DOQ

Minder complicaties door vroeg ingrijpen bij boezemfibrilleren

Vroegtijdige behandeling van een chronische hartritmestoornis vermindert het risico op ernstige cardiovasculaire complicaties en overlijden. Dit in tegenstelling tot het alleen monitoren en bestrijden van symptomen zoals nu nog de standaard is. In het prestigieuze New England Journal of Medicine (NEJM) presenteert een groep internationale onderzoekers vandaag de resultaten. Prof. dr. Harry Crijns (hoofd cardiologie van het Maastricht UMC+) is één van de projectleiders: “Deze bevindingen hebben een grote impact op de zorg bij boezemfibrilleren.”

Boezemfibrilleren is de meest voorkomende vorm van een hartritmestoornis. De algemene gedachte is nog vaak dat behandeling niet meteen noodzakelijk is als de patiënt geen klachten ervaart. Standaard wordt in eerste instantie dan ook geprobeerd om het hartritme vooral te blijven monitoren en de symptomen van het boezemfibrilleren te onderdrukken indien nodig. Nadat een dergelijke diagnose wordt gesteld, kunnen na verloop van tijd echter wel cardiovasculaire complicaties optreden. Denk daarbij aan een beroerte, hartfalen of een hartinfarct, mogelijk zelfs resulterend in overlijden. Een vroegtijdige behandeling zou het aantal patiënten met complicaties kunnen verminderen, maar tot nu was er geen hard bewijs voor de effectiviteit daarvan.

(bron foto iStock)


Daling complicaties

De onderzoekers vergeleken de huidige werkwijze van monitoring met het vroegtijdig ingrijpen door middel van een ablatie (wegbranden van de ritmestoornis in het hart) of het voorschrijven van antiaritmische medicatie. Maar liefst 2789 patiënten uit 135 ziekenhuizen in 11 Europese landen deden uiteindelijk mee aan de studie. Ook in het Maastricht UMC+ en een aantal andere Nederlandse ziekenhuizen. De helft van de patiënten werd vroegtijdig behandeld, de andere helft volgde het standaardprotocol van monitoring en symptoombestrijding. In het geval dat er een daadwerkelijke behandeling vroegtijdig werd uitgevoerd, daalde het percentage ernstige complicaties binnen één jaar naar 3,9 procent t.o.v. 5 procent in de groep waarbij het standaardprotocol werd gevolgd.


Hervorming zorg

“Het lijkt misschien een kleine winst”, zegt Crijns. “Maar vertaal dat maar eens naar absolute aantallen op jaarbasis. Dan hebben we het in Nederland over honderden patiënten per jaar die ernstig leed wordt bespaard. Dat zijn dan nog alleen de patiënten die we in het ziekenhuis zien.” De gepubliceerde resultaten in het New England Journal of Medicine zijn dan ook aanleiding om anders naar de zorg voor boezemfibrilleren te kijken volgens Crijns. “Het is en blijft maatwerk, maar we laten zien dat een vroegtijdige ablatie of medicatie voordelen voor de patiënt kan opleveren. Boezemfibrilleren is geen onschuldige aandoening.”

Bron: Maastricht UMC+
Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Tussen de spreekkamer en het schetsboek: arts met beeld als tweede taal

Aios dermatologie Loes Vos maakt naast haar werk medische illustraties. Voor collega’s, patiënten én landelijke campagnes vertaalt ze complexe informatie naar helder beeld. “Ik teken bijna bij elk consult wel iets uit.”

Casus: patiënte met dyspnoe en oedeem in het gelaat

Een 66-jarige vrouw presenteert zich met sinds drie weken progressief verminderde inspanningstolerantie en met name ’s ochtends een zwelling van het gelaat. Overdag verbeteren de klachten deels. Wat is uw diagnose?

Wat je verwacht, voel je: wat zorgverleners kunnen leren van placebo-effecten

Wat patiënten verwachten, beïnvloedt direct hoe zij pijn of bijwerkingen ervaren. Henriët van Middendorp legt uit hoe placebo- en nocebo-effecten werken, en hoe zorgverleners deze bewust en ethisch kunnen inzetten in de praktijk.

Trots op goed werkend meld­systeem voor bijwerk­ingen

Agnes Kant wijst op het belang van meer onderzoek naar bijwerkingen en roept zorgverleners op te blijven melden bij het Bijwerkingenmeldsysteem. “Van 70% van de geneesmiddelen is nog onduidelijk of deze veilig tijdens de zwangerschap gebruikt kunnen worden.”

Wandelend naar een betere gezondheid

Matthijs van der Poel combineert als huisarts en sportliefhebber zorg en beweging. Met stichting Looprecept wandelt hij wekelijks met patiënten – goed voor lijf, hoofd én verbinding. “Het is heel laagdrempelig en dat verklaart denk ik ook het succes.”

De patiënt doet lastig, en dan?

Patiënten met een persoonlijkheidsstoornis kunnen soms veel losmaken, zowel in het behandeltraject als bij de arts. Thom van den Heuvel geeft handvatten voor het omgaan met deze patiëntengroep. “Het contact vraagt meer tijd en legt tegelijk emotionele druk op de arts."

Vind meertalige zorgverleners via ikspreekmeerdan.nl

Als anios in een huisartsenpraktijk in Amsterdam merkte Daan Frehe dat taal voor veel patiënten een barrière vormt voor het krijgen van goede zorg. “Via ikspreekmeerdan.nl kan nu een zorgverlener met een gedeelde taal en cultuur gevonden worden. Dat is enorm waardevol.”

Casus: man met een veranderde vlek op het been

Een 72-jarige man presenteert zich op uw spreekuur met een veranderde plek op het bovenbeen rechts. De vlek is gegroeid en van kleur veranderd. De patiënt heeft een licht huidtype en een voorgeschiedenis van basaalcelcarcinoom. Wat is uw diagnose?

Maak van wachttijd in de ggz hersteltijd: vijf praktische adviezen

Sanne Booij en Christien Slofstra willen af van de stille wachttijd in de ggz. Met hulp van de huisarts kan het herstel al beginnen, nog vóór de intake. “Deze periode hoeft geen verloren tijd te zijn.”

Beteugelen geneesmiddel­prijzen noodzakelijk voor betaalbare zorg

Wilbert Bannenberg strijdt met Stichting Farma ter Verantwoording tegen excessieve geneesmiddelprijzen. Zijn missie: winsten beteugelen om zorg toegankelijk te houden. “Geneesmiddelprijzen moeten beteugeld gaan worden, anders wordt de zorg onbetaalbaar.”