DOQ

Internist dr. Özcan: ‘Vraag naar diabetes-specifieke distress, want het beïnvloedt de diabetesregulatie’

Etniciteit speelt een rol bij de mate waarin diabetici diabetes-specifieke distress ervaren, zo blijkt uit onderzoek. Distress gaat over de zorgen en frustraties die een patiënt ervaart door een leven met diabetes. Mensen met een niet-Kaukasische achtergrond hebben hier veel meer last van (tot wel 31,7 procent) dan Kaukasiërs (5,8 procent). Een vragenlijst moet internisten en andere zorgprofessionals helpen om distress bespreekbaar te maken. “Het is een relevante vraag, want distress heeft invloed op iemands kwaliteit van leven en daarmee ook op diens diabetesregulatie.”

Etniciteit speelt niet alleen een rol bij het krijgen van type 2 diabetes, maar ook bij de gevolgen die de patiënt ervan ervaart. Dit blijkt uit onderzoek van internist dr. Behiye Özcan (Erasmus MC) en epidemioloog Miranda Schram (Maastricht UMC+) naar de mate waarin diabetes-specifieke distress voorkomt in Nederland. “Onder de groep mensen met een andere dan Kaukasische etniciteit komt het veel meer en ernstiger voor”, zegt Özcan. “Bij Kaukasiërs is het gemiddeld 5,8 procent, terwijl het bij andere etniciteit varieert van 9,6 tot 31,7 procent. En hierbij is rekening gehouden met factoren zoals leeftijd, geslacht, medicatiegebruik en complicaties. De vraag waarom dit zo is, moet in vervolgonderzoek worden beantwoord, maar in de diagnostiek en behandeling van deze patiënten kan er door deze nieuwe kennis nu al rekening mee worden gehouden. En als je bedenkt dat er wereldwijd 327 miljoen mensen zijn met type 2 diabetes en het patiëntaantal ook in Nederland ieder jaar groter wordt, is dat belangrijke winst.”

Internist dr. Behiye Özcan (Erasmus MC)

Dag-in dag-uit diabetes

Diabetes-specifieke distress mag niet worden verward met depressie, stelt Özcan. “Voor het begrip bestond tot voor kort weinig aandacht”, vertelt ze. “Het zijn de zorgen en frustraties van de patiënt die gerelateerd zijn aan het leven met diabetes. Geen depressie, want dat is een goed gedefinieerde psychiatrische aandoening waarvoor heldere criteria bestaan. Het gaat om verborgen gevoelens die de patiënt niet uit in de spreekkamer, waar het vooral over de medische kant van het ziektebeeld gaat. Daar wordt doorgaans niet de vraag gesteld hoe iemand het ervaart om 24 uur per dag diabetespatiënt te zijn. Maar dat is wel een relevante vraag, want diabetes-specifieke distress heeft wel invloed op iemands kwaliteit van leven en daarmee ook op diens diabetesregulatie.”

Diabetes-specifieke distress

Voor de behandelaar betekent deze nieuwe kennis dat hij er in de spreekkamer rekening mee kan houden, stelt Schram. “Het hoort het eerste te zijn waar je aan denkt als je problemen ervaart met de behandeling van de diabetes”, zegt ze. Inmiddels bestaat een vragenlijst die de behandelaar hierin richting geeft. “Hiermee kun je het probleem bespreekbaar maken”, zegt Özcan, “en eventueel kun je een medisch psycholoog inschakelen. Cognitieve gedragstherapie, eHealth en zelfmanagementprogramma’s kunnen deze patiënten helpen om minder last te ervaren van de diabetes-specifieke distress. Voor de behandelaar is het hierbij wel belangrijk te beseffen dat de patiënt de helft vergeet van de informatie die hij in de spreekkamer te horen krijgt. Het heeft dus echt aandacht nodig. Bijvoorbeeld op de polikliniek in het ziekenhuis waar ik werk, bestaat die aandacht en werkt ook een medisch psycholoog.”

