DOQ

Kinderartsen veelvuldig geconfronteerd met agressieve ouders

Uit onderzoek van de Capture group naar belastende (werkgerelateerde) gebeurtenissen onder kinderartsen, blijkt dat zij veelvuldig geconfronteerd worden met agressieve ouders. Ook complicaties en overlijden van patiënten werden als traumatisch ervaren.

In 2016 kregen de 2160 leden van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (NVK) een digitale enquete met vragen over belastende gebeurtenissen, coping en opvang na een belastende gebeurtenis. Ook bevatte de enquete vragenlijsten die de mate van angst, depressie en trauma scoren.

In totaal hebben 410 leden van de NVK de enqute ingevuld (74,9% kinderarts, 18% aios, 5,6% gepensioneerd en 1,5% niet-praktiserend). De verdeling was 32,7% man en 67,3% vrouw.

Van de respondenten gaf 34,9 % ooit een gebeurtenis als traumatisch te hebben ervaren op het werk. In de helft van de gevallen bestond deze gebeurtenis uit agressie van de ouders van patiënten. Ook complicaties en overlijden van patiënten werden als traumatisch ervaren.

De belangrijkste bevindingen uit de enquête zijn:

  • De meest belastende gebeurtenissen op het werk voor kinderartsen zijn: een diagnose missen, kindermishandeling constateren en twijfelen over de juiste behandelbeslissing.
  • Van de respondenten geeft 42,5% aan ooit weleens met agressie op het werk te maken te hebben gehad.
  • 17 % van de aiossen en 19% van de specialisten heeft zijn werkzaamheden aangepast naar aanleiding van een belastende gebeurtenis. Zij gingen meer diagnostiek doen, belden eerder een collega en zijn minder gaan werken; kinderartsen overwegen relatief vaak te stoppen met werken (41% geeft aan ooit serieus te hebben overwogen om te stoppen).
  • Depressieve symptomen komen vaker voor bij kinderartsen (7,3%) dan in de algehele populatie met een hoog inkomen (3%).
  • Angstklachten komen vaker voor bij kinderartsen (14,1%) dan in de algehele populatie met een hoog inkomen (6%).
  • Bij negen (2,2%) respondenten zijn er aanwijzingen voor een posttraumatische stressstoornis en 72,7% van alle respondenten herkent klachten passend bij een posttraumatische stressstoornis uit een eerdere periode in hun leven. Als er op de afdeling een protocol aanwezig is voor belastende gebeurtenissen, is de gemiddelde score van de TSQ significant lager.
  • Als kinderartsen een belastende gebeurtenis meemaken, bespreken de meeste dit informeel met collega’s, of met vrienden en familie of zoeken ze afleiding. Hierbij zoekt 10% ook professionele hulp. Van de kinderartsen geeft 21% aan nooit geleerd te hebben hoe om te gaan met emoties na een belastende gebeurtenis; 58% leerde dit in zijn aios-tijd.
  • Ongeveer 60% van de kinderartsen vindt de huidige opvang na een belastende gebeurtenis goed; desondanks zegt 34% dat er geen protocol is voor deze opvang en weet 40% niet of er een dergelijk protocol bestaat.
  • Kinderartsen willen na een belastende gebeurtenis het liefst opvang in de vorm van nabespreken in het team, peersupport van directe collega’s of professioneel georganiseerde peer­support.

Klik door voor het artikel: Occupational well-being in pediatricians-a survey about work-related posttraumatic stress, depression, and anxiety.van Steijn ME, Scheepstra KWF, Yasar G, Olff M, de Vries MC, van Pampus MG.

Bron: Capture group
Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Casus: patiënte met dyspnoe en oedeem in het gelaat

Een 66-jarige vrouw presenteert zich met sinds drie weken progressief verminderde inspanningstolerantie en met name ’s ochtends een zwelling van het gelaat. Overdag verbeteren de klachten deels. Wat is uw diagnose?

Wat je verwacht, voel je: wat zorgverleners kunnen leren van placebo-effecten

Wat patiënten verwachten, beïnvloedt direct hoe zij pijn of bijwerkingen ervaren. Henriët van Middendorp legt uit hoe placebo- en nocebo-effecten werken, en hoe zorgverleners deze bewust en ethisch kunnen inzetten in de praktijk.

Trots op goed werkend meld­systeem voor bijwerk­ingen

Agnes Kant wijst op het belang van meer onderzoek naar bijwerkingen en roept zorgverleners op te blijven melden bij het Bijwerkingenmeldsysteem. “Van 70% van de geneesmiddelen is nog onduidelijk of deze veilig tijdens de zwangerschap gebruikt kunnen worden.”

Wandelend naar een betere gezondheid

Matthijs van der Poel combineert als huisarts en sportliefhebber zorg en beweging. Met stichting Looprecept wandelt hij wekelijks met patiënten – goed voor lijf, hoofd én verbinding. “Het is heel laagdrempelig en dat verklaart denk ik ook het succes.”

De patiënt doet lastig, en dan?

Patiënten met een persoonlijkheidsstoornis kunnen soms veel losmaken, zowel in het behandeltraject als bij de arts. Thom van den Heuvel geeft handvatten voor het omgaan met deze patiëntengroep. “Het contact vraagt meer tijd en legt tegelijk emotionele druk op de arts."

Vind meertalige zorgverleners via ikspreekmeerdan.nl

Als anios in een huisartsenpraktijk in Amsterdam merkte Daan Frehe dat taal voor veel patiënten een barrière vormt voor het krijgen van goede zorg. “Via ikspreekmeerdan.nl kan nu een zorgverlener met een gedeelde taal en cultuur gevonden worden. Dat is enorm waardevol.”

Casus: man met een veranderde vlek op het been

Een 72-jarige man presenteert zich op uw spreekuur met een veranderde plek op het bovenbeen rechts. De vlek is gegroeid en van kleur veranderd. De patiënt heeft een licht huidtype en een voorgeschiedenis van basaalcelcarcinoom. Wat is uw diagnose?

Maak van wachttijd in de ggz hersteltijd: vijf praktische adviezen

Sanne Booij en Christien Slofstra willen af van de stille wachttijd in de ggz. Met hulp van de huisarts kan het herstel al beginnen, nog vóór de intake. “Deze periode hoeft geen verloren tijd te zijn.”

Beteugelen geneesmiddel­prijzen noodzakelijk voor betaalbare zorg

Wilbert Bannenberg strijdt met Stichting Farma ter Verantwoording tegen excessieve geneesmiddelprijzen. Zijn missie: winsten beteugelen om zorg toegankelijk te houden. “Geneesmiddelprijzen moeten beteugeld gaan worden, anders wordt de zorg onbetaalbaar.”

Casus: vrouw met veranderd defecatiepatroon

Een vrouw wordt naar de polikliniek gestuurd in verband met een veranderd defecatiepatroon. Ze heeft wat frequenter dan gebruikelijk ontlasting. Er zijn wat vage buikklachten in de zin van rommelingen en krampen. Ze gebruikt geen medicatie. Wat is uw diagnose?