DOQ

Nierpatiënten vaak uitgesloten van cardio­vasculair klinisch onderzoek

In onderzoek naar cardiovasculaire (CV)-medicatie worden nierpatiënten vaak niet geïncludeerd, terwijl zij nu juist wel de mensen zijn die dergelijke medicijnen nodig hebben, zo ontdekte gezondheidswetenschapper en promovenda Julia Colombijn (UMC Utrecht). Samen met epidemioloog Robin Vernooij onderzocht ze de exclusie van nierpatiënten bij onderzoek naar CV-medicatie. “Tien procent van de Nederlandse bevolking – zo’n 2 miljoen mensen – heeft nierschade; alleen al daarom is dit zeer relevant onderzoek.”

Dat nierpatiënten vaak niet geïncludeerd worden in cardiovasculaire (CV) studies is bepaald geen nieuw probleem. “Het speelt al sinds de jaren 80 van de 20e eeuw”, weet Colombijn. “Wij waren vooral benieuwd of deze situatie inmiddels verbeterd was en waarom nierpatiënten buiten de boot vallen. Misschien was er wel een logische verklaring voor. Nierpatiënten zijn kwetsbare patiënten waardoor onderzoekers er mogelijk minder happig op zijn hen te includeren, bijvoorbeeld omdat ze eerder (veiligheids)problemen verwachten. Daarnaast kan dosisaanpassing van medicatie een uitdaging zijn waar onderzoekers rekening mee moeten houden omdat de nieren een belangrijke taak vervullen in het klaren van medicatie.”

“Hart- en vaatziekten zijn de belangrijkste doodsoorzaak bij nierpatiënten”

Gezondheidswetenschapper en promovenda Julia Colombijn

Relevantie

Ondanks deze barrières is kennis over de werkzaamheid en veiligheid van CV-medicatie bij nierpatiënten onmisbaar. Colombijn: “In de dagelijkse praktijk wordt ontzettend veel CV-medicatie gebruikt. Hart- en vaatziekten zijn de belangrijkste doodsoorzaak bij nierpatiënten. Dat betekent dat je als clinicus continue beslissingen over de inzet van CV-medicatie moet nemen om het risico op hart- en vaatziekten te verlagen.”

Tegelijkertijd is voor veel nierpatiënten niet goed onderzocht of CV-medicatie (even) goed werkt als bij mensen zonder nierschade. “Het is niet onaannemelijk dat medicatie bij nierpatiënten anders werkt dan bij mensen zonder nierproblemen”, legt Colombijn uit. “Dit geldt met name voor patiënten met verder gevorderde nierziekte en die nierdialyse ondergaan of een niertransplantaat hebben: nierziekte verandert immers ook de werking van het lichaam. Daarom moeten clinici in de praktijk vaak medicatie voorschrijven waarvan de effectiviteit onduidelijk is.”

Uitkomsten literatuuronderzoek

Colombijn en haar mede-onderzoekers vonden niet alleen dat het aantal RCT’s dat nierpatiënten van deelname uitsloot in de afgelopen 20 jaar is gestegen, maar ook dat er belangrijke kennishiaten zijn betreffende de effectiviteit van CV-medicatie bij nierpatiënten. Dit speelt vooral bij patiënten met chronische nierziekte (CKD) stadia 4 en 5.“In bijna driekwart van de studies werden meer nierpatiënten op basis van veiligheidsaspecten uitgesloten dan men zou mogen verwachten. Een van de conclusies was dan ook dat de exclusiecriteria voor nierpatiënten strikt zijn en niet overeenkomen met hoe het er in de alledaagse praktijk aan toe gaat. We weten gewoonweg niet hoe goed CV-medicatie werkt; op basis van het beste bewijs behandelen we deze patiënten zo goed mogelijk, maar er zijn nog wel wat open eindjes.”

“Hypertensie en diabetes zijn zelden exclusiecriteria. Dat zou óók voor nierpatiënten moeten gelden”

Redenen van uitsluiting

Colombijn benadrukt dat het exclusiecriterium dat gehanteerd werd in de studies, niet betekent dat er helemaal geen nierpatiënten in zitten. Andersom geldt dat wanneer geen expliciete exclusiecriteria op nierziekte gehanteerd worden, dit niet betekent dat nierpatiënten ook in de studies geïncludeerd worden. Nierpatiënten vormen immers een heterogene groep, waarbij de ernst en aard van de nierziekte fors uiteen kunnen lopen. Dat laat echter onverlet dat nierziekte vaak als een onterecht criterium wordt gehanteerd. “Hypertensie en diabetes zijn zelden exclusiecriteria. Dat zou óók voor nierpatiënten moeten gelden omdat nierziekte een even zo belangrijke risicofactor is als diabetes of hypertensie.”

