DOQ

Inhalatie­therapie bij patiënten met ernstig astma suboptimaal

Nederlandse patiënten met ernstig astma gebruiken hoge dosering orale corticosteroïden. Bij vier op de vijf patiënten is de therapietrouw met inhalatiecorticosteroïden en/of de inhalatietechniek echter suboptimaal. De Amsterdamse onderzoekers vinden dat eerst inhalatietechniek verbeterd moet worden alvorens over te stappen op voorschrijven van biologicals.

Astmapatiënten die hoge doses orale corticosteroïden (OCS) gebruiken, lopen risico op ernstige bijwerkingen en worden steeds vaker behandeld met immuunmodulerende therapie (biologicals). Het is echter niet bekend of het voorschrijven van deze dure geneesmiddelen altijd gerechtvaardigd is. Longarts Katrien Eger deed samen met haar collega’s een onderzoek om de prevalentie van astmapatiënten te beoordelen die hoge cumulatieve doses OCS’s gebruiken. Daarnaast onderzochten zij de rol van suboptimale inhalatietherapie en maakten zij een schatting van het aantal patiënten aan wie biologicals onnodig worden voorgeschreven.

Vragenlijsten

De studie maakte gebruik van een databestand van 65 openbare apotheken met voorschrijfgegevens van ruim 500.000 Nederlanders. Alle volwassenen met minimaal één voorschrift voor hoge dosering inhalatiecorticosteroïden (≥ 500-1000 mcg/dag fluticason-equivalent) en/of OCS (GINA stap 4-5) gedurende de periode 1-1-2011 tot 1-1-2012 werden geselecteerd (n=5.002). Zij kregen vragenlijsten toegestuurd. Van de 2.312 patiënten die vragenlijsten terugstuurden, hadden er 929 astma (40,2%). 274 (29,5%) van hen werden behandeld met hoge dosering OCS. Dit betrof voornamelijk oudere vrouwen met late-onset astma, allergieën en recentelijk doorgemaakte exacerbaties. Van deze 274 patiënten ontvingen 130 patiënten (47,4%) geen ICS.

Steekproef

Vervolgens werd bij een steekproef van 60 patiënten die wel ICS kregen, de inhalatietechniek gecontroleerd. Slechts 41,6% had een adequate inhalatietechniek. Dus slechts 21,9% van de patiënten kregen ICS die ook correct toegediend werd. Dit impliceert dat 78,1% van de patiënten met ernstige of ongecontroleerde astma onterecht gelabeld zou kunnen worden als kandidaten voor het voorschrijven van biologicals. Patiënten met naar schatting een goede therapietrouw en inhalatietechniek die nog steeds hoge doses OCS (≥ 420 mg/jaar) nodig hebben, worden namelijk beschouwd als kandidaten voor het starten met biologicals.

Optimalisatie

De onderzoekers concluderen op basis van hun bevindingen dat bijna een derde van de Nederlandse patiënten met ernstig astma (GINA stap 4-5) hoge – mogelijk schadelijke – doseringen OCS ontvangt. Meer dan driekwart van de patiënten is niet therapietrouw voor wat betreft hun gebruik van ICS of hanteert niet de juiste inhalatietechniek. Dit zijn twee bekende factoren die bijdragen aan slechte astmacontrole. Het optimaliseren van inhalatietherapie kan echter de behoefte aan OCS bij deze groep patiënten verminderen. Daarom zijn de onderzoekers van mening dat deze eerste geoptimaliseerd moet worden alvorens dure biologicals voor te schrijven.

Referentie: Eger K, Amelink M, Hashimoto S, et al. Overuse of oral corticosteroids, underuse of inhaled corticosteroids, and implications for biologic therapy in asthma. Respiration 2022;101(2):116-121 doi: 10.1159/000518514. 

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Casus: patiënte met dyspnoe naar de EHH

Een oudere obese vrouw presenteert zich op de Eerste Hart Hulp vanwege dyspnoe. Die begon twee weken geleden en was aanvankelijk inspanningsgebonden, nu ook bij platliggen. Ze plast nog maar kleine beetjes sinds drie dagen. Wat is uw diagnose?

Casus: patiënt met progressieve inspanningsdyspneu

Een patiënt presenteert zich met progressieve inspanningsdyspneu. Voorheen was hij in staat om zonder klachten te tennissen, nu ervaart hij kortademigheid bij stevig doorwandelen. Er is geen sprake van hoesten, sputumproductie of koorts. Wat is uw diagnose?

Uitgebreid bloedonderzoek met één simpele vingerprik

Capillaire bloedafname via een vingerprik blijkt bij meer dan 30 standaardbepalingen een goed alternatief voor venapunctie, concludeerde Martijn Doeleman. “Patiënten kunnen zelf de vingerprik doen. Gewoon thuis, wanneer het hen uitkomt.”

Cultuur­sensitieve zorg in de praktijk: lessen van Mammarosa

Taal- en cultuurverschillen kunnen de communicatie met zorgverleners flink bemoeilijken. Stichting Mammarosa biedt hierin uitkomst. Samia Kasmi vertelt hoe belangrijk cultuursensitieve communicatie is, en hoe artsen hierin het verschil kunnen maken.

‘Er is een trend naar meer visuele informatie’

“Voor patiënten blijkt de juiste toedieningsroute van een geneesmiddel niet altijd vanzelfsprekend te zijn”, vertellen Yara Mangindaan en Nike Everaarts-de Gruyter. Zij hielpen medicijnpictogrammen te ontwikkelen die ondersteunen bij goed gebruik van geneesmiddelen.

Werkbereidheid bij een crisis niet vanzelf­sprekend

Ziekenhuizen kunnen tijdens een crisis niet blind vertrouwen op hun personeel, concluderen Dennis Barten en Lindsy Engels. Werkbereidheid hangt sterk af van verschillende factoren. “Het is belangrijk om te ontdekken wat nodig is om voor te bereiden op crisissituaties.”

Casus: man met dysfonie­klachten

Een 42-jarige man komt op uw spreekuur met dysfonieklachten, twee maanden geleden ontstaan in een periode van veel hoesten. Aan het einde van de dag worden de klachten erger en het is lastig om een lang gesprek te voeren. Wat is uw diagnose?

Integrale geneeskunde in Nederland: tijd voor de volgende stap

Het spreekuur Integrative Medicine van Ines von Rosenstiel is erg populair en ook in andere ziekenhuizen groeit de belangstelling voor een dergelijk spreekuur. Hoe zorgen we ervoor dat IM een structureel onderdeel wordt van de reguliere zorg in Nederland?

Mindfulness in de zorg: allesbehalve zweverig

“Zorg goed voor jezelf. Er is er maar één van.” Dat zei een patiënt ooit tegen longarts Miep van der Drift. Ze weet als geen ander: mindfulness is niet alleen voor patiënten, maar ook voor zorgverleners. Ze geeft tips voor kleine veranderingen met een grote impact.

Medicatie vaak te lang voortgezet na ontslag uit ziekenhuis

Veel patiënten gebruiken in ziekenhuizen voorgeschreven opiaten, benzodiazepines en antipsychotica nog langdurig na ontslag, aldus Judith de Ruijter. “We geven artsen de tip om, als ze bij ontslag nieuwe medicatie voorschrijven, al meteen na te denken over stoppen.”