DOQ

Kleine stapjes vooruit in kennis over behandeling polymyalgia rheumatica

De meerderheid van de patiënten met polymyalgia rheumatica is goed geholpen met een (tijdelijke) behandeling met prednison. Hoe de behandeling er idealiter uitziet voor de patiënten bij wie dit geen afdoende remedie is, is nog onbekend. Reumatoloog in opleiding Diane Marsman zette in haar promotieonderzoek enkele stapjes voorwaarts.

Polymyalgia rheumatica (PMR) mag dan na reumatoïde artritis de meest voorkomende inflammatoire reumatische aandoening zijn, de wetenschappelijke aandacht voor PMR houdt bepaald niet over. Dat merkte Marsman toen zij vijf jaar geleden startte met haar promotieonderzoek.  “Ik ben de eerste die binnen de Sint Maartenskliniek specifiek onderzoek heeft gedaan naar PMR. Maar ook wereldwijd is er weinig onderzoek naar PRM merkte ik toen ik in de wetenschappelijke literatuur dook.”

Reumatoloog i.o. Diane Marsman

Oorzaak onduidelijk

PMR komt vrijwel alleen voor bij oudere mensen (50-plus), iets vaker bij vrouwen dan bij mannen. Het uit zich doorgaans door plotselinge pijn en stijfheid van de nek, schouders en heupen met name in de nacht en ochtend. Dit als gevolg van ontstekingsprocessen in onder andere de slijmbeurzen, pezen en gewrichten. “De precieze oorzaak van het ontstaan van PMR is tot op heden onduidelijk”, vertelt Marsman. “Net als bij andere vormen van inflammatoire reumatische aandoeningen lijkt het een combinatie van onder andere genetische aanleg, omgevingsfactoren en veroudering.”

Seizoensgebonden infecties

Als mogelijk omgevingsfactor wordt in de spaarzame literatuur gewezen op seizoensgebonden infecties. Marsman onderzocht deze hypothese aan de hand van gegevens van 448 patiënten die zij koppelde aan incidentiecijfers van het RIVM over seizoensgebonden infecties. Hierbij keek zij over een periode van tien jaar of er sprake was van een seizoenseffect bij het ontstaan van de PMR-symptomen. En of er een associatie is tussen de incidentiepiek van vier seizoensgebonden infecties (Mycoplasma pneumoniae, Chlamydia pneumoniae, Parvovirus B19 en Parainfluenzavirus type 1) en het aantal nieuwe PMR-diagnoses per maand. “Daarbij vonden we geen significante associatie. Dat kan mogelijk doordat een seizoensgebonden infectie geen oorzaak is, doordat er een variatie is in het tijdstip van besmetting en het ontstaan van PMR.Of doordat de oorzaak gezocht moet worden in andere factoren.”

“Bij de helft van patiënten die gezien wordt in de tweede lijn heeft prednison geen of te weinig succes of heeft de patiënt te veel last van de bijwerkingen”

Veel last van bijwerkingen

En dan de behandeling van PMR. “Die start altijd met prednison om de ontsteking te onderdrukken. Het is doorgaans de huisarts die, na het stellen van de diagnose, deze behandeling inzet. Bij een deel van de patiënten leidt dit snel tot een afname van de klachten en ontstekingsparameters waarna de prednison kan worden afgebouwd. Bij de helft van patiënten die gezien wordt in de tweede lijn (reumatoloog of internist) heeft deze aanpak echter geen of te weinig succes of heeft de patiënt te veel last van de bijwerkingen van prednison. Met name deze patiënten komen terecht bij de reumatoloog.

“Er is nog onvoldoende wetenschappelijke onderbouwing voor de effectiviteit van het vroege gebruik van methotrexaat bij PMR”

Methotrexaat

Marsman: “Er bestaan weinig behandelalternatieven voor prednison. In de tweede lijn kunnen we ook methotrexaat aan de behandeling toevoegen. De richtlijn adviseert dit te doen bij patiënten die een verhoogd risico hebben op een ongunstig beloop, zoals vrouwen en patiënten met ook een ontsteking in de kleinere gewrichten zoals de pols of knie. Óf bij patiënten die als gevolg van comorbiditeit gevoelig zijn voor prednison, bijvoorbeeld doordat ze diabetes of ernstig hartfalen hebben. Het idee is dat je bij deze patiënten door vroeg te starten met methotrexaat de prednison snel kunt afbouwen waarna je op geleide van de klachten methotrexaat afbouwt. Er is echter nog onvoldoende wetenschappelijke onderbouwing voor de effectiviteit van het vroege gebruik van methotrexaat bij PMR. De studies laten wisselende resultaten zien waarbij bovendien verschillende, lage doses methotrexaat zijn gebruikt.”

Retrospectieve analyse

Ook Marsmans retrospectieve analyse van 240 patiënten uit de Sint Maartenskliniek, waarvan er 39 behandeld zijn met methotrexaat, geeft geen uitsluitsel. “We zagen geen significant verschil in het jaarlijkse aantal flares. Maar door het retrospectieve karakter van de studie waren beide groepen niet goed vergelijkbaar. In de Maartenskliniek start nu een dubbelblinde placebogecontroleerde gerandomiseerde studie met een hoge dosis methotrexaat. Die studie moet inzicht geven in de eventuele meerwaarde van vroeg gebruik van methotrexaat bij recent gediagnosticeerde PMR-patiënten.”

