DOQ

Internist i.o. Kusters: ‘Diverse mechanismen dragen bij aan insulineresistentie, bètacel- en vaatdisfunctie’

Zoals er meerdere wegen naar Rome leiden, zo zijn er uiteenlopende manieren om gezondheidsschade door overgewicht te krijgen. Yvo Kusters ontdekte dat verschillende mechanismen onafhankelijk van elkaar een rol kunnen spelen. Dit inzicht biedt aanknopingspunten voor preventie‐ en behandelstrategieën op het vlak van diabetes en hart- en vaatziekten. De internist in opleiding vertelt over het onderzoek waarop hij onlangs promoveerde aan het Maastricht UMC+. 

Internist i.o Yvo Kusters

Wat was de aanleiding voor je onderzoek? 

“Ik wilde mechanismen ontrafelen die eraan bijdragen dat mensen met obesitas op een gegeven moment gezondheidsschade ontwikkelen. Waarom krijgt de ene persoon diabetes en de andere niet? Waarom krijgt de ene persoon hart- en vaatziekten en de andere niet? Hierbij is natuurlijk bekend dat er een gedeeltelijke overlap bestaat tussen diabetes en hart- en vaatziekten.” 

Op welke kennis bouwde je voort? 

“We weten dat bij mensen met overgewicht een ongevoeligheid ontstaat voor het hormoon insuline, oftewel insulineresistentie. Verder werkt de alvleesklier niet goed genoeg: bètaceldisfunctie. Ook functioneren grote en kleine bloedvaten minder goed, wat vaatdisfunctie wordt genoemd. Deze processen kunnen leiden tot diabetes en hart- en vaatziekten.” 

“Als er uiteenlopende manieren zijn om ziek te worden, is het ook mogelijk én noodzakelijk verschillende behandelingen in te zetten” 

Wat maakt jouw onderzoek vernieuwend?  

“Wij hebben voor het eerst geprobeerd onafhankelijke mechanismen te identificeren die resulteren in insulineresistentie, bètaceldisfunctie en vaatdisfunctie. Hiervoor hebben we onder meer een studie opgezet waarin mensen met overgewicht een energiebeperkt dieet ondergingen.” 

Hoe zag dit onderdeel van de studie eruit?  

“We stelden drie groepen samen die alle bestonden uit ongeveer 25 deelnemers. De eerste groep had geen overgewicht. Groep twee en drie hadden dat wel, maar de ene werd gevraagd het gebruikelijke eetpatroon aan te houden, terwijl de andere een energiebeperkt dieet kreeg. Het was een pittig programma: in de eerste vier tot vijf weken mochten deze deelnemers bijvoorbeeld maximaal 500 à 600 kilocalorieën per dag binnenkrijgen. 

We hebben de meest uiteenlopende metingen gedaan bij de drie groepen. Een voorbeeld is de insuline clamp, waarbij je insuline toevoegt in de bloedbaan en vervolgens kijkt hoe efficiënt het lichaam glucose wegsluist. We hebben gelijktijdig gekeken naar de reactie van de kleinste bloedvaatjes, bijvoorbeeld in de spier, huid of tong. De deelnemers gingen ook in de MRI-scanner, zodat onder meer de vetverdeling in het lichaam en de hoeveelheid vet in de lever konden worden vastgesteld. Vanzelfsprekend hebben we ook op veel momenten bloed afgenomen. En er was een dag waarop we de deelnemers verzochten zelf hun bloeddruk te meten en hun urine te verzamelen.” 

“Het onderzoek laat zien dat je aandacht moet hebben voor alle mechanismes. Sport en beweging is bijvoorbeeld niet altijd het enige antwoord” 

Hoe luidt je onderzoeksconclusie? 

“Het belangrijkste resultaat is dat diverse mechanismen onafhankelijk van elkaar bijdragen aan insulineresistentie, bètaceldisfunctie en vaatdisfunctie. Dit is iets wat we helemaal niet wisten. Toen ik net begon met onderzoek, viel het me op dat de ene onderzoeksgroep het belang van proces A accentueerde en de andere groep juist de rol van proces B benadrukte. Nu blijkt het beeld genuanceerder te zijn. Bij mensen met obesitas dragen de door ons onderzochte processen onafhankelijk van elkaar bij aan het ontstaan van diabetes en hart- en vaatziekten. Insulineresistentie houdt bijvoorbeeld verband met de hoeveelheid vet in buik en lever. En voor het functioneren van de alvleesklier lijkt het vet in de alvleesklier mede een rol te spelen.” 

