverlener kunt aanpakken

Waarom geloven mensen dat zonnebrandcrème gevaarlijk is, of wantrouwen ze bewezen interventies zoals vaccins? Tom van Bommel vertelt over de mechanismen achter zulke overtuigingen. “Technieken waarmee misinformatie zich verspreidt, kunnen óók ten goede worden ingezet.”

Casus: patiënte met dyspnoe naar de EHH

Een oudere obese vrouw presenteert zich op de Eerste Hart Hulp vanwege dyspnoe. Die begon twee weken geleden en was aanvankelijk inspanningsgebonden, nu ook bij platliggen. Ze plast nog maar kleine beetjes sinds drie dagen. Wat is uw diagnose?

Casus: patiënt met progressieve inspanningsdyspneu

Een patiënt presenteert zich met progressieve inspanningsdyspneu. Voorheen was hij in staat om zonder klachten te tennissen, nu ervaart hij kortademigheid bij stevig doorwandelen. Er is geen sprake van hoesten, sputumproductie of koorts. Wat is uw diagnose?

Uitgebreid bloedonderzoek met één simpele vingerprik

Capillaire bloedafname via een vingerprik blijkt bij meer dan 30 standaardbepalingen een goed alternatief voor venapunctie, concludeerde Martijn Doeleman. “Patiënten kunnen zelf de vingerprik doen. Gewoon thuis, wanneer het hen uitkomt.”

Cultuur­sensitieve zorg in de praktijk: lessen van Mammarosa

Taal- en cultuurverschillen kunnen de communicatie met zorgverleners flink bemoeilijken. Stichting Mammarosa biedt hierin uitkomst. Samia Kasmi vertelt hoe belangrijk cultuursensitieve communicatie is, en hoe artsen hierin het verschil kunnen maken.

‘Er is een trend naar meer visuele informatie’

“Voor patiënten blijkt de juiste toedieningsroute van een geneesmiddel niet altijd vanzelfsprekend te zijn”, vertellen Yara Mangindaan en Nike Everaarts-de Gruyter. Zij hielpen medicijnpictogrammen te ontwikkelen die ondersteunen bij goed gebruik van geneesmiddelen.

Werkbereidheid bij een crisis niet vanzelf­sprekend

Ziekenhuizen kunnen tijdens een crisis niet blind vertrouwen op hun personeel, concluderen Dennis Barten en Lindsy Engels. Werkbereidheid hangt sterk af van verschillende factoren. “Het is belangrijk om te ontdekken wat nodig is om voor te bereiden op crisissituaties.”

Casus: man met dysfonie­klachten

Een 42-jarige man komt op uw spreekuur met dysfonieklachten, twee maanden geleden ontstaan in een periode van veel hoesten. Aan het einde van de dag worden de klachten erger en het is lastig om een lang gesprek te voeren. Wat is uw diagnose?