DOQ

Incidentie van diabetes stabiliseert of neemt af

In veel hoge inkomenslanden blijkt de incidentie van nieuw gediagnosticeerde diabetes mellitus te stabiliseren of af te nemen. Dat is gevonden in een analyse van maar liefst 22 miljoen diagnoses in landen met een hoog en gemiddeld inkomen. De uitkomsten verschenen in The Lancet. Diabetes & Endocrinology.

In de afgelopen decennia is de prevalentie van diabetes in ontwikkelde en ontwikkelingslanden aanzienlijk gestegen. Diabetes is wereldwijd dan ook een belangrijke gezondheidsprioriteit. Onderzoek naar trends in de totale last van diabetes vormt een essentieel onderdeel van de monitoring van dit probleem.

(Foto: Freepicture)

Beperkingen van prevalentiecijfers

Tot nu toe was voornamelijk onderzoek gedaan naar de prevalentie van diabetes. Prevalentiecijfers suggereren dat de diabeteslast in de meeste landen nog steeds stijgt. Dit wordt gezien als bewijs voor een toenemend risico in de bevolking. Analyses van de incidentie tonen echter een ander beeld.

De prevalentie kan een grove en misleidende maatstaf zijn voor het beloop van een epidemie, omdat de toenemende prevalentie van een ziekte niet alleen te wijten kan zijn aan een toenemende incidentie, maar ook aan een verbeterde overleving. Bovendien is het prevalentiecijfer geen betrouwbaar getal om de effecten van veranderingen in risicofactoren voor de populatie te bestuderen. De effecten daarvan worden namelijk eerder gedetecteerd met incidentietrends dan met prevalentietrends. Daarnaast wordt de incidentie niet beïnvloed door veranderingen in overleving.

Incidentie

De incidentie meet het percentage mensen dat diabetes ontwikkelt gedurende een bepaalde periode in een risicopopulatie. Het is een geschikte maatstaf om het risico van de bevolking te bepalen en een waardevolle manier om te bepalen of volksgezondheidscampagnes voor diabetespreventie succesvol zijn.

Terwijl de prevalentie kan stijgen simpelweg omdat het sterftecijfer daalt, wordt de incidentie van diabetes alleen beïnvloed door het risico van de bevolking en de hoeveelheid screening die wordt uitgevoerd. Veranderingen in de prevalentie kunnen dan ook een inadequate maat zijn om de effecten van preventieve maatregelen te bepalen, waardoor ten onrechte effectieve interventies afgewezen kunnen worden. Alleen door het vaststellen van zowel de incidentie als de prevalentie kan een beter begrip van de omvang van de diabetesepidemie worden verkregen.

Huidige analyse

In de huidige analyse is in meerdere landen geïnventariseerd of de incidentie van diabetes in de loop van de tijd is veranderd. De gegevens omvatten zo’n 22 miljoen diagnoses die waren verkregen vanuit een follow-up van maar liefst vijf miljard persoonsjaren. De gegevens waren afkomstig uit 19 hoge inkomenslanden en twee landen met een gemiddeld inkomen.
23 gegevensbronnen beschikten over gegevens vanaf 2010. Daarvan toonden 19 bronnen een neerwaartse of stabiele trend in de incidentie van diabetes. De geschatte jaarlijkse incidentie nam met 1,1-10,8% af. In de vier gegevensbronnen die vanaf 2010 een stijgende trend toonde, nam de jaarlijkse incidentie toe met 0,9-5,6%.

Nader onderzoek

Er is nader onderzoek met geschikte gegevensbronnen nodig naar de oorzaken van de afgenomen incidentie van nieuw gediagnosticeerde diabetes.