“Clinici moeten zich bewuster zijn van deze blinde vlek voor nierpatiënten”

Inclusief zijn voor nierpatiënten

Op basis van dit onderzoek kan een begin worden gemaakt met een andere, meer inclusieve aanpak, stelt Colombijn. “Clinici moeten zich bewuster zijn van deze blinde vlek voor nierpatiënten. De exclusiecriteria in studies zijn veel strikter dan de wijze waarop patiënten in de praktijk worden behandeld, en mogelijk is men daar in het onderzoek te voorzichtig mee.” Daarnaast wijst zij erop dat het logisch is dat bij medicatie-onderzoek begonnen wordt bij niet kwetsbare patiënten en de resultaten vervolgens naar steeds diversere populaties vertaald worden. “Als je dan wil weten of het ook bij nierpatiënten werkt en deze groep standaard wil meenemen, is dat alleen mogelijk indien voldoende patiënten geïncludeerd worden.”

Veel informatie over oudere medicatie

Tenslotte wijst Colombijn op het nut van oudere medicatie waarbij het niet meer haalbaar is om nieuwe studies op te zetten. “Deze middelen worden in de praktijk frequent gebruikt waardoor er – bijvoorbeeld in dataregisters – veel bruikbare data over is. Daarmee kan in specifieke groepen nierpatiënten worden bekeken hoe effectief en veilig deze middelen zijn. Dat onderscheid is ook van belang omdat er veel verschillen tussen nierpatiënten bestaan; ze zijn niet over één kam te scheren.”

Referentie: Colombijn JMT, et al. Representation of Patients With Chronic Kidney Disease in Clinical Trials of Cardiovascular Disease Medications A Systematic Review. JAMA Network Open. 2024;7(3):e240427. doi:10.1001/jamanetworkopen.2024.0427.

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Casus: patiënte met dyspnoe naar de EHH

Een oudere obese vrouw presenteert zich op de Eerste Hart Hulp vanwege dyspnoe. Die begon twee weken geleden en was aanvankelijk inspanningsgebonden, nu ook bij platliggen. Ze plast nog maar kleine beetjes sinds drie dagen. Wat is uw diagnose?

Casus: patiënt met progressieve inspanningsdyspneu

Een patiënt presenteert zich met progressieve inspanningsdyspneu. Voorheen was hij in staat om zonder klachten te tennissen, nu ervaart hij kortademigheid bij stevig doorwandelen. Er is geen sprake van hoesten, sputumproductie of koorts. Wat is uw diagnose?

Uitgebreid bloedonderzoek met één simpele vingerprik

Capillaire bloedafname via een vingerprik blijkt bij meer dan 30 standaardbepalingen een goed alternatief voor venapunctie, concludeerde Martijn Doeleman. “Patiënten kunnen zelf de vingerprik doen. Gewoon thuis, wanneer het hen uitkomt.”

Cultuur­sensitieve zorg in de praktijk: lessen van Mammarosa

Taal- en cultuurverschillen kunnen de communicatie met zorgverleners flink bemoeilijken. Stichting Mammarosa biedt hierin uitkomst. Samia Kasmi vertelt hoe belangrijk cultuursensitieve communicatie is, en hoe artsen hierin het verschil kunnen maken.

‘Er is een trend naar meer visuele informatie’

“Voor patiënten blijkt de juiste toedieningsroute van een geneesmiddel niet altijd vanzelfsprekend te zijn”, vertellen Yara Mangindaan en Nike Everaarts-de Gruyter. Zij hielpen medicijnpictogrammen te ontwikkelen die ondersteunen bij goed gebruik van geneesmiddelen.

Werkbereidheid bij een crisis niet vanzelf­sprekend

Ziekenhuizen kunnen tijdens een crisis niet blind vertrouwen op hun personeel, concluderen Dennis Barten en Lindsy Engels. Werkbereidheid hangt sterk af van verschillende factoren. “Het is belangrijk om te ontdekken wat nodig is om voor te bereiden op crisissituaties.”

Casus: man met dysfonie­klachten

Een 42-jarige man komt op uw spreekuur met dysfonieklachten, twee maanden geleden ontstaan in een periode van veel hoesten. Aan het einde van de dag worden de klachten erger en het is lastig om een lang gesprek te voeren. Wat is uw diagnose?

Integrale geneeskunde in Nederland: tijd voor de volgende stap

Het spreekuur Integrative Medicine van Ines von Rosenstiel is erg populair en ook in andere ziekenhuizen groeit de belangstelling voor een dergelijk spreekuur. Hoe zorgen we ervoor dat IM een structureel onderdeel wordt van de reguliere zorg in Nederland?

Mindfulness in de zorg: allesbehalve zweverig

“Zorg goed voor jezelf. Er is er maar één van.” Dat zei een patiënt ooit tegen longarts Miep van der Drift. Ze weet als geen ander: mindfulness is niet alleen voor patiënten, maar ook voor zorgverleners. Ze geeft tips voor kleine veranderingen met een grote impact.

Medicatie vaak te lang voortgezet na ontslag uit ziekenhuis

Veel patiënten gebruiken in ziekenhuizen voorgeschreven opiaten, benzodiazepines en antipsychotica nog langdurig na ontslag, aldus Judith de Ruijter. “We geven artsen de tip om, als ze bij ontslag nieuwe medicatie voorschrijven, al meteen na te denken over stoppen.”