DOQ

Minder overlijden of respiratoire insufficiëntie bij COVID-19-pneumonie

In de STOP-COVID-trial resulteerde de JAK-remmer tofacitinib bij opgenomen volwassen patiënten met COVID-19-pneumonie in een lager risico op overlijden of respiratoire insufficiëntie tot aan dag 28 in vergelijking met placebo. Deze resulteren verschenen in het NEJM.

Ondanks de snelle ontwikkeling van vaccins blijft een groot deel van de wereldbevolking risico lopen op COVID-19. Daarom zijn effectieve, veilige en gemakkelijk toe te dienen therapieën voor opgenomen patiënten met COVID-19 nodig. Ernstige manifestaties van een SARS-CoV-2-infectie gaan gepaard met een overmatige immuunrespons die wordt gedreven door interleukine-6 (IL-6), tumornecrose factor-α en andere cytokinen. Het betreffende patroon wordt ook wel een cytokine-storm genoemd.

JAK-remming bij COVID-19

Tofacitinib is een oraal toegediende selectieve remmer van Janus-kinase (JAK) 1 en JAK3 en heeft een functionele selectiviteit voor JAK2. Het blokkeert intracellulaire transductieroutes, nadat een cytokine aan zijn receptor is gebonden. Als gevolg hiervan wordt er geen cellulaire reactie getriggerd en wordt de cytokineproductie op een indirecte manier onderdrukt. Tofacitinib moduleert ook de werking van interferonen en IL-6, waardoor de afgifte van cytokinen door type 1 en type 17 helper T-lymfocyten afneemt. Deze cytokines zijn betrokken bij de pathogenese van acuut respiratoir distress syndroom. Tofacitinib heeft dus invloed op meerdere kritieke routes van de inflammatoire cascade. Deze werking kan ervoor zorgen dat de progressieve, door de ontsteking veroorzaakte longschade bij opgenomen patiënten met COVID-19 verbetert.

STOP-COVID-trial

In deze multicenter, gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde studie uit Brazilië zijn de werkzaamheid en veiligheid van tofacitinib geëvalueerd bij opgenomen patiënten met
COVID-19-pneumonie die al dan niet een invasieve beademing kregen. De 289 deelnemende patiënten kregen tofacitinib 10 mg of placebo tweemaal daags gedurende maximaal 14 dagen of tot ontslag uit het ziekenhuis. De meesten (89,3%) kregen tijdens de opname ook glucocorticoïden.

Het primaire eindpunt was overlijden of het ontstaan van respiratoire insufficiëntie tot en met dag 28, zoals beoordeeld met behulp van een ordinale schaal met acht niveaus. De scores varieerden van 1 tot 8; hoe hoger de scores, hoe slechter de toestand. De sterfte door alle oorzaken en veiligheid werden ook beoordeeld.

Minder overlijden of respiratoire insufficiëntie

De cumulatieve incidentie van overlijden of respiratoire insufficiëntie tot en met dag 28 was 18,1% in de tofacitinib-groep en 29,0% in de placebogroep (risicoratio 0,63; p = 0,04). Tot dag 28 was 2,8% van de patiënten in de tofacitinib-groep en 5,5% van de patiënten in de placebogroep door een willekeurige oorzaak overleden (hazardratio 0,49). De proportionele kans op een slechtere score op de ordinale schaal van acht niveaus bij behandeling met tofacitinib in vergelijking met placebo was 0,60 op dag 14 en 0,54 op dag 28. Ernstige bijwerkingen traden op bij 20 patiënten (14,1%) in de tofacitinib-groep en bij 17 patiënten (12,0%) in de placebogroep.

Conclusie

Bij patiënten die vanwege COVID-19-pneumonie opgenomen waren, resulteerde tofacitinib tot dag 28 in een lager risico op overlijden of respiratoir falen dan placebo.

Referentie: Guimarães PO, Quirk D, Furtado RH, et al. Tofacitinib in Patients Hospitalized with Covid-19 Pneumonia. N Engl J Med. 2021 Jun 16.

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Hoe dramaseries artsen kunnen helpen bij morele keuzes

Drie afleveringen van House M.D. of Dexter op een avond kijken, puur voor de ontspanning? Voor zorgprofessionals kan het ook leerzaam zijn. Mediawetenschapper Merel van Ommen onderzocht hoe dramaseries artsen kunnen helpen om beter om te gaan met moreel ingewikkelde situaties.

Onderliggend denkpatroon stuurt voorschrijver bij keuze voor geneesmiddel

Het voorschrijven van geneesmiddelen is een afweging tussen richtlijnen, ervaring en patiëntkenmerken. Indeling in vier voorschrijversprofielen geeft inzicht in de eigen afwegingen. “En het helpt te begrijpen waarom een collega een andere beslissing neemt.”

‘Medicatiebeleid in de laatste levensfase kan beter’

6 op de 10 patiënten in de palliatieve fase krijgt door de huisarts medicatie voorgeschreven die niet langer passend is. Dat blijkt uit een onlangs verschenen factsheet van Nivel en PZNL. “We moeten voorschrijfgewoonten kritisch onder de loep nemen”, zegt Yvonne de Man, senior onderzoeker bij Nivel.

Casus: vrouw met pijnlijke oorschelp

Een 55-jarige vrouw heeft een hoed in haar hand als ze uw spreekkamer binnenkomt. Sinds een maand heeft zij ’s nachts last van pijn aan het linkeroor. Op de oorrand ziet u een nodulus die bij druk zeer pijnlijk is. Wat is uw diagnose?

‘Live well, die well’: rol van vrijwilligers in de laatste levensfase

Vrijwilligers aan het sterfbed in het ziekenhuis maken een groot verschil, stelt Anne Goossensen. Ze luisteren, troosten en verlichten de werkdruk van zorgverleners. “Ze bieden een luisterend oor en zijn aanwezig, zonder haast of medische agenda.”

Waarom melden vrouwen vaker bijwerkingen van medicijnen?

Vrouwen blijken vaker bijwerkingen van medicijnen te melden dan mannen. Onderzoeker Sieta de Vries van het UMC Groningen probeert te achterhalen hoe dit komt. En dat blijkt complexer dan het lijkt.

Gezondheid van mens, dier en natuur horen bij elkaar

Voorheen circuleerden het westnijl- en het usutuvirus alleen in Zuid-Europa. Maar inmiddels komen ze ook voor in Nederlandse vogels en muggen. Viroloog Marion Koopmans ziet daarin een duidelijke les: “De gezondheid van mensen kun je niet los zien van die van dieren en ecosystemen.”

Casus: hoestende man met koorts en dyspneu

Een 31-jarige Poolse man die vanwege de ziekte van Crohn wordt behandeld met infliximab bezoekt de SEH, omdat hij al twee weken hoest en benauwd is. Ook heeft hij koorts. Een antibioticumkuur van de huisarts heeft geen effect gehad. Wat is uw diagnose?

Casus: man met huidafwijking op de rug

Een 69-jarige man komt op uw spreekuur om een verruca seborrhoica in het gelaat te laten controleren. Bij algehele inspectie ziet u ook een huidafwijking op de rug. Wat is uw diagnose?

´Voorkom medicijn­resten, begin bij je eigen voorschrijven´

Minder diclofenac, lagere hormoondoses, terughoudend met azitromycine - zo kunnen zorgverleners volgens een recent rapport van het IVM bijdragen aan schoner water. “Aan de overwegingen die artsen maken bij voorschrijven zou ook duurzaamheid moeten worden toegevoegd.”