Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Jonge klare zonder baan: ‘Genoeg oplossingen, als je ervoor openstaat’
Het overschot aan afgestudeerde medisch specialisten, jonge klaren, neemt toe. Zo heeft bijvoorbeeld bijna twintig procent van de chirurgen zes tot tien jaar na de opleiding nog steeds geen vaste aanstelling. Wat kun je zélf doen als jonge klare wanneer je geen vaste aanstelling kan krijgen? Chirurg dr. Arthur Bloemen kon zich tijdens zijn opleiding niet voorstellen dat hij ooit iets anders zou doen dan chirurgie. Toch liep het anders en schoolt hij nu om tot verzekeringsarts. Hoe kijkt hij hierop terug? En welke advies zou hij geneeskundestudenten geven?
Tijdens een jaar fellowship in Antwerpen werd het Arthur Bloemen al snel duidelijk dat er nauwelijks vacatures waren als chirurg. “In die periode ben ik welgeteld twee passende vacatures tegengekomen”, vertelt hij. “Het fellowship kon eventueel nog een jaar verlengd worden, maar daarna moest ik toch echt wat anders.” Bloemen besloot na het eerste jaar de knoop door te hakken. “Ik heb een jong gezin en wilde mijn vrouw en kinderen niet steeds mee laten verhuizen. Toen zag ik een vacature als verzekeringsarts en heb ik gesolliciteerd.”
Dik tevreden
Sinds een jaar doet hij arbeidsongeschiktheidsbeoordelingen: hij schoolt zich nu om tot verzekeringsarts bij het UWV en hij is er tevreden mee. Méér dan dat zelfs, zegt hij. “Natuurlijk is het jammer als iets waar je voor hebt geleerd niet mogelijk is. Maar soms pakt het leven nu eenmaal anders uit. Er zijn genoeg oplossingen, als je er maar voor open wilt staat. En mijn competenties als chirurg, bijvoorbeeld zwaarwegende beslissingen nemen, komen ook als verzekeringsarts van pas. Er is nu eenmaal een overschot aan chirurgen en een tekort aan verzekeringsartsen. Ik wil graag iets doen waar ik écht nodig ben.”
“ ’s Avonds studeren komt nog maar zelden voor. Voor mijn gezinsleven is dit véél beter”
Omscholen
De omscholing bestaat voor Bloemen uit een korte interne ‘stoomcursus’ aangevuld met twee jaar competentiegerichte opleiding (normaliter vier jaar). “Verzekeringsgeneeskunde is een heel breed vakgebied en je opereert niet alleen in een medisch, maar ook juridisch milieu; daar moest ik aan wennen. Ik krijg bijvoorbeeld ook te maken met psychologische en neurologische klachten. Dat had ik voor het laatst in mijn opleiding tot basisarts gehad. Het is voor mij een verdieping in de breedte.” Maar het omscholen zelf valt hem gemakkelijker dan destijds zijn opleiding tot medisch specialist. “Toen zat ik na een werkdag vaak nog
’s avonds te studeren ter voorbereiding op een operatie, de volgende dag. Dat was part of the job. Nu heb ik gemiddeld één werkdag per week voor de studie, en leer ik daarnaast door veel vlieguren te maken, veel mensen te zien op het spreekuur. ’s Avonds studeren komt nog maar zelden voor. Voor mijn gezinsleven is dit véél beter.”
“Ja, een medisch specialist verdient soms meer, maar daar zijn bijvoorbeeld de werkuren ook naar”
Inkomensverschil
En wat vindt hij – eerlijk gezegd – van het verschil in inkomen tussen verzekeringsartsen en chirurgen? “Een verzekeringsarts verdient echt niet slecht hoor”, zegt hij. “Ja, een medisch specialist verdient soms meer, maar daar zijn bijvoorbeeld de werkuren ook naar. Ik vind het heel prettig dat ik nu leuk en interessant werk doe en dat ik regelmatige werktijden heb. Daardoor heb ik een betere werk-privébalans en meer tijd voor mijn gezin.”
“Als je het wilt zien, zijn er zo veel andere mogelijkheden”
Best even wennen
Ziet hij dit dan als oplossing voor álle jonge klaren die geen vaste aanstelling kunnen krijgen als medisch specialist? “Omscholen pakt voor mij nu goed uit”, zegt hij. “Maar als ik een vaste aanstelling had gevonden, was ik chirurg geworden. Ik begrijp best dat veel jonge klaren de gedachte aan omscholen moeilijk vinden. Ook bij mij heeft het wel een paar maanden geduurd voordat ik aan het idee was gewend. Als je het wilt zien, zijn er zo veel andere mogelijkheden. Vanuit de geneeskundeopleiding gaat er traditioneel gezien veel aandacht uit naar de klinische vakken, maar er is zoveel meer. Uiteindelijk komt ongeveer een derde van de artsen in de sociale geneeskunde terecht, evenveel als in de huisartsgeneeskunde of klinisch specialismen. Ontwikkelingen als het Jonge Klaren-initiatief, een groep die de belangen van jonge klaren behartigt, stemmen hoopvol voor de toekomst. En er zijn altijd alternatieven; bijvoorbeeld omscholing naar verzekeringsarts.”
Lees ook ‘Jonge klaren zonder baan, wat doen we eraan? 3 best practices’
UWV en De Jonge Specialist slaan handen ineen
UWV en De Jonge Specialist (DJS) gaan een langdurige samenwerking aan. Het netwerk van de Jonge Specialist heeft zo’n 4300 leden en biedt een breed en kwalitatief bijscholingsaanbod aan haar leden. UWV wil hier graag een aanbod aan toevoegen door basisartsen en aios kwalitatieve bijscholing en informatievoorziening te bieden op discipline-overstijgende onderwerpen en vakinhoudelijke thema’s. Zo biedt UWV deze mensen een kijkje in de keuken van de sociale geneeskunde of ‘arbeid en gezondheid’, een vakgebied waarin ook de verzekeringsarts werkzaam is.
Lees meer
Bron: UWV
Referenties: