DOQ

‘Kinderen met astma zijn geen kleine volwassenen met astma’

Voor kinderen met ernstig astma zijn sinds enkelen jaren nieuwe, effectieve medicijnen – zogeheten biologicals – beschikbaar. Onduidelijk is of de voorschrijfcriteria hiervoor wel de juiste zijn. Susanne Vijverberg en Yoni van Dijk, beiden werkzaam in het Amsterdam UMC, onderzoeken dit in de Nederlandse PANDA-studie.

Het overgrote deel van de kinderen met astma is goed geholpen met de standaardbehandeling voor deze aandoening: dagelijkse inhalatiecorticosteroïden en een langwerkende luchtwegverwijder (bèta-2 agonist). Daarnaast is het vermijden van uitlokkende factoren als sigarettenrook en allergenen van belang. Bij een kleine minderheid van de kinderen met astma (2%-5%) werkt dit echter niet voldoende. Zij hebben desondanks regelmatig last van exacerbaties, die soms zelfs opname in het ziekenhuis nodig maken. “Dit ernstige astma heeft een sterk negatieve invloed op de kwaliteit van leven van de kinderen”, weet Susanne Vijverberg, senior onderzoeker in het Amsterdam UMC. “Het leidt onder andere tot schoolverzuim en beperkt de kinderen om met hun leeftijdsgenoten mee te doen met allerlei activiteiten in hun vrije tijd.”

“Voor kinderen gelden dezelfde criteria als bij volwassenen om biologicals voor te schrijven”

Senior onderzoeker Susanne Vijverberg

Nieuwe medicijnen

Gelukkig zijn er sinds enkele jaren nieuwe medicijnen beschikbaar die ernstig astma, met name de onderliggende ontsteking in de luchtwegen, gerichter en effectiever kunnen aanpakken. Vijverberg: “Deze zogeheten biologicals zijn inmiddels ook voor kinderen beschikbaar. De wetenschappelijke kennis over het gebruik van deze medicijnen bij kinderen is echter nog beperkt. Zo gelden voor kinderen dezelfde criteria als bij volwassenen om deze medicijnen voor te schrijven. Terwijl we weten dat kinderen met astma geen kleine volwassenen met astma zijn. De onderliggende pathologie is vaak anders, ze zijn nog in de groei en ook hun immuunsysteem is nog in ontwikkeling.”

PANDA

Kortom, of deze (dure) biologicals eigenlijk wel aan de juiste jonge patiënten worden voorgeschreven, is niet helemaal duidelijk. Om hier meer inzicht in te krijgen, startte in 2020 met financiële steun van het Longfonds PANDA, een prospectieve cohortstudie. “Doel van PANDA is het vinden van non-invasieve markers die voorspellen van welke soort behandeling kinderen met ernstig astma het meeste baat kunnen hebben”, vertelt arts-onderzoeker en promovenda Yoni van Dijk. “Allereerst hebben we onderzocht welke kinderen in de praktijk een biological krijgen voorgeschreven en hoe dit voorschrijfgedrag zich verhoudt tot criteria in de richtlijn.”

“De belangrijkste aanleiding voor de overstap naar een biological bleek de bijwerkingen”

Arts-onderzoeker Yoni van Dijk

Bijwerkingen van steroïden

Onlangs publiceerden Van Dijk en Vijverberg hun eerste bevindingen. Ze wisten 81 kinderen in de studie te verzamelen, waarvan 72 bij start van de studie nog geen biologicals gebruikten. Van die kinderen startten er gedurende het onderzoek 13 met een biological. Van Dijk: “De belangrijkste aanleiding voor de behandelende kinderlongartsen om de overstap naar een biological te maken bleek, naast onvoldoende effect van de standaardbehandeling, de bijwerkingen die de kinderen ondervonden van de corticosteroïden.” 

Niet doormodderen

“Niet alle kinderen die overstapten op een biological voldeden aan de officiële criteria hiervoor”, vult Vijverberg aan. “Zo was bij twee kinderen de therapietrouw ten aanzien van de standaardmedicatie niet optimaal, had één kind geen zogeheten T2-hoog astma – dat wil zeggen astma dat gepaard gaat met veel eosinofiele granulocyten en type 2 cytokines in het bloed – en hadden twee kinderen geen exacerbaties in het voorgaande jaar. De behandelende kinderlongarts koos er desondanks toch voor bij hen over te stappen op een biological omdat langer ‘doormodderen’, inclusief de bijwerkingen van de steroïden, ook niet gunstig is. Dit vanwege de schade die dit kan veroorzaken aan de zich nog ontwikkelende longen en beperkingen door de ziektelast.”

Bezwaren

Anderzijds zagen Van Dijk en Vijverberg ook dat sommige kinderen met ernstig astma die wel voldeden aan alle criteria voor behandeling met een biological toch niet hierop overstapten. Van Dijk: “Soms zagen de kinderen of hun ouders af van de overstap. Bijvoorbeeld vanwege onzekerheid over het effect van deze relatief nieuwe medicijnen op de lange termijn. Bij andere patiënten leverden maatregelen als stoppen met roken door de ouders voldoende verbetering op om vooralsnog af te zien van een biological. En soms waren er praktische bezwaren tegen het gebruik van de biological. Deze medicijnen worden eenmaal per maand toegediend in het ziekenhuis via een injectie. Voor kinderen met prikangst is dit geen aanlokkelijk scenario. Bovendien betekent het regelmatig ziekenhuisbezoek.”