“In een proof of concept studie hebben we nu aangetoond dat rituximab na 21 weken inderdaad bij meer patiënten leidt tot een prednisonvrije remissie”

Rituximab

Eenzelfde verhaal gaat op voor het gebruik van rituximab. “Ook deze behandeling kan mogelijk prednisonsparend werken, en is bovendien natuurlijk ziekte modulerend. Er is echter nog geen onderzoek gedaan naar de effecten van rituximab bij PMR. In een proof of concept studie hebben we nu aangetoond dat rituximab na 21 weken inderdaad bij meer patiënten leidt tot een prednisonvrije remissie. Ook bereikten meer patiënten een lage dosis prednison. Daarnaast leidde behandeling met rituximab tot een grotere afname van de ziekte-activiteitsscore en ochtendstijfheid van gewrichten. Er start binnenkort een placebogecontroleerde vervolgstudie met meer patiënten die we bovendien langer, een jaar, blijven volgen. Dat moet ook duidelijk maken of een eenmalige toediening van rituximab volstaat of dat herbehandeling na een half jaar nodig is.”

Belangstelling neemt toe

Al met al, concludeert Marsman, is het belangrijk dat er meer prednisonsparende behandelalternatieven komen voor de behandeling van PMR bij patiënten die niet (snel) genoeg reageren op de standaardbehandeling met prednison òf die een verhoogde kans hebben op bijwerkingen door prednison. “Verdere wetenschappelijke onderbouwing is hard nodig. Gelukkig neemt de wetenschappelijke belangstelling voor PMR de laatste jaren toe.”

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Casus: vrouw met hevige diarree en kortademigheid

Een vrouw klaagt over hevige diarree en kortademigheid. Daarnaast voelt zij zich zwak en is zij 10 kg afgevallen in de laatste 3 maanden. Wat is uw diagnose?

Videoconsult vs. fysiek consult: waar zitten de verschillen?

Broer en zus Martijn Stommel en Wyke Stommel onderzochten de verschillen tussen video- en fysieke consulten. Dit kan helpen bij goede implementatie van videoconsulten. “Patiënten moeten soms lang reizen. Dat is belastend, het kost tijd en meestal moet iemand mee.”

Zeven routes naar een veerkrachtig zorgsysteem

Ons zorgstelsel kan duurzamer en menselijker terwijl ook kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid geborgd zijn, meent Steven de Waal in zijn boek. “De zorginstelling verandert in een platform: minder managers en meer horizontaal management tussen zorgprofessionals.”

Wat als… jouw onderzoek plotseling is geasso­cieerd met de tabaks­industrie?

De farmaceut die het promotieonderzoek van Wytse van den Bosch financierde, werd plotseling overgenomen door een tabaksmultinational. Wat doe je dan als onderzoeker? “Door deze indirecte affiliatie ben je plotseling niet meer welkom op wetenschappelijke congressen.”

Meer rolmodel­len nodig in het medisch onderwijs

“De gezondheidszorg moet een afspiegeling zijn van de samenleving, dat is nu niet zo”, vindt Rashmi Kusurkar, hoogleraar inclusie en motivatie in medisch onderwijs. Er is behoefte aan meer inclusiviteit en diversiteit binnen het medisch onderwijs.

Zo deal je met de onzin van influencers in je spreekkamer

Patiënten vertrouwen influencers soms meer dan hun eigen arts. Jolanda van Boven en Annemie Galimont vertellen over hun ervaringen hiermee in de spreekkamer en hoe hiermee om te gaan. “Wees als arts alert dat je de patiënt goed voorlicht over de mogelijke gevolgen.”

‘Kunst kan de zorg transformeren’

Om de problemen van het overbelaste zorgsysteem het hoofd te bieden, moet kunst een structurele plaats krijgen, pleit Tineke Abma. “We willen duurzame programma’s van bewezen interventies vergoed door de zorgverzekeraar.”

Casus: jongen met gepig­menteerde huid­afwijking

Een tienjarige jongen heeft een opvallende laesie op de rechterbovenarm. Bij navraag blijkt deze laesie al jaren aanwezig. In de familie komen geen melanomen voor. De jongen heeft een blanco voorgeschiedenis. Wat is uw diagnose?

Casus: man met klachten van moeizaam plassen

Een man komt met een doorgemaakte blaasontsteking op uw spreekuur. Plassen gaat al een paar jaar langzaamaan moeilijker en moeilijker. De straal is zwak, nogal eens sproeiend en er wordt bijna altijd wat nagedruppeld. Persen helpt niet echt. Wat is uw diagnose?

Iedere arts moet zich voorbereiden op een leven lang leren

Welzijn is een voorwaarde voor professionele en persoonlijke ontwikkeling. En dat is in de medische sector meer dan ooit een punt van zorg, vindt Marjolein van de Pol. “De nieuwe bewegingen moet je gewoon volgen, in welke fase van je carrière je ook zit.”


0
Laat een reactie achterx