Referentie: Magliano DJ, Chen L, Islam RM, et al. Trends in the incidence of diagnosed diabetes: a multicountry analysis of aggregate data from 22 million diagnoses in high-income and middle-income settings. Lancet Diabetes Endocrinol. February 23, 2021. https://www.thelancet.com/journals/landia/article/PIIS2213-8587(20)30402-2/fulltext

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

‘Zorg dat de digitale weg niet de enige ingang naar de maatschap­pij wordt’

Steeds vaker gaat zorg via de digitale weg. Nicole Goedhart onderzoekt de toegankelijkheid van de (online) samenleving en geeft tips hoe de zorgverlener de zorg toegankelijk voor iedereen houdt. “Een afstand tot de online wereld kan gezondheidsverschillen vergroten.”

Protocol brengt veelbelovende ‘orphan drugs’ sneller bij patiënt

Behandelaren en zorgverzekeraars slaan de handen ineen om geneesmiddelen tegen zeldzame ziekten sneller beschikbaar te krijgen, vertelt Niels Reijnhout. “Met het ODAP krijgen patiënten zo snel mogelijk na goedkeuring door het EMA al toegang tot het middel.”

Reanimatie bespreken? Alleen als het past

Artsen vragen op de spoedeisende hulp vaak routinematig naar reanimatievoorkeuren, maar volgens Yvo Smulders is het tijd om deze standaardpraktijk eens kritisch te bekijken. “Het is helemaal niet vanzelfsprekend dat je die vraag zomaar stelt bij een routine-opname.”

Casus: man met klachten na penisvergroting

Een 38-jarige patiënt is net een week terug uit Turkije, waar hij in een kliniek een penisvergroting heeft ondergaan. Hij kan u niet precies vertellen wat er gebeurd is en klaagt vooral over pijn, roodheid en zwelling van de penis. Wat is uw diagnose?

‘Bevolkings­onderzoek sluit onvoldoende aan bij mensen met verstande­lijke beperking’

Mensen met een verstandelijke beperking nemen veel minder vaak deel aan bevolkingsonderzoeken naar kanker dan de algemene bevolking, vertelt Amina Banda. Ook krijgen zij minder vaak vervolgonderzoek. “Deze groep kan allerlei barrières voor deelname ervaren.”

Vertragen, verdragen en verbinden in moeilijke gesprekken

In de palliatieve zorg spelen niet alleen emoties bij de patiënt een rol, maar ook bij de zorgverlener. Machteld Muller legt uit hoe zelfinzicht helpt bij verbinding met je patiënt. “Herkennen van je eigen ‘rode knoppen’ helpt om uit vervelende dynamieken te blijven.”

Hoe je medische misinformatie als zorgverlener kunt aanpakken

Waarom geloven mensen dat zonnebrandcrème gevaarlijk is, of wantrouwen ze bewezen interventies zoals vaccins? Tom van Bommel vertelt over de mechanismen achter zulke overtuigingen. “Technieken waarmee misinformatie zich verspreidt, kunnen óók ten goede worden ingezet.”

Casus: patiënte met dyspnoe naar de EHH

Een oudere obese vrouw presenteert zich op de Eerste Hart Hulp vanwege dyspnoe. Die begon twee weken geleden en was aanvankelijk inspanningsgebonden, nu ook bij platliggen. Ze plast nog maar kleine beetjes sinds drie dagen. Wat is uw diagnose?

Casus: patiënt met progressieve inspanningsdyspneu

Een patiënt presenteert zich met progressieve inspanningsdyspneu. Voorheen was hij in staat om zonder klachten te tennissen, nu ervaart hij kortademigheid bij stevig doorwandelen. Er is geen sprake van hoesten, sputumproductie of koorts. Wat is uw diagnose?

Uitgebreid bloedonderzoek met één simpele vingerprik

Capillaire bloedafname via een vingerprik blijkt bij meer dan 30 standaardbepalingen een goed alternatief voor venapunctie, concludeerde Martijn Doeleman. “Patiënten kunnen zelf de vingerprik doen. Gewoon thuis, wanneer het hen uitkomt.”