DOQ

Kleine verbeter­ingen, significant verschil

Kleine aanpassingen rondom slokdarmchirurgie maken een significant verschil voor patiënten. Dat blijkt uit onderzoek in het Catharina Ziekenhuis Eindhoven, van Thijs Janssen, promovendus aan de Universiteit Utrecht. De uitkomst: minder complicaties en sneller weer naar huis.

De afgelopen decennia zijn er al veel verbeteringen doorgevoerd op het gebied van slokdarmchirurgie. “Zo is de kijkoperatie ingevoerd en is er veel gedaan aan versneld herstel na de operatie, maar toch zien we veel complicaties ten opzichte van andere buikchirurgie”, vertelt onderzoeker Thijs Janssen. Janssen is onlangs gepromoveerd op zijn onderzoek ‘Marginal Gains in esophagectomy’.

“Er blijkt een dalende trend te zijn in de hoeveelheid naadlekkages van 12% naar 5,8%”

Onderzoeker Thijs Janssen

Complicaties bij slokdarmchirurgie

“Een operatie bij slokdarmkanker is complexe chirurgie”, legt Janssen uit. “Hierbij wordt van de maag een nieuwe slokdarm gemaakt. Deze hechten we aan in de borst of hals. Het is een ingrijpende operatie, waarbij de maag een stuk hoger komt te liggen. Daarom is de bloedtoevoer naar de nieuwe ‘buismaag’ cruciaal, waardoor bij dit type operatie weefselafsterving en naadlekkages relatief vaak voorkomen. Er komen ook vaak hart- en longcomplicaties voor. Kortom, er is ruimte voor verbetering van het zorgpad.”

Minder naadlekkages

“Tegenwoordig vindt de ingreep in Nederland vaak plaats middels een kijkoperatie en wordt gebruik gemaakt van technieken om te zoeken naar de best doorbloede plek op de buismaag, voor een zo goed mogelijke aanhechting”, vertelt Janssen. “Maar in het Catharina Ziekenhuis is ook veel ervaring met bariatrische chirurgie, waarbij om een verbinding te vormen gebruik wordt gemaakt van de stapler techniek. Daarbij wordt de aanhechting met een soort nietmachine gemaakt. Een techniek waarbij bijzonder weinig complicaties optreden. Om deze reden is deze techniek ook ingevoerd en doorontwikkeld bij slokdarmkankerchirurgie.”
“We hebben vervolgens per jaar gekeken wat de meestvoorkomende complicaties waren en hoe deze zich ontwikkelen. Er blijkt een dalende trend te zijn in de hoeveelheid naadlekkages van 12% naar 5,8%. Bovendien was er nog maar zelden spraken van stenose.”

“Bij een slokdarmkankerpatiënt is soms ook op het gebied van leefstijl winst te behalen”

Eerder naar huis

“Vervolgens hebben we ook gekeken naar het versneld herstelprogramma”, vertelt Janssen. “Bij andere type buikchirurgie mogen patiënten direct na de operatie starten met voeding. Tot nu toe was dat bij slokdarmkanker niet het geval. Deze mensen kregen eerst sondevoeding uit angst voor naadlekkage of longontsteking. We hebben onderzocht of starten met vaste voeding beter is voor het herstel. Er bleken minder complicaties op te treden en patiënten kunnen door deze aanpassing een dag eerder naar huis.”

Prehabilitatie

“Behalve de aanpassing naar vaste voeding ná de operatie, hebben we ook gekeken naar de effecten van prehabilitatie op het herstel na chirurgie. Ik vergelijk hierbij een slokdarmoperatie met een duursport, zoals wielrennen of het lopen van een marathon. Je hebt er een goede conditie en voorbereiding voor nodig. Dat geldt in principe natuurlijk voor iedere patiënt en iedere operatie. Maar een slokdarmkankerpatiënt heeft gemiddeld genomen een minder goede conditie en soms is ook op het gebied van leefstijl winst te behalen”, legt Janssen uit.

Prehabilitatie bestaat onder meer uit begeleiding door een diëtist en fysiotherapeut, waarbij tevens wordt ingezet op stoppen met roken en alcohol drinken en goede voorlichting en verwachtingsmanagement. “Deze groep heb ik vergeleken met een vergelijkbare patiëntengroep die geen prehabilitatie heeft gehad. Patiënten die prehabilitatie krijgen herstellen sneller en hebben minder complicaties – met name minder problemen met hart en longen. Daarnaast worden ze minder vaak heropgenomen op de IC, als ze een complicatie hebben.”

“Een andere operatietechniek invoeren geeft een leereffect”

De gouden techniek?

