Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Mogelijkheden voor gerichtere en effectievere borstkankerzorg
Anouk Eijkelboom (IKNL) promoveerde in december op haar onderzoek naar manieren om de borstkankerzorg kwalitatief goed, betaalbaar en toegankelijk te houden. Zij bracht onder meer de effecten van de COVID 19-pandemie in kaart en benoemt manieren voor meer efficiëntie en minder druk op de zorg, zoals het personaliseren van screening en nacontrole en de-escalatie van behandeling.
Tijdens de COVID 19-pandemie werden nieuwe behandelprotocollen ingevoerd om de zorg te ontlasten. Zo werd bij borstkanker meer neoadjuvante endocriene therapie toegepast om operaties uit te stellen en ziekenhuisbezoeken tot een minimum te beperken. Tijdens de eerste golf van de pandemie daalde het aantal borstkankerdiagnoses met 27,2%. Oorzaken waren het stopzetten van het bevolkingsonderzoek, maar ook terughoudendheid bij patiënten om bij klachten de huisarts te raadplegen. Na oproepen in de media en de campagne ‘Kanker wacht niet’ nam het aantal huisartscontacten weer toe, wat leidde tot meer diagnoses.
Bij DCIS (voorstadium van borstkanker) en bij stadium I en II tumoren was de afname van het aantal diagnoses het sterkst. Na het opstarten van het bevolkingsonderzoek kwam het aantal borstkankerdiagnoses weer op het oude peil, al was geen sprake van een inhaalslag. Dat kwam onder andere door de lagere screeningscapaciteit vanwege een tekort aan laboranten.
“De zorg is in staat om zich snel aan te passen aan de omstandigheden”
Promovenda Anouk Eijkelboom
Nacontrole op maat
Een mogelijkheid om de druk op de zorg te verminderen is het personaliseren van screening en nacontrole. Nu krijgen vrouwen met borstkanker in de eerste vijf jaar na hun behandeling ieder jaar een nacontrole. Ook tussentijds kan controle plaatsvinden, bijvoorbeeld vanwege klachten. Eijkelboom vond dat tumoren die tijdens reguliere of tussentijdse nacontroles bij vrouwen met borstkanker worden gevonden, niet verschillen in agressiviteit. Er is ook geen verschil in de kans op een metastase.
Deze bevindingen kunnen helpen om het huidige nacontroleprogramma (kosten)effectiever in te richten. Eijkelboom verwijst onder andere naar de PRISMA-studie vanuit het Radboudumc, een studie naar risicofactoren van borstkanker. Nacontrole op maat kan bijdragen aan minder belastende zorg voor de patiënt en brengt bovendien minder kosten met zich mee.
Ontwikkelingen
Eijkelboom benoemt in haar proefschrift enkele actuele ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op de kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg. Deze hebben te maken met technologische mogelijkheden, preventie, het afschalen van niet-passende zorg en efficiënter inzetten van huidige middelen. Zo kunnen video- en teleconsulten, tijdens de COVID 19-pandemie veel toegepast, nu en in de toekomst helpen om de zorg efficiënter maken. Ook gebruik van apps kan daarin een rol spelen. Zorgverleners mogen daarbij de behoeften en wensen van patiënten niet uit het oog verliezen. Een andere technologische ontwikkeling is de inzet van AI-technieken ter ondersteuning van het werk van radiologen. Dat laat in studies veelbelovende resultaten zien.
“Het tijdelijk stopzetten van het bevolkingsonderzoek is mogelijk een effectieve manier om de druk op de zorg te verminderen”
De-escalatie
Daarnaast is de-escalatie van behandeling een onderwerp in de borstkankerzorg – eveneens aangewakkerd door de pandemie. De intensiteit van DCIS-behandeling is de afgelopen jaren al gedaald en ook de-escalatie van radiotherapie is onderwerp van studie. Tijdens de pandemie werden minder frequente bestralingsschema’s gegeven en meer neoadjuvante endocriene therapie. De uitkomsten hiervan op langere termijn kunnen helpen bij het beter inrichten van de borstkankerzorg in de toekomst.
Optimaliseren
Het doel van haar onderzoek was om de zorg voor borstkankerpatiënten tijdens toekomstige situaties met een verhoogde druk op de zorg te optimaliseren, vertelt Eijkelboom. “We lieten onder andere zien dat het belangrijk is om mensen te stimuleren om naar de huisarts te gaan in het geval van klachten, zodat de tumor tijdig gedetecteerd wordt. Verder zagen we dat de zorg in staat was om zich snel aan te passen aan de omstandigheden. Er was een kortere tijd tussen diagnose en eerste behandeling en een toename in het gebruik van neoadjuvante therapie.” Daarnaast onderstreept het onderzoek volgens Eijkelboom het belang van het bevolkingsonderzoek: dat moet zoveel mogelijk doorgaan tijdens situaties met een verhoogde druk op de zorg. “Ook al is het tijdelijk stopzetten van het bevolkingsonderzoek, en het daarna snel weer opstarten ervan, mogelijk wel een effectieve manier om de druk op de zorg tijdelijk te verminderen.”
Er bleek erg veel interesse in het proefschrift van Eijkelboom te zijn. “Clinici, maar ook patiënten, waren erg benieuwd naar het effect van de COVID 19-pandemie op de borstkankerzorg. Veel artsen wilden graag meedenken met ons onderzoek en waren benieuwd naar de resultaten. Zoveel interesse in en medewerking met je proefschrift is erg leuk en geeft veel energie om met het onderzoek aan de slag te gaan.”