Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Meer mogelijk met MRI
De stip op de horizon is duidelijk: tumordiagnostiek zonder daarvoor tumorweefsel uit de patiënt te halen. De weg om dat doel te bereiken is ook duidelijk: (nog) verder verbeteren en verfijnen van de mogelijkheden van beeldvormde technieken, in het bijzonder MRI. Radioloog Marion Smits ziet haar recente benoeming tot Medical Delta-hoogleraar als een extra steuntje in de rug hierbij.
“De klassieke rol van de beeldvormende technieken in de oncologie is het geven van een zo nauwkeurig mogelijk antwoord op de vragen ‘Waar zit de tumor en hoe groot is de tumor?’”, steekt Marion Smits van wal. “Maar we kunnen tegenwoordig veel meer met beeldvorming. De afgelopen decennia zijn technieken ontwikkeld als PET, multi-parametrische MRI en diffusion weighted MRI. Hierdoor vertellen de beelden ons ook iets over de fysiologie en het metabolisme van de tumor.”
“Zolang het nodig is om een biopt te nemen ter wille van de diagnostiek, zijn we er nog niet met de radiologie”
Radioloog prof. Marion Smits
Geen biopten meer
Smits: “Ook is het mogelijk met beeldvorming na te gaan of de tumor bepaalde moleculen waarop een medicijn aangrijpt wel of niet bevat, belangrijk bij therapiekeuze. En doordat de beeldvorming tegenwoordig digitaal is, kunnen we bovendien op uitgebreide schaal meten en rekenen aan onze beelden waardoor we deze eigenschappen van de tumor in maat en getal kunnen uitdrukken.”
Kortom, beeldvormende technieken dragen in toenemende mate bij aan de diagnostiek. Smits: “Tot nu toe gebeurt veel diagnostiek aan de hand van histologisch, moleculair en/of genetisch onderzoek in een biopt. Het uitnemen van zo’n biopt is altijd belastend voor de patiënt, zeker bij een hersentumor, en soms niet of nauwelijks mogelijk. Hoe beter en uitgebreider we dus diagnostiek kunnen doen met beeldvorming, des te patiëntvriendelijker. In deze context citeer ik altijd graag Mark Griswold, een toonaangevende MRI-onderzoeker: ‘Every biopsy is a failed imaging experiment’. Oftewel, zolang het nodig is om een biopt te nemen ter wille van de diagnostiek zijn we er nog niet met de radiologie.”
“Door beeldvorming te koppelen aan gevalideerde algoritmen, kun je de diagnostiek in elk ziekenhuis op het niveau van de beste expert brengen”
Expert in ieder ziekenhuis
Diagnostiek via beeldvorming heeft daarnaast nog een voordeel, legt Smits uit. “Door de beeldvorming te koppelen aan gevalideerde algoritmen kun je de diagnostiek in elk ziekenhuis op het niveau van de beste expert brengen. Een voorbeeld: we hebben recent een algoritme ontwikkeld dat op basis van MRI-beelden met 70% nauwkeurigheid het subtype van een hersentumor kan vaststellen; dat is even nauwkeurig als de meest ervaren radioloog dit momenteel op basis van beelden kan. Door dit algoritme te koppelen aan de beeldvormende apparatuur kan ieder ziekenhuis nu dus in principe beschikken over de expertise van deze meest ervaren radioloog.”
Beter interpreteren
Natuurlijk komen deze genoemde (technische) ontwikkelingen niet uit de lucht vallen. “De verbeterde diagnostische mogelijkheden zijn het resultaat van intensieve samenwerking tussen medici en technici. Zo werk ik onder andere samen met mensen in de TU Delft die onderzoeken hoe ze nog meer informatie kunnen halen uit microscopische beelden, dus wel met weefsel. Die extra histologische en moleculaire informatie kunnen we gebruiken om nog beter te begrijpen wat we op onze MRI-beelden zien. Dat leidt er vervolgens toe dat we onze MRI-beelden nog beter kunnen interpreteren en snappen wat er zich afspeelt in het weefsel. Dat kan dan weer bijdragen aan nog verfijndere diagnostiek en aan het optimaliseren van de behandeling voor de betreffende patiënt.”
“Het dubbele hoogleraarschap geeft een zekere evidentie aan de samenwerking. Het is nog logischer dat we samenwerken”
Steuntje in de rug
Haar recente benoeming tot Medical Delta-hoogleraar – zij is nu hoogleraar aan zowel het Erasmus MC als de TU Delft – voelt als een extra steuntje in de rug in de benodigde samenwerking tussen de medici en technici. “Het dubbele hoogleraarschap geeft een zekere evidentie aan de samenwerking. Het is nog logischer dat we samenwerken. Voor mijzelf is het nu nog meer vanzelfsprekend dat ik me bij ieder onderzoek afvraag: wat kan Delft of wat kan Leiden hier nog aan bijdragen. En dat geldt ook omgekeerd; de partners in Delft of Leiden zullen samenwerking met het Erasmus MC nog meer vanzelfsprekend gaan vinden.”
“Overigens ben ik ook blij met de betrokkenheid van enkele hogescholen bij Medical Delta”, benadrukt Smits. “Het feit dat zij dicht bij de dagelijkse praktijk staan, maakt onderzoek naar de klinische effectiviteit van de nieuwe technische verworvenheden en naar de implicaties ervan in de dagelijkse praktijk gemakkelijker. Want uiteindelijk is het wel de bedoeling dat die nieuwe technieken de individuele patiënt en/of de gezondheidszorg in zijn geheel op de een of andere manier ten goede komen.”