DOQ

Longarts dr. Mooren: ‘Palliatieve zorg bieden aan longpatiënten vereist bredere blik’

Onder longartsen is in de afgelopen tien jaar steeds meer aandacht ontstaan voor palliatieve zorg. Longarts dr. Kris Mooren vertelt op welke manier zij hier in het Spaarne Gasthuis invulling aan geeft. Bijzonder: Mooren is longarts én tevens opgeleid tot palliatief arts.

Probeer patiënten te identificeren die palliatieve zorg nodig hebben. Organiseer een multidisciplinair team, zodat vervolgens maatwerk kan worden geboden. Dat zijn de belangrijkste boodschappen van longarts dr. Kris Mooren van het Spaarne Gasthuis aan collega’s die longpatiënten de best mogelijke zorg willen geven.

longarts-dr Kris Mooren-palliatieve zorgHolistische aanpak nodig

Als longarts besloot Mooren de opleiding tot palliatief arts in Cardiff (Wales) te volgen. “Daarvoor waren twee redenen”, zegt ze. “Longartsen zien veel patiënten die een slechte prognose hebben. Denk aan mensen met ernstig COPD, met longkanker of sommige vormen van longfibrose. Het probleem van veel artsen is dat ze vooral gefocust zijn op het fysieke domein. In het geval van COPD betekent dit dat onze aandacht vooral was gericht op de longfunctie en welke inhalers we konden voorschrijven. Inmiddels zijn we gaan inzien dat longfunctie meten bij ernstig COPD meestal niet zinvol is en dat inhalers soms helaas een beperkt effect hebben bij deze patiëntengroep.”

Ze vervolgt: “Deze patiënten hebben vaak een slechte levenskwaliteit; bij elke stap zijn ze buiten adem, ze zijn bang om naar buiten te gaan en voelen zich vaak somber. Voor deze patienten is een ander soort zorg nodig, meer holistisch. Die bredere blik heb ik tijdens mijn opleiding kunnen ontwikkelen. ”

Sectie palliatieve zorg NVALT

De tweede motivatie voor haar opleiding tot palliatief arts? “In mijn tijd als arts-assistent was ik mede-initiatiefnemer van de sectie palliatieve zorg binnen de Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose (NVALT). Tegenwoordig ben ik voorzitter. Ik vond: in die rol is het nuttig als je ook de kennis van een palliatief arts hebt.”Surprise question

Stap één is dat patiënten met behoefte aan palliatieve zorg in kaart worden gebracht. Mooren: “Een snelle en praktische manier om patiënten te herkennen, is de zogeheten surprise question. Stel jezelf bij een patiënt de vraag of het je zou verbazen als hij of zij binnen een jaar overlijdt. Zou je niet verrast zijn? Dan kan dat aanleiding zijn tot palliatieve zorg, zeker als patiënten ook een ziekenhuisopname voor hun COPD achter de rug hebben. De groep die je op die manier identificeert, heeft zeker een palliatieve benadering nodig. Recentelijk is in het Radboudumc de Propal tool ontwikkeld, die kan helpen bij identificatie van patienten die net iets minder ver in het ziektetraject zijn. ”

Proactieve zorgplanning

Langdurig behandelde COPD-patiënten vormen een heterogene groep, weet Mooren. Logisch dus dat een breed samengesteld team van zorgverleners beschikbaar moet zijn voor palliatieve zorg. “De ene patiënt heeft bijvoorbeeld baat bij Eye Movement Desensitization and Reprocessing (EMDR) bij de psycholoog vanwege stikangst na een traumatische exacerbatie”, zegt ze. “De andere kan zijn voordeel doen met ontspanningsoefeningen van een fysiotherapeut. En een belangrijk deel van de patiënten wordt door de longarts ingesteld op morfine ter bestrijding van dyspneu. Verder hebben patiënten thuis vaak begeleiding nodig van een longverpleegkundige die meekijkt naar gebruik van medicatie en zuurstof; er moet oog zijn voor de mantelzorger en het is essentieel om proactieve zorgplanning aan te bieden aan deze patiënten. Kortom, er is veel nodig en lang niet alles ligt op het terrein van de longarts.”

Multidisciplinair palliatief team

Mooren adviseert voor multidisciplinaire zorg zoveel mogelijk aan te sluiten bij bestaande initiatieven in het ziekenhuis. “Vaak is er al een palliatief team. Als longarts kun je daarbij aanschuiven. Maar je kunt ook zelf een multidisciplinair team opzetten voor longpatiënten. Hierin horen idealiter een longarts, longverpleegkundige – zowel van het ziekenhuis als van de thuiszorg – en verder een verpleegkundig specialist palliatieve zorg, psycholoog, fysiotherapeut en maatschappelijk werker.”