“Het is vooral interessant om te zien hoe het de kinderen vergaat die niet voldeden aan de huidige voorschrijfcriteria”

Meer patiënten nodig

De hamvraag is natuurlijk of de kinderen die – al dan niet op basis van de geldende criteria – overstapten op een biological hier uiteindelijk baat bij hadden. Namen hun klachten af en nam hun kwaliteit van leven toe? “Het antwoord op die vraag moeten we helaas nog even schuldig blijven”, zegt Van Dijk. “Die gegevens moeten we nog analyseren. Bovendien was het uiteindelijk een maar kleine groep die overstapte op een biological. Om iets over de klinische effectiviteit in de dagelijkse praktijk te kunnen zeggen, hebben we gegevens nodig van meer patiënten. Daarbij is het vooral ook interessant om te zien hoe het de kinderen vergaat die niet voldeden aan de huidige voorschrijfcriteria maar toch overstapten op een biological. Dat kan meer inzicht geven over de juistheid van de huidige indicaties voor de overstap naar een biological.” Vijverberg: “We zijn nu bezig via internationale samenwerking meer data te verzamelen. ”

Referentie: Van Dijk YE, Brandsen, M.A., Hashimoto, S., et al. Factors influencing the initiation of biologic therapy in children with severe asthma: Results of the pediatric asthma noninvasive diagnostic approaches (PANDA) study. Pediatric Pulmonology 2024; June 27.

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Casus: patiënt met progressieve inspanningsdyspneu

Een patiënt presenteert zich met progressieve inspanningsdyspneu. Voorheen was hij in staat om zonder klachten te tennissen, nu ervaart hij kortademigheid bij stevig doorwandelen. Er is geen sprake van hoesten, sputumproductie of koorts. Wat is uw diagnose?

Uitgebreid bloedonderzoek met één simpele vingerprik

Capillaire bloedafname via een vingerprik blijkt bij meer dan 30 standaardbepalingen een goed alternatief voor venapunctie, concludeerde Martijn Doeleman. “Patiënten kunnen zelf de vingerprik doen. Gewoon thuis, wanneer het hen uitkomt.”

Cultuur­sensitieve zorg in de praktijk: lessen van Mammarosa

Taal- en cultuurverschillen kunnen de communicatie met zorgverleners flink bemoeilijken. Stichting Mammarosa biedt hierin uitkomst. Samia Kasmi vertelt hoe belangrijk cultuursensitieve communicatie is, en hoe artsen hierin het verschil kunnen maken.

‘Er is een trend naar meer visuele informatie’

“Voor patiënten blijkt de juiste toedieningsroute van een geneesmiddel niet altijd vanzelfsprekend te zijn”, vertellen Yara Mangindaan en Nike Everaarts-de Gruyter. Zij hielpen medicijnpictogrammen te ontwikkelen die ondersteunen bij goed gebruik van geneesmiddelen.

Werkbereidheid bij een crisis niet vanzelf­sprekend

Ziekenhuizen kunnen tijdens een crisis niet blind vertrouwen op hun personeel, concluderen Dennis Barten en Lindsy Engels. Werkbereidheid hangt sterk af van verschillende factoren. “Het is belangrijk om te ontdekken wat nodig is om voor te bereiden op crisissituaties.”

Casus: man met dysfonie­klachten

Een 42-jarige man komt op uw spreekuur met dysfonieklachten, twee maanden geleden ontstaan in een periode van veel hoesten. Aan het einde van de dag worden de klachten erger en het is lastig om een lang gesprek te voeren. Wat is uw diagnose?

Integrale geneeskunde in Nederland: tijd voor de volgende stap

Het spreekuur Integrative Medicine van Ines von Rosenstiel is erg populair en ook in andere ziekenhuizen groeit de belangstelling voor een dergelijk spreekuur. Hoe zorgen we ervoor dat IM een structureel onderdeel wordt van de reguliere zorg in Nederland?

Mindfulness in de zorg: allesbehalve zweverig

“Zorg goed voor jezelf. Er is er maar één van.” Dat zei een patiënt ooit tegen longarts Miep van der Drift. Ze weet als geen ander: mindfulness is niet alleen voor patiënten, maar ook voor zorgverleners. Ze geeft tips voor kleine veranderingen met een grote impact.

Medicatie vaak te lang voortgezet na ontslag uit ziekenhuis

Veel patiënten gebruiken in ziekenhuizen voorgeschreven opiaten, benzodiazepines en antipsychotica nog langdurig na ontslag, aldus Judith de Ruijter. “We geven artsen de tip om, als ze bij ontslag nieuwe medicatie voorschrijven, al meteen na te denken over stoppen.”

‘Impliciete sturing kan samen beslissen verstoren’

Het proces van samen beslissen kan worden verstoord door onbewuste aansturing op een bepaalde behandeling, aldus Anneleen Timmer en Suzanne Festen. “Misschien gaan veel behandelaars er onbewust vanuit dat de patiënt alles op alles wil zetten om de ziekte te bestrijden.”