Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Inleiden bevalling om niet-medische redenen is risico voor gezondheid moeder en kind
De WHO raadt sinds 2016 af om bevallingen om niet-medische redenen in te leiden. Toch neemt het aantal inleidingen wereldwijd juist toe. Dat dit niet zonder risico’s is, toont recent onderzoek in Australië aan. Hoewel in Nederland onduidelijk is hoe vaak er een medische noodzaak voor inleiding is, laten de uitkomsten zien dat de nadelen ook hier goed moeten worden meegewogen, betoogt één van de onderzoekers, dr. Lilian Peters.
Epidemioloog dr. Lilian Peters en prof. dr. Ank de Jonge, verbonden aan de afdeling Verloskundige Wetenschap (UMCG, Amsterdam UMC, Academie Verloskunde Amsterdam Groningen) deden samen met professor Hannah Dahlen van Western Sydney University onderzoek naar de impact van inleiden op de gezondheid van moeder en kind. Peters: “Tien jaar geleden werd in Australië een kwart van de eerste bevallingen ingeleid. Dat is nu opgelopen tot 45 procent. 15 procent van de ‘nieuwe moeders’ kreeg een inleiding zonder medische reden. We waren benieuwd naar de gezondheidsrisico’s binnen die laatste groep.”

Nadelige gevolgen gezondheid
Hun bevindingen, in juni gepubliceerd in British Medical Journal Open, leidden in Australië tot veel media-aandacht, maar ook tot bezorgdheid onder zorgprofessionals. De conclusies in het kort: na inleidingen zijn de gezondheidsuitkomsten over het algemeen slechter voor moeder en kind. Vrouwen krijgen vaker te maken met interventies als een kunstverlossing, episiotomieën en rupturen, maar voor (sub)totaalrupturen was dat juist minder vaak en vrouwen die al eerder bevielen hadden minder vaak een spoedkeizersnede. Kinderen die werden geboren na een inleiding, hadden op korte termijn vaker asfyxie, ademhalingsproblemen en reanimaties dan spontaan geboren kinderen. Op langere termijn zagen de onderzoekers dat deze kinderen vaker worden opgenomen voor infecties.
“Het ‘baat het niet, dan schaadt het niet’-principe bij inleidingen zonder medische noodzaak gaat niet altijd op”
Bescherming moeder en kind
Lilian Peters: “Vooropgesteld: geboorte-interventies hebben we niet voor niets. Ze kunnen levensreddend zijn. Maar in dit geval gaat het om een grote groep vrouwen die kerngezond waren, waar geen sprake was van onderliggend lijden.” Het onderzoek, gebaseerd op data van 475.000 vrouwen en kinderen die zestien jaar lang werden gevolgd, toont aan dat het ‘baat het niet, dan schaadt het niet’-principe bij inleidingen zonder medische noodzaak niet altijd opgaat. Peters: “Iedere vrouw heeft recht op een zo goed mogelijke bevalling, die haar gezondheid en die van het kind maximaal beschermt. Het is dus belangrijk dat we ook in Nederland onder de aandacht brengen dat inleiden niet zonder risico’s is.”
“Ook mét een medische indicatie is het belangrijk de nadelen van het inleiden mee te wegen”
Inleiden op verzoek
Nu is de bevallingszorg in Australië anders georganiseerd dan hier. Ten eerste vinden bijna alle bevallingen daar plaats in het ziekenhuis, waarvan een deel in privéklinieken. Deze hanteren ook nog eens hun eigen richtlijnen, bijvoorbeeld als het gaat om in welke week wordt ingeleid. Peters: “In die klinieken kun je op verzoek worden ingeleid. Dat kan bij ons in principe niet. Je moet hier een hele goede reden hebben om ingeleid te worden zonder medische noodzaak. Wij kennen hier, gelukkig, een meer afwachtend beleid. Toch neemt ook hier het aantal inleidingen van eerste bevallingen toe, van 21 % in 2008 naar 24 % in 2018 . Dat is een trend die we niet kunnen negeren. Ook mét een medische indicatie is het belangrijk de nadelen van het inleiden mee te wegen.”
Uitbreiden evidence
Peters en haar collega’s van de afdeling Verloskundige Wetenschap, die verdeeld is over Amsterdam UMC, UMC Groningen en Academie Verloskunde Amsterdam Groningen, hopen met vervolgonderzoek op basis van cohortanalyses in Europa en Canada de gevonden evidence verder uit te breiden. In Nederland zou onderzoek kunnen worden gedaan op basis van gegevens van Perined, gekoppeld aan huisartsen- en ziekenhuisdata. Peters is benieuwd naar factoren die in het Australische onderzoek niet zijn meegewogen. “Zoals het gebruik van antibiotica, het BMI van de aanstaande moeder en of het kind fles- of borstvoeding heeft gekregen. Zo kunnen we scherper krijgen welke gezondheidsproblemen waarschijnlijk het gevolg zijn van ingeleide bevallingen.”
“Als je weet dat inleiden ook risico’s met zich meebrengt, denk je misschien eerder: ik hou het nog wel even vol”
Bewust van risico’s
Het zal nog even duren voor de uitkomsten van dat Nederlandse onderzoek kunnen worden meegenomen in de richtlijnen. Tot die tijd is het belangrijk dat huisartsen en gynaecologen ervan op de hoogte zijn dat het af te raden is om vóór 41 weken in te leiden zonder medische noodzaak, vindt Peters. “En dat aanstaande moeders en hun partners dit ook meekrijgen. Als je weet dat inleiden ook risico’s met zich meebrengt, denk je misschien eerder: ik hou het nog wel even vol.”
Referentie: Hannah G Dahlen, Charlene Thornton, Soo Downe, Ank de Jonge, Anna Seijmonsbergen-Schermers, Sally Tracy, Mark Tracy, Andrew Bisits, Lilian Peters
Intrapartum interventions and outcomes for women and children following induction of labour at term in uncomplicated pregnancies: a 16-year population-based linked data study 2021 May