Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Neuroloog dr. Visser over communicatie: ‘We nemen te snel aan dat de patiënt het wel begrijpt’
Medisch specialisten realiseren zich vaak onvoldoende dat het bij een patiënt kan inslaan als een bom om te horen dat hij of zij een (ernstige) chronische ziekte heeft, vindt neuroloog dr. Leo Visser. Zorgvuldige en betrokken communicatie tussen de arts en de patiënt is dan ook van groot belang. “Vakliteratuur en opleidingen besteden eigenlijk alleen aandacht aan de biomedische kanten van de zorg. Maar over communicatie in de spreekkamer is nauwelijks gepubliceerd.”
Tegenwoordig is een arts veel meer dan alleen maar een ‘probleemoplosser’ die een acute aandoening verhelpt. Het aantal chronische ziekten neemt toe en artsen zien steeds meer patiënten die complexe zorg nodig hebben. De impact op het dagelijks leven is groot en dat vraagt om een goede communicatie tussen arts en patiënt. Maar dat gaat soms nog mis, zegt dr. Leo Visser, neuroloog in het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis (ETZ) in Tilburg en bijzonder hoogleraar Zorgethiek aan de Universiteit voor Humanistiek. Hij schreef daarom het boek ‘Menselijkheid in de zorg, de arts-patiëntrelatie’. Want het gaat niet om de beste behandeling, maar om leren leven met de ziekte.
Slordige slechtnieuwsgesprekken
Een voorbeeld. Het klinkt zo logisch, maar zorgverleners staan er meestal niet bij stil: patiënten weten nog precies waar en wanneer ze waren toen ze het slechte nieuws over hun ziekte hoorden. En die plek roept nare associaties op. “Daar zou je rekening mee kunnen houden door slechtnieuwsgesprekken in een andere kamer te voeren”, stelt Visser voor. Maar hij vertelt ook schokkende verhalen over hoe patiënten soms een slechte diagnose moeten horen, over de telefoon bijvoorbeeld, of via een assistent die het ook niet precies weet. Visser: “Dat kun je je tegenwoordig toch niet meer voorstellen?”
Shared decision making
Toch zijn dit soort verhalen ook exemplarisch voor veel zorgtrajecten die daarna volgen, zo merkte Visser bij zijn familie en zo hoorde hij het van patiënten. Als neuroloog krijgt hij veel te maken met mensen met MS. “In vakliteratuur en op de opleidingen wordt eigenlijk alleen aandacht besteed aan de biomedische, technische kanten van de zorg. En in de maatschappij is er veel aandacht voor shared decision making. Maar over communicatie in de spreekkamer is nauwelijks gepubliceerd. Dus besloot ik zelf onderzoek te doen”, legt hij uit. Hij leerde veel over het functioneren van zichzelf en zijn collega’s, maar ook veel over patiënten en hun karakters.
Flow van de zorg
“Het gaat vaak om kleine dingen. We nemen bijvoorbeeld te snel aan dat een patiënt het wel begrijpt of wel weet. Terwijl een patiënt in een spreekkamer vaak maar de helft hoort. Je moet dus veel herhalen, of nog beter: laat de patiënt jouw verhaal zelf samenvatten.” Artsen laten het vaak achterwege om te informeren over tijdpad en planning van behandelingen. Dat gebeurde bij de tweelingbroer van Visser die na de diagnose maagkanker vervolgens wekenlang niks hoorde. “Uit wanhoop is hij maar zelf hulp gaan zoeken in België”, vertelt Visser.
“Neem de patiënt stap voor stap mee in de flow van de zorg”, raadt hij aan. “Vertel precies wat je gaat doen en kom je afspraken ook na. Maar het belangrijkste is: leer je te verplaatsen in de patiënt, zorg dat je weet wat zijn of haar voorkeuren zijn en zorg dat de consequenties van keuzes – ook op de lange termijn – bekend zijn. Dan kun je samen beslissingen nemen. En indien nodig schakel je geestelijke of psychosociale hulp in binnen een multidisciplinair team.”
Intercollegiale communicatie
Communicatieve vaardigheden vallen te trainen, zegt Visser, en dat gebeurt bijvoorbeeld in het ETZ. Maar ook intervisie of spiegelgesprekken dragen bij aan betere communicatie. “Huisartsen lopen daarin voor op medisch specialisten”, zo constateert hij. Tenslotte staat of valt het met intercollegiale communicatie. “Van de week nog kreeg ik een patiënt die al bij een oncoloog, een cardioloog en een neuroloog was geweest. Het beleid was voor de patiënt onduidelijk en hij vroeg aan een van de specialisten om met de andere specialist te overleggen. Volgens patiënt weigerde de specialist en dit maakte hem zeer onzeker.”
Boek ‘Menselijkheid in de zorg, de arts-patiëntrelatie’ – Leo Visser (SWP Uitgevers, Amsterdam)