Associate professor epidemioloog Miranda Schram (Maastricht UMC+)

Menselijk perspecitief

Maar Schram vult aan: “Dat is nog niet overal in het land het geval. Wij hebben die professional nog niet in onze gelederen, maar we werken er wel aan om dit voor elkaar te krijgen.” De meerwaarde hiervan is groot, stelt Özcan tot slot. “De medisch psycholoog kijkt vanuit een heel andere invalshoek dan wij naar de problematiek van de diabetespatiënt. Dat merken we ook altijd in het multidisciplinair overleg. Als wij als behandelaars een patiëntcasus vanuit een te medisch perspectief bespreken, kan hij bijvoorbeeld vragen: ‘Heeft die patiënt angst voor prikken?’. Dat werkt dan heel verhelderend.”

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Hoe dramaseries artsen kunnen helpen bij morele keuzes

Drie afleveringen van House M.D. of Dexter op een avond kijken, puur voor de ontspanning? Voor zorgprofessionals kan het ook leerzaam zijn. Mediawetenschapper Merel van Ommen onderzocht hoe dramaseries artsen kunnen helpen om beter om te gaan met moreel ingewikkelde situaties.

Onderliggend denkpatroon stuurt voorschrijver bij keuze voor geneesmiddel

Het voorschrijven van geneesmiddelen is een afweging tussen richtlijnen, ervaring en patiëntkenmerken. Indeling in vier voorschrijversprofielen geeft inzicht in de eigen afwegingen. “En het helpt te begrijpen waarom een collega een andere beslissing neemt.”

‘Medicatiebeleid in de laatste levensfase kan beter’

6 op de 10 patiënten in de palliatieve fase krijgt door de huisarts medicatie voorgeschreven die niet langer passend is. Dat blijkt uit een onlangs verschenen factsheet van Nivel en PZNL. “We moeten voorschrijfgewoonten kritisch onder de loep nemen”, zegt Yvonne de Man, senior onderzoeker bij Nivel.

Casus: vrouw met pijnlijke oorschelp

Een 55-jarige vrouw heeft een hoed in haar hand als ze uw spreekkamer binnenkomt. Sinds een maand heeft zij ’s nachts last van pijn aan het linkeroor. Op de oorrand ziet u een nodulus die bij druk zeer pijnlijk is. Wat is uw diagnose?

‘Live well, die well’: rol van vrijwilligers in de laatste levensfase

Vrijwilligers aan het sterfbed in het ziekenhuis maken een groot verschil, stelt Anne Goossensen. Ze luisteren, troosten en verlichten de werkdruk van zorgverleners. “Ze bieden een luisterend oor en zijn aanwezig, zonder haast of medische agenda.”

Waarom melden vrouwen vaker bijwerkingen van medicijnen?

Vrouwen blijken vaker bijwerkingen van medicijnen te melden dan mannen. Onderzoeker Sieta de Vries van het UMC Groningen probeert te achterhalen hoe dit komt. En dat blijkt complexer dan het lijkt.

Gezondheid van mens, dier en natuur horen bij elkaar

Voorheen circuleerden het westnijl- en het usutuvirus alleen in Zuid-Europa. Maar inmiddels komen ze ook voor in Nederlandse vogels en muggen. Viroloog Marion Koopmans ziet daarin een duidelijke les: “De gezondheid van mensen kun je niet los zien van die van dieren en ecosystemen.”

Casus: hoestende man met koorts en dyspneu

Een 31-jarige Poolse man die vanwege de ziekte van Crohn wordt behandeld met infliximab bezoekt de SEH, omdat hij al twee weken hoest en benauwd is. Ook heeft hij koorts. Een antibioticumkuur van de huisarts heeft geen effect gehad. Wat is uw diagnose?

Casus: man met huidafwijking op de rug

Een 69-jarige man komt op uw spreekuur om een verruca seborrhoica in het gelaat te laten controleren. Bij algehele inspectie ziet u ook een huidafwijking op de rug. Wat is uw diagnose?

´Voorkom medicijn­resten, begin bij je eigen voorschrijven´

Minder diclofenac, lagere hormoondoses, terughoudend met azitromycine - zo kunnen zorgverleners volgens een recent rapport van het IVM bijdragen aan schoner water. “Aan de overwegingen die artsen maken bij voorschrijven zou ook duurzaamheid moeten worden toegevoegd.”