DOQ

Jicht: kiezen voor behandeling van het serumuraat of van de aanval?

Een behandeling gericht op vermindering van de uraatmassa in het lichaam, zoals weerspiegeld in het urinezuurgehalte in het bloed (treat-to-target)? Of een behandeling die vooral acute ontstekingsreacties zoals jichtaanvallen tracht te voorkomen (treat-to-symptom)? Wat is de meest effectieve, veilige en doelmatige behandelstrategie bij patiënten met jicht? Voer voor discussie onder jichtbehandelaren. Reumatoloog Tim Jansen doet onderzoek hiernaar.

De hoop is een antwoord op deze vragen te vinden met behulp van de recent gestarte GO TEST OVERTURE-studie. Dit is een tweearmige studie waarin onbehandelde jichtpatiënten primair worden behandeld op voorkoming van jichtaanvallen, óf primair op daling van de urinezuurconcentratie in het bloed.

Reumatoloog Tim Jansen

Leeftijdsafhankelijk

“Jicht is de meest voorkomende vorm van ontstekingsreuma wereldwijd”, vertelt Tim Jansen, reumatoloog in het VieCuri Medisch Centrum in Venlo en onderzoeker van de OVERTURE-multicenterstudie. “Schatting is dat een tot tien procent van de Nederlandse populatie een of meerdere keren in zijn leven kampt met acute jichtaanvallen. Dat percentage is leeftijdsafhankelijk. Hoe ouder je bent, hoe groter het risico op jicht. De verwachting is dat met een verouderende bevolking de ziekte de komende jaren steeds vaker zal voorkomen.”

Reumatologen die specifiek met jicht bezig zijn hebben zich er hard voor gemaakt dat jicht meer is dan een ontstekingsziekte”

Méér dan een ontstekingsziekte

Vooral Noord-Amerikaanse huisartsen menen dat een behandeling gericht op alleen de jichtaanval (met diclofenac, naproxen of prednison) voldoende is voor veel jichtpatiënten. Jansen: “Zij beschouwen jicht dan ook vooral als een acute ontstekingsziekte. Dit in tegenstelling tot de reumatologen die specifiek met jicht bezig zijn. Zij hebben zich binnen de Europese en Amerikaanse wetenschappelijke verenigingen er hard voor gemaakt dat jicht meer is dan een ontstekingsziekte. En dat ook de urinespiegels flink moeten worden verlaagd. De reumatologen staan daarom een uraatgestuurde behandeling voor. Daarbij zijn er soms veel en hogere doseringen nodig van de uraatverlagers – allopurinol, febuxostat en/of benzbromaron – om het serumuraat stabiel onder de 0,30 mmol/l te krijgen bij complexe jicht, of onder de 0,36 mmol/l bij minder complexe jicht.”

Strategiestudie

In de OVERTURE-studie worden 310 jichtpatiënten verdeeld over meerdere jicht-behandelcentra geïncludeerd. Zij worden gerandomiseerd in één van beide armen van de studie. “Patiënten in de uraatgestuurde arm krijgen allopurinol 100, 300, 400 of 600 mg daags”, aldus Jansen. “Bij niet verdragen door allergie krijgen zij febuxostat 40, 80 of 120 mg daags en bij intolerantie benzbromaron 100 mg daags. Patiënten in de aanvalsgestuurde arm krijgen zo nodig aanvalsremming met maximaal 100 mg allopurinol. Zij krijgen geen doseringsaanpassing allopurinol op geleide van het serumuraat. Het is daarmee een strategiestudie waarbij beide behandelarmen met elkaar worden vergeleken.”

“Een treat-to-symptom behandeling kan voor een patiënt een betere keuze zijn. Die is minder belastend, mits je niet te veel aanvallen hebt”

Patiëntervaring

De patiënten worden twee jaar gevolgd. De onderzoekers verzamelen klinische-, laboratorium-, en patiënt-gerapporteerde uitkomstmaten. De patiëntervaring speelt een belangrijke rol in het onderzoek, benadrukt Jansen. “We sturen patiënten online gevalideerde vragenlijsten waarin we ze vragen naar ervaren kwaliteit van leven, arbeidsinzetbaarheid en mate van belasting van de behandeling. Voor de uraatgestuurde behandeling, treat-to-target-, moeten patiënten bijvoorbeeld regelmatig voor labcontroles naar het ziekenhuis. Niet iedere patiënt vindt dat prettig. Een treat-to-symptom behandeling kan voor die patiënt dan een betere keuze zijn. Die is minder belastend, mits je niet te veel aanvallen hebt.”