Wat kan deze uitkomst betekenen voor preventie en behandeling? 
“Als er uiteenlopende manieren zijn om ziek te worden, is het ook mogelijk én noodzakelijk verschillende behandelingen in te zetten. Het onderzoek laat zien dat je aandacht moet hebben voor alle mechanismes. Sport en beweging is bijvoorbeeld niet altijd het enige antwoord. En de ene persoon is misschien meer gebaat bij interventie A dan bij interventie B.”  

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Casus: patiënte met dyspnoe en oedeem in het gelaat

Een 66-jarige vrouw presenteert zich met sinds drie weken progressief verminderde inspanningstolerantie en met name ’s ochtends een zwelling van het gelaat. Overdag verbeteren de klachten deels. Wat is uw diagnose?

Wat je verwacht, voel je: wat zorgverleners kunnen leren van placebo-effecten

Wat patiënten verwachten, beïnvloedt direct hoe zij pijn of bijwerkingen ervaren. Henriët van Middendorp legt uit hoe placebo- en nocebo-effecten werken, en hoe zorgverleners deze bewust en ethisch kunnen inzetten in de praktijk.

Trots op goed werkend meld­systeem voor bijwerk­ingen

Agnes Kant wijst op het belang van meer onderzoek naar bijwerkingen en roept zorgverleners op te blijven melden bij het Bijwerkingenmeldsysteem. “Van 70% van de geneesmiddelen is nog onduidelijk of deze veilig tijdens de zwangerschap gebruikt kunnen worden.”

Wandelend naar een betere gezondheid

Matthijs van der Poel combineert als huisarts en sportliefhebber zorg en beweging. Met stichting Looprecept wandelt hij wekelijks met patiënten – goed voor lijf, hoofd én verbinding. “Het is heel laagdrempelig en dat verklaart denk ik ook het succes.”

De patiënt doet lastig, en dan?

Patiënten met een persoonlijkheidsstoornis kunnen soms veel losmaken, zowel in het behandeltraject als bij de arts. Thom van den Heuvel geeft handvatten voor het omgaan met deze patiëntengroep. “Het contact vraagt meer tijd en legt tegelijk emotionele druk op de arts."

Vind meertalige zorgverleners via ikspreekmeerdan.nl

Als anios in een huisartsenpraktijk in Amsterdam merkte Daan Frehe dat taal voor veel patiënten een barrière vormt voor het krijgen van goede zorg. “Via ikspreekmeerdan.nl kan nu een zorgverlener met een gedeelde taal en cultuur gevonden worden. Dat is enorm waardevol.”

Casus: man met een veranderde vlek op het been

Een 72-jarige man presenteert zich op uw spreekuur met een veranderde plek op het bovenbeen rechts. De vlek is gegroeid en van kleur veranderd. De patiënt heeft een licht huidtype en een voorgeschiedenis van basaalcelcarcinoom. Wat is uw diagnose?

Maak van wachttijd in de ggz hersteltijd: vijf praktische adviezen

Sanne Booij en Christien Slofstra willen af van de stille wachttijd in de ggz. Met hulp van de huisarts kan het herstel al beginnen, nog vóór de intake. “Deze periode hoeft geen verloren tijd te zijn.”

Beteugelen geneesmiddel­prijzen noodzakelijk voor betaalbare zorg

Wilbert Bannenberg strijdt met Stichting Farma ter Verantwoording tegen excessieve geneesmiddelprijzen. Zijn missie: winsten beteugelen om zorg toegankelijk te houden. “Geneesmiddelprijzen moeten beteugeld gaan worden, anders wordt de zorg onbetaalbaar.”

Casus: vrouw met veranderd defecatiepatroon

Een vrouw wordt naar de polikliniek gestuurd in verband met een veranderd defecatiepatroon. Ze heeft wat frequenter dan gebruikelijk ontlasting. Er zijn wat vage buikklachten in de zin van rommelingen en krampen. Ze gebruikt geen medicatie. Wat is uw diagnose?