Inkomen en etniciteit kunnen risico op hart- en vaatziektes vergroten

mm
Michel van Dijk
Redactioneel,
17 april 2023

Nederlanders met lage inkomens hebben tot 1,5 keer hoger risico op een hartaanval of beroerte dan rijkere landgenoten. Bij Surinaamse Hindostanen is dit risico bijna 2 keer hoger. Dat blijkt uit onderzoek van Janet Kist, huisarts-onderzoeker in het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC), en Ronne Mairuhu, internist-vasculair geneeskundige in het HagaZiekenhuis. Inkomen en etniciteit worden in de Nederlandse richtlijnen nog niet meegenomen als risicofactor.

Al jaren vormen hart- en vaatziektes wereldwijd de belangrijkste doodsoorzaak. De ziektes ontstaan onder andere door diabetes, een hoog cholesterol, hypertensie en door roken. Het onderzoek van Kist en Mairuhu werd uitgevoerd samen met de Haagse Health Campus, een samenwerkingsverband van het LUMC, huisartsen en de grootste en belangrijkste zorginstellingen in Den Haag. Uit de resultaten bleek dat een laag inkomen de kans op een hart- en/of vaatziekte verder vergroot. Ook de afkomst van de patiënt speelt een belangrijke rol.

“In de meeste spreekkamers van (huis)artsen wordt geen rekening gehouden met lage inkomens en afkomst van een patiënt”

Huisarts-onderzoeker Janet kist
Janet Kist en Ronne Mairuhu

Genetische factoren

Voor hun studie onderzochten Kist, Mairuhu en collega’s gegevens van 155.000 inwoners tussen de 40 en 70 jaar. Cijfers uit het ziekenhuis en de huisartsenpraktijk werden gekoppeld aan data van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Kist: “Hierdoor werd duidelijk dat hart- en vaatziektes 1,5 keer vaker voorkomen dan het in Nederland gebruikte SCORE2-risicomodel voor cardiovasculaire aandoeningen voorspelt bij patiënten met een laag inkomen. Mogelijke oorzaken hiervoor zijn een ongezonde leefstijl en stress. Een ander opvallend gegeven is dat hart- en vaatziektes 1,9 keer zo vaak voorkomen bij mensen met een Surinaams-Hindostaanse achtergrond. Dit komt onder andere door genetische factoren.”

Geen rekening gehouden

In de meeste spreekkamers van (huis)artsen wordt geen rekening gehouden met lage inkomens en afkomst van een patiënt. Om vast te stellen of iemand een verhoogd risico heeft op hart- en vaartziektes, wordt onder andere gekeken naar de bekende risicofactoren, zoals een hoog cholesterol, hoge bloeddruk en roken. Aan de hand van het risicomodel adviseren artsen hun patiënten of vroegtijdige medicatie nodig is om problemen aan hart en/of vaten te voorkomen.

“Eerdere behandeling van patiënten uit een risicogroep kan helpen een hart- of vaatziekte op korte termijn te voorkomen”

Huisarts-onderzoeker Janet kist

Gezond voedsel is te duur 

In landen als Engeland en Schotland wordt de sociaaleconomische status en etniciteit al 10 tot 15 jaar meegenomen als risicofactor voor hart- en vaatziektes. Wat Kist en Mairuhu betreft gebeurt dat ook in Nederland. De huisarts en internist stellen dat eerdere behandeling van patiënten met een lage sociaaleconomische status of Surinaams-Hindostaanse afkomst met bijvoorbeeld statines kan helpen een hart- of vaatziekte op korte termijn te voorkomen. Kist: “Het risico op beroertes neemt in dat geval tot wel 22% af. Voor hartaanvallen is dit zelfs 33%. Op langere termijn is het effect mogelijk nog groter.”
Nog belangrijker vinden Kist en Mairuhu dat er aandacht is voor maatschappelijke veranderingen en de leefstijl van de patiënt. Kist: “Als je leeft in armoede, is het praktisch onmogelijk om gezond te eten. Daarvoor is gezond voedsel simpelweg te duur. Dit kunnen we in de spreekkamer niet oplossen. Hier ligt een opdracht voor de politiek. Denk aan afschaffing van btw op groentes, een vet- en suikertaks, hogere accijns op rookproducten, maar ook zaken als armoede- en stressbestrijding.”

“Een verband leggen tussen gezondheid, inkomen en etniciteit ligt gevoelig, daar zijn de onderzoekers zich bewust van”

Huisarts-onderzoeker Janet kist

Gezondheid, inkomen en etniciteit

Een verband leggen tussen gezondheid, inkomen en etniciteit ligt gevoelig, daar zijn de onderzoekers zich bewust van. Kist: “Maar om patiënten goed te helpen moet je er wel oog voor hebben. Je laat iets liggen als je het risico niet benoemt.”
Andere etniciteiten bleven buiten beschouwing in het onderzoek omdat de aantallen te klein waren om conclusies uit te trekken. Jammer, vindt Kist, omdat in de praktijk te zien is dat ook bij andere populaties, zoals Polen en Antillianen, hart- en vaatziektes vaker voorkomen, hoewel dat waarschijnlijk eerder met sociaaleconomische status dan met genen te maken heeft.

Referentie: https://www.thelancet.com/journals/eclinm/article/PIIS2589-5370(23)00039-1/fulltex

, , , ,
Deel dit artikel