Hopelijk zien we ook bij welke patiënten aanvalsgestuurde zorg afdoende is. En hoeveel pillen je gemiddeld per dag slikt in de ene versus de andere behandelaanpak”

Kennislacune

De inclusie van patiënten is momenteel in volle gang. In 2023 hoopt Jansen de uitkomsten van de studie te kunnen presenteren. Mogelijk geeft deze antwoord op de vraag welke patiënt meer baat heeft bij een aanvalsgestuurde behandelstrategie en welke meer bij een urinezuurgestuurde strategie.“Dat weten we nu nog niet. Dit onderzoek vormt onderdeel van de Kennisagenda van de Nederlandse Vereniging voor Reumatologie (NVR). De NVR heeft geconstateerd dat hier een kennislacune ligt. Die hopen we met dit onderzoek weg te nemen. Dat zou goed nieuws zijn, want het betekent dat we in de toekomst in maat en getal kunnen aangeven hoeveel risico je hebt op aanvalsvrijheid, goede kwaliteit van leven en bijwerkingen van medicatie bij één van beide behandelstrategieën. Hopelijk zien we ook bij welke patiënten aanvalsgestuurde zorg afdoende is. En hoeveel pillen je gemiddeld per dag slikt in de ene versus de andere behandelaanpak. Want dát is wat patiënten graag willen weten.”

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Minder allergieën: ‘beetje modder, minder zeep en wat gezonde chaos’

Het aantal mensen met een allergie neemt toe. Hoe komt dit en is dit tij te keren? Allergoloog Hanneke Oude Elberink geeft uitleg en praktische adviezen. “We zien een wereldwijde trend die we niet louter op een verhoogde perceptie kunnen afschuiven.”

Casus: vrouw met mogelijke pneumonie

Een 64-jarige vrouw presenteert zich op de spoedeisende hulp vanwege verdenking op een pneumonie. Ze heeft een voorgeschiedenis van COPD en twee maanden eerder had zij een symptomatische COVID-19-infectie. Wat is uw diagnose?

Bij complexe casuïstiek is meedenken huisarts waardevol voor specialist

Carel Veldhoven, de eerste Academische Generalist in een academisch ziekenhuis, wil dat de specialist bij complexe problematiek de huisarts laat meedenken. “Huisartsen hebben een andere pragmatiek, kennis en kunde, die ook in een academisch ziekenhuis meerwaarde heeft.”

‘De tijd is rijp om mensen integraal te behandelen’

Kelly Dollenkamp leidt het spreekuur integrale geneeskunde oncologie, waar patiënten leren hoe ze zelf hun gezondheid en kwaliteit van leven kunnen verbeteren naast hun reguliere behandeling. “Patiënten kunnen zelf veel doen om hun gezondheid te bevorderen.”

‘Allergie of nie?’: beoordeling van antibiotica in de allergiebanner

Hanneke Oude Elberink geeft adviezen om onterechte vermelding van antibiotica-allergieën in de allergiebanner tegen te gaan. “Als een patiënt aangeeft allergisch te zijn voor antibiotica, vraag dan de aard van de klachten goed uit.”

Over bias, gezondheids­verschillen en racisme in de gezond­heidszorg

Alana Helberg-Proctor legt uit hoe ‘de witte man’ nog steeds de standaard is in de gezondheidszorg, met gevolgen voor andere bevolkingsgroepen. “Iedereen die niet tot deze referentiegroep behoort, kan benadeeld worden. Want de zorg is niet primair op hen afgestemd.”

Casus: man met zwelling in de hals

Een 60-jarige man heeft al vele jaren een zwelling mediaan in de hals. Voorheen nooit last van gehad. Echter, het laatste jaar is de afwijking langzaam progressief in omvang gegroeid en is er toenemende last van een globusgevoel. Wat is uw diagnose?

‘Euthanasie heeft ethische, psycho­logische en sub­jectieve aspecten’

Intervisiebegeleider Jacintha Verhallen deelt de uitdagingen waar euthanasieartsen voor staan, van ethische dilemma's tot psychisch lijden bij jongeren. “De intervisiegroepen vormen een leercirkel, waarin de deelnemers reflecteren op hun ervaringen.”

Limburgse apotheek wil chronisch gebruik slaap­medi­catie voorkomen

Apotheker Waan Yasen startte in samenwerking met huisartsen en de gemeente Reuver een project om chronisch gebruik van slaapmedicatie te voorkomen. “We willen patiënten bewust maken van de risico’s. Een alternatief voor medicatie is bijvoorbeeld slaaptherapie.”

‘Zorg dat je digitaal geletterd blijft’

Maartje Schermer deelt enkele ethische vraagstukken die spelen bij technologische ontwikkelingen in de zorg, zoals AI. “Wees er niet bang voor, probeer het uit, en vooral: blijf je er vragen bij stellen. Want één ding is zeker: dit gaat niet meer weg.”


0
Laat een reactie achterx