Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Kobes en Groeneveld: ‘Kankerpatiënt met restklachten wil actieve ondersteuning van eerstelijn’
Het kan heel mooi uitpakken als twee lijnen elkaar kruisen. Bij huisartsenpraktijk Wateringse Veld in Den Haag gebeurde dit. Verpleegkundig specialisten Mary Groeneveld en Saskia Kobes pikten van kankerpatiënten het signaal op dat zij ondersteuning in de eerstelijn misten. En de stichting Optimale Ondersteuning bij Kanker wilde een project doen in de eerste lijn.
“We zochten de samenwerking met de stichting en ontwikkelden samen een functieprofiel voor wat de ondersteuning van kankerpatiënten in de eerstelijn zou moeten inhouden”, vertelt Groeneveld. “De kern daarvan is dat er aandacht moet zijn voor deze patiënten in iedere fase na de diagnose, en dat de vraag van wie die aandacht moet komen en in welke vorm afhangt van de situatie.”
Restklachten
Beide verpleegkundig specialisten hebben kankerpatiënten van de praktijk bij wie de behandeling (bijna) was afgerond, benaderd om hun behoeften te peilen. Zij leerden daarvan dat veel van hen nog met klachten rondlopen, soms al jarenlang. Kobes: “De omgeving gaat ervan uit dat iemand weer beter is als hij de behandeling succesvol heeft afgerond, maar de patiënt zelf behoudt heel vaak restklachten. Hij kaart die niet aan omdat hij ervan uitgaat dat die klachten er nu eenmaal bij horen. Of hij weet niet bij wie hij hiervoor terechtkan.”
“Tijdens een wandeling praten patiënten makkelijker dan in de spreekkamer”
Wandelconsult
De twee zagen al patiënten toen de coronacrisis zich aandiende. “Dus lieten we ze niet meer naar de praktijk komen, maar werden het wandelconsulten”, vertelt Groeneveld. “We merkten dat ze tijdens een wandeling makkelijker praatten dan in de spreekkamer. Bovendien is het goed voor hun conditie, want ze hebben door de nasleep van de kanker en de behandeling een verminderde conditie. Het leverde waardevolle verhalen op, over mensen die al jaren zwijgen over hun klachten omdat ze hun gezin niet tot last willen zijn. Of die niet weten hoe ze invulling aan hun verdere leven moeten geven wanneer ze metastasen hebben, maar nog niet terminaal zijn.”
Waardering
De coronacrisis was eigenlijk het duwtje in de rug dat de twee nodig hadden om deze ondersteuning voor kankerpatiënten verder vorm te geven. Groeneveld: “We zijn meer patiënten gaan benaderen en willen een coachende rol spelen voor andere huisartspraktijken die met een project aan de slag willen gaan. Praktijken mogen ons hiervoor benaderen.” Kobes vult aan: “De patiënten waarderen onze gerichte aandacht enorm. Ze vragen vaak aan het eind van het consult hoe wij vinden dat het is gegaan en spreken hun waardering uit.”
“Als je iemand al ziet in de behandelfase, ken je hem als hij in de palliatieve fase komt”
Groeneveld en Kobes zijn inmiddels ook in gesprek met de ziekenhuizen in de omgeving om een goede verbinding te regelen. “We denken samen na over de vraag wat we in de nacontrolefase kunnen doen voor patiënten om het gat tussen de tweede en eerstelijn te dichten”, zegt Kobes, “De ziekenhuizen blijken daar enthousiast over te zijn. We kunnen deze patiënten in iedere fase van hun ziekteproces iets bieden. Het voordeel van het feit dat je ze in de behandelfase al ziet, betekent dat je ze al kent als ze in de palliatieve fase komen. Dat heeft voor beide partijen meerwaarde.”
Brede blik
Zoals gesteld zijn Groeneveld en Kobes verpleegkundig specialisten. Is dat een voorwaarde om een project als dit te laten slagen? “Nee dat niet”, zegt Groeneveld. “Voordeel is wel dat wij medisch én verpleegkundig geschoold zijn en dus een brede blik hebben. Maar in het functieprofiel hebben we de functie van degene die deze ondersteuning biedt opengelaten. Het kan ook een poh’er zijn. En er zijn ook nog niet zoveel verpleegkundig specialisten in de eerstelijn natuurlijk.”
Groeneveld en Kobes wonnen voor hun project ‘Eerstelijns oncologische zorg in beweging’ de Patient Centricity Award 2020.