Preventieve medicatie schrappen

Wat zijn concreet Moorens werkzaamheden op het vlak van palliatieve zorg? “Ten eerste denk ik mee over de medicatie. We schrappen vaak veel preventieve medicijnen en starten juist met morfine of benzodiazepines. Verder praat ik veel met patiënten, probeer ik een buddy voor ze te zijn, en denk ik mee over welke hulpverleners van waarde kunnen zijn voor hen.”

Samenwerking huisarts

Mooren ontmoet niet alleen patiënten op de polikliniek, maar ziet ook mensen die thuis wonen of in het verpleegtehuis. Soms doet ze dat samen met de huisarts. “Het is niet mijn bedoeling op de stoel van de huisarts te zitten; we bekijken sámen wat de beste zorg is voor de patiënt. Veel patiënten met eindstadium COPD worden volledig door de huisarts begeleid – dat is natuurlijk de ideale situatie. Bij sommige patiënten blijf ik wel betrokken.”

Kwaliteit van leven

Al met al is tijdens de laatste jaren veel verbeterd in de zorg voor mensen met chronisch respiratoir falen. Mooren: “We zien dat we onze patiënten door deze multidisciplinaire benadering een betere kwaliteit van leven kunnen geven. Dat geeft ontzettend veel voldoening.”

 

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Casus: patiënt met progressieve inspanningsdyspneu

Een patiënt presenteert zich met progressieve inspanningsdyspneu. Voorheen was hij in staat om zonder klachten te tennissen, nu ervaart hij kortademigheid bij stevig doorwandelen. Er is geen sprake van hoesten, sputumproductie of koorts. Wat is uw diagnose?

Uitgebreid bloedonderzoek met één simpele vingerprik

Capillaire bloedafname via een vingerprik blijkt bij meer dan 30 standaardbepalingen een goed alternatief voor venapunctie, concludeerde Martijn Doeleman. “Patiënten kunnen zelf de vingerprik doen. Gewoon thuis, wanneer het hen uitkomt.”

Cultuur­sensitieve zorg in de praktijk: lessen van Mammarosa

Taal- en cultuurverschillen kunnen de communicatie met zorgverleners flink bemoeilijken. Stichting Mammarosa biedt hierin uitkomst. Samia Kasmi vertelt hoe belangrijk cultuursensitieve communicatie is, en hoe artsen hierin het verschil kunnen maken.

‘Er is een trend naar meer visuele informatie’

“Voor patiënten blijkt de juiste toedieningsroute van een geneesmiddel niet altijd vanzelfsprekend te zijn”, vertellen Yara Mangindaan en Nike Everaarts-de Gruyter. Zij hielpen medicijnpictogrammen te ontwikkelen die ondersteunen bij goed gebruik van geneesmiddelen.

Werkbereidheid bij een crisis niet vanzelf­sprekend

Ziekenhuizen kunnen tijdens een crisis niet blind vertrouwen op hun personeel, concluderen Dennis Barten en Lindsy Engels. Werkbereidheid hangt sterk af van verschillende factoren. “Het is belangrijk om te ontdekken wat nodig is om voor te bereiden op crisissituaties.”

Casus: man met dysfonie­klachten

Een 42-jarige man komt op uw spreekuur met dysfonieklachten, twee maanden geleden ontstaan in een periode van veel hoesten. Aan het einde van de dag worden de klachten erger en het is lastig om een lang gesprek te voeren. Wat is uw diagnose?

Integrale geneeskunde in Nederland: tijd voor de volgende stap

Het spreekuur Integrative Medicine van Ines von Rosenstiel is erg populair en ook in andere ziekenhuizen groeit de belangstelling voor een dergelijk spreekuur. Hoe zorgen we ervoor dat IM een structureel onderdeel wordt van de reguliere zorg in Nederland?

Mindfulness in de zorg: allesbehalve zweverig

“Zorg goed voor jezelf. Er is er maar één van.” Dat zei een patiënt ooit tegen longarts Miep van der Drift. Ze weet als geen ander: mindfulness is niet alleen voor patiënten, maar ook voor zorgverleners. Ze geeft tips voor kleine veranderingen met een grote impact.

Medicatie vaak te lang voortgezet na ontslag uit ziekenhuis

Veel patiënten gebruiken in ziekenhuizen voorgeschreven opiaten, benzodiazepines en antipsychotica nog langdurig na ontslag, aldus Judith de Ruijter. “We geven artsen de tip om, als ze bij ontslag nieuwe medicatie voorschrijven, al meteen na te denken over stoppen.”

‘Impliciete sturing kan samen beslissen verstoren’

Het proces van samen beslissen kan worden verstoord door onbewuste aansturing op een bepaalde behandeling, aldus Anneleen Timmer en Suzanne Festen. “Misschien gaan veel behandelaars er onbewust vanuit dat de patiënt alles op alles wil zetten om de ziekte te bestrijden.”