DOQ

Kleur bekennen in de zorg

Iedere zorgverlener heeft een persoonlijke set aan drijfveren om iedere dag aan het werk te gaan. Inzicht in die ‘drijfverenprofielen’ – uitgedrukt in een kleurenpallet – kan bijdragen aan een betere werksfeer en meer werkplezier, stelt het boek Who Cares? Susanne Mulder-de Tollenaer, kinderarts-neonatoloog in Isala, heeft hier ervaring mee opgedaan binnen haar vakgroep.

Streef je bij je werk vooral naar resultaten? Staat vooral het in vrijheid analyseren en handelen voorop? Of ben je vooral op zoek naar onderlinge harmonie en de menselijke maat? Zorgverleners hebben bij het uitvoeren van hun werk allemaal een persoonlijk ‘drijfverenprofiel’, stellen Patricia Engelaar en Hans Versnel in hun recent uitgebrachte boek.1 Zij schreven dit boek op basis van hun onderzoek onder ca 15.000 zorgmedewerkers. Hiervoor vulden de zorgmedewerkers de CareDrives vragenlijst in die resulteert in een persoonlijk drijfverenprofiel, weergegeven in een kleurenpallet. De drie hierboven genoemde drijfveren, bijvoorbeeld, dragen respectievelijk de kleuren oranje, groen en geel. Daarnaast is er nog blauw (streeft naar orde en zekerheid), rood (streeft naar een eigen domein en geeft snelheid en felheid) en paars (wil bijdragen aan een gevoel van geborgenheid en veiligheid).

“De profielen geven inzicht in hoe en waarom een team functioneert”

Kinderarts-neonatoloog Susanne Mulder-de Tollenaer

Werkplezier

In hun boek stellen Engelaar en Versnel dat de mate waarin de verschillende drijfveren in iemand aanwezig zijn leiden tot een bepaalde manier van redeneren en daaropvolgend handelen in de werksituatie. Iemand die bijvoorbeeld oranje, geel en groen als belangrijkste drijfveren heeft, zal eerst doelen stellen (oranje), vervolgens nadenken hoe die het beste bereikt kunnen worden (geel) en dan proberen anderen enthousiast te maken (groen). Iemand met de sequentie groen, blauw, oranje zal eerst met anderen in gesprek gaan, daarna goede afspraken en taakverdelingen maken. Dat zal vervolgens tot doelgerichte werken moeten leiden. Als mensen meer hun drijfveren kunnen volgen in hun werk zal dat hun werkplezier ten goede komen, stellen Engelaar en Versnel. Zij laten vervolgens zien dat in de verschillende ‘lagen’ in de zorg – verzorgenden/verpleegkundigen, middenmanagement, artsen, raden van bestuur – gemiddeld een andere drijfveer de boventoon voert. Zo zijn groen en blauw de dominante kleuren onder de verzorgenden en verpleegkundigen en overheerst oranje/geel bij de raden van bestuur. Zij wijzen erop dat het in alle lagen van de zorgsector belangrijk is ook vertegenwoordigers van de andere kleuren te hebben om blinde vlekken te voorkomen.

Verstandhouding bevorderen

Susanne Mulder, kinderarts-neonatoloog en medisch manager van de neonatale intensive care afdeling (NICU) in Isala, raakte enkele jaren geleden enthousiast over de drijfverenprofielen. “Om te beginnen bevestigde de uitslag van de test wat ik als prettig ervaar in mijn werk. Ik heb een goede dag gehad als ik een doel voor ogen kan stellen, in vrijheid kan denken hoe ik dat wil bereiken en dat vervolgens gestructureerd kan afronden. Daarnaast kwam ik er – nadat de hele vakgroep de test had gemaakt – achter dat ik een ander profiel heb dan mijn collega’s. Daardoor snap ik nu dat ik soms andere dingen aankaart en zaken soms anders aanpak dan mijn collega’s.” Met andere woorden, stelt Mulder, inzicht in het eigen drijfverenprofiel en dat van de mensen waarmee je dagelijks samenwerkt, kan de onderlinge samenwerking en verstandhouding bevorderen. “De profielen geven inzicht in hoe en waarom een team functioneert. Bij het organiseren van het werk of tijdens een vergadering kun je rekening houden met behoeftes van collega’s.  Mensen met als eerste drijfveer “groen” willen bijvoorbeeld graag over allerlei zaken overleggen, terwijl “rood” sneller knopen wil doorhakken, “blauw” er belang aan hecht dat zaken goed op papier worden vastgelegd, enzovoort.”

“We hebben bewust gekozen voor de kandidaat met een profiel dat afweek van dat van alle andere artsen in onze vakgroep”

Minder kans op conflicten

Zoals gezegd, waarschuwen Engelaar en Versnel voor een ‘monocultuur’ wat betreft drijfverenprofielen in een team. Mulder: “Wij hebben bij een vacature voor een nieuwe neonatoloog de twee overgebleven kandidaten een drijfverentest laten maken. We hebben toen bewust gekozen voor de kandidaat met een profiel dat afweek van dat van alle andere artsen in onze vakgroep. Dat was heel spannend, maar we zijn er – inmiddels twee jaar later –  heel blij mee. We ervaren de meerwaarde van iemand met een andere aanpak en andere blik op zaken. Eerder hadden we al besloten in de vakgroep wat meer aandacht te besteden aan ‘blauwe’ aspecten, zoals het expliciet vastleggen van afspraken, en ‘rode’ aspecten, waarbij we elkaar aanspreken wanneer zaken anders verlopen dan afgesproken. Hierdoor is er meer duidelijkheid en minder kans op conflicten op de werkvloer.”