Op de vraag of al deze aanpassingen ook door andere ziekenhuizen worden overgenomen, geeft Janssen aan dat dat niet zo eenvoudig werkt. “Er is geen gouden standaard als het gaat om operatietechniek. Andere ziekenhuizen hebben wellicht andere technieken waarmee zij goede resultaten behalen. Een andere operatietechniek invoeren geeft dan een leereffect. Dat weegt altijd mee bij het besluit om te gaan werken met een andere techniek. Of de techniek en het zorgpad door andere centra wordt overgenomen, dat zal de tijd ons leren.”

Neuromodulatie

“Bij de operatie worden veel van de lymfeklieren die rondom de slokdarm liggen weggehaald en wordt de nervus vagus doorgesneden, waardoor bepaalde processen in het lichaam verstoord raken. De neuromodulatie van de nervus vagus zorgt voor het remmen van ontstekingscellen, bijvoorbeeld in de longen. Dit heb ik tijdens mijn promotieonderzoek in diermodellen – in ratten – aangetoond”, vertelt Janssen. “Op dit moment ontwikkelen we onderzoek waarbij we de miltzenuw stimuleren om zo ontstekingsprocessen te remmen.” Collega’s van Janssen gaan kijken of dit ook in mensen kan leiden tot minder complicaties.

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

‘Bevolkings­onderzoek sluit onvoldoende aan bij mensen met verstande­lijke beperking’

Mensen met een verstandelijke beperking nemen veel minder vaak deel aan bevolkingsonderzoeken naar kanker dan de algemene bevolking, vertelt Amina Banda. Ook krijgen zij minder vaak vervolgonderzoek. “Deze groep kan allerlei barrières voor deelname ervaren.”

Vertragen, verdragen en verbinden in moeilijke gesprekken

In de palliatieve zorg spelen niet alleen emoties bij de patiënt een rol, maar ook bij de zorgverlener. Machteld Muller legt uit hoe zelfinzicht helpt bij verbinding met je patiënt. “Herkennen van je eigen ‘rode knoppen’ helpt om uit vervelende dynamieken te blijven.”

Hoe je medische misinformatie als zorgverlener kunt aanpakken

Waarom geloven mensen dat zonnebrandcrème gevaarlijk is, of wantrouwen ze bewezen interventies zoals vaccins? Tom van Bommel vertelt over de mechanismen achter zulke overtuigingen. “Technieken waarmee misinformatie zich verspreidt, kunnen óók ten goede worden ingezet.”

Casus: patiënte met dyspnoe naar de EHH

Een oudere obese vrouw presenteert zich op de Eerste Hart Hulp vanwege dyspnoe. Die begon twee weken geleden en was aanvankelijk inspanningsgebonden, nu ook bij platliggen. Ze plast nog maar kleine beetjes sinds drie dagen. Wat is uw diagnose?

Casus: patiënt met progressieve inspanningsdyspneu

Een patiënt presenteert zich met progressieve inspanningsdyspneu. Voorheen was hij in staat om zonder klachten te tennissen, nu ervaart hij kortademigheid bij stevig doorwandelen. Er is geen sprake van hoesten, sputumproductie of koorts. Wat is uw diagnose?

Uitgebreid bloedonderzoek met één simpele vingerprik

Capillaire bloedafname via een vingerprik blijkt bij meer dan 30 standaardbepalingen een goed alternatief voor venapunctie, concludeerde Martijn Doeleman. “Patiënten kunnen zelf de vingerprik doen. Gewoon thuis, wanneer het hen uitkomt.”

Cultuur­sensitieve zorg in de praktijk: lessen van Mammarosa

Taal- en cultuurverschillen kunnen de communicatie met zorgverleners flink bemoeilijken. Stichting Mammarosa biedt hierin uitkomst. Samia Kasmi vertelt hoe belangrijk cultuursensitieve communicatie is, en hoe artsen hierin het verschil kunnen maken.

‘Er is een trend naar meer visuele informatie’

“Voor patiënten blijkt de juiste toedieningsroute van een geneesmiddel niet altijd vanzelfsprekend te zijn”, vertellen Yara Mangindaan en Nike Everaarts-de Gruyter. Zij hielpen medicijnpictogrammen te ontwikkelen die ondersteunen bij goed gebruik van geneesmiddelen.

Werkbereidheid bij een crisis niet vanzelf­sprekend

Ziekenhuizen kunnen tijdens een crisis niet blind vertrouwen op hun personeel, concluderen Dennis Barten en Lindsy Engels. Werkbereidheid hangt sterk af van verschillende factoren. “Het is belangrijk om te ontdekken wat nodig is om voor te bereiden op crisissituaties.”

Casus: man met dysfonie­klachten

Een 42-jarige man komt op uw spreekuur met dysfonieklachten, twee maanden geleden ontstaan in een periode van veel hoesten. Aan het einde van de dag worden de klachten erger en het is lastig om een lang gesprek te voeren. Wat is uw diagnose?