Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Huisarts Van Loenen: ‘Onderzoek kan meerwaarde gezondheidscheck aantonen, zodat er een betaaltitel kan komen’
Met de Persoonlijke gezondheidscheck kunnen huisartsen hun patiënten tegenwoordig een uitgebreide preventieve gezondheidstest aanbieden die wél betrouwbaar is, en met steun van de beroepsverenigingen tot stand is gekomen. Het dilemma is dat de gezondheidscheck niet wordt vergoed zolang de meerwaarde nog niet is bewezen. Maar zonder vergoeding is het lastig om die waarde te bewijzen. Wat huisarts Geert-Jan van Loenen betreft wordt dit patroon doorbroken, aangezien de check zowel huisarts als patiënt veel voordeel kan brengen.
“Iedereen heeft de mond vol van persoonlijke gezondheidschecks om preventie te bevorderen en ziekte te voorkomen. Maar zolang de waarde ervan niet bewezen is worden ze niet vergoed. En zolang er geen vergoeding is, is geen onderzoek mogelijk om de waarde te bewijzen.” Huisarts Geert-Jan van Loenen wil dit patroon doorbreken, omdat hij ervan overtuigd is dat een grootschalige toepassing van persoonlijke gezondheidschecks zowel de gebruiker ervan als de huisarts heel veel kan brengen. Daarom raakte hij in 2009, toen hij bestuurslid werd van de Landelijke Huisartsen Vereniging, direct betrokken bij de ontwikkeling van wat toen nog het Preventieconsult heette. “Het project liep al jaren”, zegt hij, “dat geeft aan hoe stroperig deze materie is. De LHV had een duidelijk doel voor ogen: een einde maken aan de wildgroei van persoonlijke gezondheidstestjes die de markt overspoelden, door met één betrouwbare test te komen.”
Effectieve gezondheidscheck
Dankzij een samenwerkingsverband van het Netherlands Institute for Prevention and E-Health Development met beroepsverenigingen in de zorg (waaronder de LHV) en gezondheidsfondsen is die test er inmiddels: de Persoonlijke Gezondheidscheck en (www.persoonlijkegezondheidscheck.nl). Deelnemer-enquêtes na vijf dagen, drie en zes maanden tonen aan dat 74 procent van de gebruikers gemotiveerd is tot gezonder gedrag. 67 procent gaat meer bewegen, 68 procent gaat gezonder eten, 43 procent heeft minder mentale klachten en 37 procent drinkt minder alcohol. De gezondheidscheck is tevens beschikbaar via thuisarts.nl.
Verzekerde zorg
Wat nu nodig is, is toepassing op veel grotere schaal. “Op dit moment moet er nog steeds geld bij”, zegt Van Loenen. “Daarom is het zo belangrijk dat patiënten niet alleen voor zichzelf die gezondheidscheck doen, maar ook toestemming geven om de data op geaggregeerd niveau geanonimiseerd te laten gebruiken voor onderzoek naar wat het oplevert. Op dit moment behoort preventie immers nog steeds niet tot de verzekerde zorg en dat is wel het uiteindelijke doel.”
Toeloop op huisarts voorkomen
Het is hierbij zaak klein te beginnen. De Persoonlijke Gezondheidsomgeving (PGO) waarop het ministerie van VWS op het moment sterk inzet, gaat volgens Van Loenen niet slagen. “Veel te grootschalig”, zegt hij. “Cholesterol, bloeddruk en misschien nog één of twee dingen gewoon thuis meten. We weten dat thuis de bloeddruk meten het meest betrouwbare cijfer oplevert. Als je mensen daarvan bewust kunt maken, is dat een mooie eerste stap. Zeker als je het koppelt aan het HIS van de huisarts want dan sla je twee vliegen in één klap: het eigen bewustzijn van de burger vergroten én onnodige toeloop op de huisartspraktijk voorkomen. De beslissing om de data met de huisarts te delen moet natuurlijk aan de gebruiker zijn, maar die kan daartoe bijvoorbeeld worden gestimuleerd door verlaging van zijn zorgpremie. Het voordeel voor de huisarts is dat die op basis van die data zijn rol als gids in zorgland beter kan vervullen voor zijn patiënten.”
Meerwaarde aantonen
De huisarts moet op dit moment nog wel overtuigd worden, erkent Van Loenen. “Daarom is het ook zo belangrijk om via onderzoek de meerwaarde aan te tonen, zodat er een betaaltitel voor kan komen”, zegt hij. “En het is aan de beroepsvereniging om de gebruiker het voordeel te laten zien van die gezondheidscheck. En dan aan alle lagen van de bevolking natuurlijk, dat vind ik een belangrijke toevoeging. Ik heb meteen toen ik me ermee bezig ging houden gezegd dat die checks niet alleen gebruikt moeten gaan worden voor mensen die toch al bewust met hun gezondheid omgaan. Juist bij mensen met een lage SES (sociaaleconomische status, red.) is er enorme winst mee te boeken als ze zich bewuster worden van de invloed van hun leefstijl op hun gezondheid. Laat gemeenten dus bijvoorbeeld de gezondheidscheck aanbieden aan bijstandspopulaties. Maar vergeet ook de meerwaarde voor de mensen met een hoge SES niet, want ook in die hoek wordt soms enorm ongezond geleefd.”