Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Neuroloog prof. dr. Dippel: ‘Patiënten die trombectomie ondergaan, herstellen duidelijk beter van acuut herseninfarct’
Gezamenlijk onderzoek van neurologen en radiologen laat zien dat patiënten die een trombectomie krijgen beter herstellen van het herseninfarct. Inmiddels is het CONTRAST-consortium opgezet dat onderzoek doet naar verdere verbeteringen in de behandeling van herseninfarcten en ook hersenbloedingen. Samenwerking tussen verschillende disciplines speelt hierbij een steeds belangrijkere rol, stelt neuroloog prof. dr. Dippel. “We moeten elkaar niet beconcurreren, want juist door samen te werken kunnen we onze positie in het internationale wetenschappelijke veld versterken.”
Al sinds 1995 worden pogingen ondernomen om bij patiënten die worden getroffen door een herseninfarct met speciale katheters acute trombo-embolische afsluitingen van slagaders in het hoofd weer doorgankelijk te maken. Die pogingen zijn geruime tijd weinig succesvol geweest, maar daarin kwam in 2006 verandering toen de CT Angiografie op grotere schaal beschikbaar kwam. Hiermee werd de basis gelegd voor de MR CLEAN studie, een gezamenlijk onderzoek van neurologen en radiologen naar een nieuwe behandeling voor het acute herseninfarct, zegt neuroloog prof. dr. Diederik Dippel (Erasmus MC).

Neuroloog prof. dr. Diederik Dippel
Zelfstandig functioneren
“De CTA-scan brengt de slagaders in de hersenen in beeld”, legt Dippel uit, “en zo kun je dus zien of er een grote afsluiting is. We deden een gerandomiseerde studie waarin de ene patiëntgroep de standaardbehandeling kreeg – vaak een infuus met sterke bloedverdunners – en de andere die standaardbehandeling plus verwijdering van de trombo-embolische afsluiting via een trombectomie. De patiënten die de tweede interventie ook ondergingen, herstelden duidelijk beter van het herseninfarct. Ze kunnen veel vaker weer zelfstandig functioneren. Het kwam zelfs een keer voor dat iemand al tijdens de behandeling zei: ‘Stop maar want het gaat wel weer’. Wat niet wegneemt dat nog veel winst te boeken valt hoor, want nog steeds is de helft van de patiënten er ook na die behandeling nog niet goed aan toe.”
Bekroond
Aan verdere verbetering wordt nu heel hard gewerkt. Toepassing van de CTA-scan is inmiddels gemeengoed, om te bepalen of de patiënt moet worden doorgestuurd naar een van de achttien ziekenhuizen in ons land waarin de trombectomie kan worden toegepast. Dit geschiedt in samenwerking tussen een neuroloog en een neuro-interventieradioloog en is toepasbaar bij patiënten in de eerste zes uur na het herseninfarct. Het onderzoek – waaraan Dippel samen met hoogleraar neuroradiologie Charles Majoie (AMC) leiding gaf – is door de Federatie Medisch Specialisten bekroond als meest baanbrekende onderzoek van 2017.
Verder met trombectomie
Maar daar houdt het verhaal niet op. Inmiddels is het CONTRAST-consortium opgezet, dat verder onderzoek doet naar mogelijke verbeteringen in de behandeling van herseninfarcten en ook hersenbloedingen. Dippel vertelt: “Twee studies, uit Spanje en de Verenigde Staten, tonen op basis van perfusiescans aan dat winst te boeken is met trombectomie bij streng geselecteerde patiënten bij wie wel sprake is van slechte perfusie maar nog geen totale beschadiging. Ook die behandeling passen we toe, en we onderzoeken of de indicatie kan worden uitgebreid zodat meer patiënten in aanmerking komen. We doen binnen het consortium ook onderzoek naar de meerwaarde van toepassing van nitroglycerinepleisters in de ambulance, om de bloeddruk en circulatie van de patiënt al tijdens het vervoer naar het ziekenhuis te verbeteren en zo dus de kans op een succesvolle behandeling te vergroten. Voor elk onderzoek is een ander Nederlands centrum in the lead. Volgende stappen zijn verder onderzoek naar neuroprotectie en naar een stereotactische endoscopie-benadering, om te bezien of we patiënten veilig en effectief kunnen behandelen op een minder invasieve manier.”
Samenwerking wordt de norm
Wat betekent dit alles voor de behandelpraktijk? Volgens Dippel twee dingen. Ten eerste dat scannen in het primaire centrum waarin de patiënt wordt opgenomen steeds belangrijker wordt. En ten tweede dat samenwerking tussen verschillende medische disciplines en centra de norm wordt. “Het CONTRAST-consortium is een samenwerkingsverband van neurologen, radiologen, neurochirurgen, en translationele en basale onderzoekers”, vertelt Dippel. “We moeten elkaar niet beconcurreren, want juist door samen te werken kunnen we onze positie in het internationale wetenschappelijke veld versterken. Ook internationale samenwerking is interessant, om data bij elkaar te brengen bijvoorbeeld. Op basis van alle data die we nu tot onze beschikking hebben, kunnen we al in de ambulance of op de EHBO komen tot individualisering: bepalen welke patiënt baat zal hebben bij welke behandeling. Zelf ben ik betrokken bij onderzoek dat de mogelijkheden hiertoe in kaart moet brengen. Al met al hebben we Nederland met ons MR CLEAN onderzoek internationaal weer beter op de kaart gezet als onderzoeksland binnen onze discipline. Op basis daarvan kunnen we nu vervolgstappen zetten.”