“Het dringt bij steeds meer mensen door dat juist de aanwezigheid van collega’s met een afwijkend profiel belangrijk is voor een goede balans in het team”

Goede balans in het team

Inmiddels hebben ook de verpleegkundigen, verpleegkundig specialisten en physician assistants een drijfverentest gedaan. “Dat heeft bijgedragen aan een beter begrip voor elkaar en elkaars gedrag. Ook dringt het bij steeds meer mensen door dat juist de aanwezigheid van collega’s met een afwijkend profiel belangrijk is voor een goede balans in het team. Zoals een contrasterende kleur een schilderij ten goede kan komen. Uiteraard is dit niet de oplossing voor alle problemen waarmee de zorgsector momenteel kampt. Wel draagt het bij aan een betere werksfeer. Mensen voelen zich meer gewaardeerd, gezien en begrepen en doen hun werk met meer plezier. Dat kan ertoe leiden dat de uitstroom van zorgverleners vermindert.”

WEGGEEF ACTIE: Wilt u het boek ‘Who cares’ ontvangen?
Zorgverleners hebben bij het uitvoeren van hun werk allemaal een persoonlijk ‘drijfverenprofiel’, stellen Patricia Engelaar en Hans Versnel in hun recent uitgebrachte boek ‘Who cares’.1
DOQ mag 10 exemplaren weggeven van dit boek. Kans maken?

De 10 exemplaren van het boek zijn vergeven. Helaas kunt u deze niet meer aanvragen.

Referentie:

  1. Patricia Engelaar-Kanneijer en Hans Versnel. Who Cares? Wat drijft mensen in de zorg….en hoe behouden we hun werkplezier? ISBN 9789090370828, https://caredrives.nl/.
Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

‘Bevolkings­onderzoek sluit onvoldoende aan bij mensen met verstande­lijke beperking’

Mensen met een verstandelijke beperking nemen veel minder vaak deel aan bevolkingsonderzoeken naar kanker dan de algemene bevolking, vertelt Amina Banda. Ook krijgen zij minder vaak vervolgonderzoek. “Deze groep kan allerlei barrières voor deelname ervaren.”

Vertragen, verdragen en verbinden in moeilijke gesprekken

In de palliatieve zorg spelen niet alleen emoties bij de patiënt een rol, maar ook bij de zorgverlener. Machteld Muller legt uit hoe zelfinzicht helpt bij verbinding met je patiënt. “Herkennen van je eigen ‘rode knoppen’ helpt om uit vervelende dynamieken te blijven.”

Hoe je medische misinformatie als zorgverlener kunt aanpakken

Waarom geloven mensen dat zonnebrandcrème gevaarlijk is, of wantrouwen ze bewezen interventies zoals vaccins? Tom van Bommel vertelt over de mechanismen achter zulke overtuigingen. “Technieken waarmee misinformatie zich verspreidt, kunnen óók ten goede worden ingezet.”

Casus: patiënte met dyspnoe naar de EHH

Een oudere obese vrouw presenteert zich op de Eerste Hart Hulp vanwege dyspnoe. Die begon twee weken geleden en was aanvankelijk inspanningsgebonden, nu ook bij platliggen. Ze plast nog maar kleine beetjes sinds drie dagen. Wat is uw diagnose?

Casus: patiënt met progressieve inspanningsdyspneu

Een patiënt presenteert zich met progressieve inspanningsdyspneu. Voorheen was hij in staat om zonder klachten te tennissen, nu ervaart hij kortademigheid bij stevig doorwandelen. Er is geen sprake van hoesten, sputumproductie of koorts. Wat is uw diagnose?

Uitgebreid bloedonderzoek met één simpele vingerprik

Capillaire bloedafname via een vingerprik blijkt bij meer dan 30 standaardbepalingen een goed alternatief voor venapunctie, concludeerde Martijn Doeleman. “Patiënten kunnen zelf de vingerprik doen. Gewoon thuis, wanneer het hen uitkomt.”

Cultuur­sensitieve zorg in de praktijk: lessen van Mammarosa

Taal- en cultuurverschillen kunnen de communicatie met zorgverleners flink bemoeilijken. Stichting Mammarosa biedt hierin uitkomst. Samia Kasmi vertelt hoe belangrijk cultuursensitieve communicatie is, en hoe artsen hierin het verschil kunnen maken.

‘Er is een trend naar meer visuele informatie’

“Voor patiënten blijkt de juiste toedieningsroute van een geneesmiddel niet altijd vanzelfsprekend te zijn”, vertellen Yara Mangindaan en Nike Everaarts-de Gruyter. Zij hielpen medicijnpictogrammen te ontwikkelen die ondersteunen bij goed gebruik van geneesmiddelen.

Werkbereidheid bij een crisis niet vanzelf­sprekend

Ziekenhuizen kunnen tijdens een crisis niet blind vertrouwen op hun personeel, concluderen Dennis Barten en Lindsy Engels. Werkbereidheid hangt sterk af van verschillende factoren. “Het is belangrijk om te ontdekken wat nodig is om voor te bereiden op crisissituaties.”

Casus: man met dysfonie­klachten

Een 42-jarige man komt op uw spreekuur met dysfonieklachten, twee maanden geleden ontstaan in een periode van veel hoesten. Aan het einde van de dag worden de klachten erger en het is lastig om een lang gesprek te voeren. Wat is uw diagnose?