Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
‘Niet behandelen is ook een optie’
Samen beslissen kennen we, een stap verder gaat het relationeel en existentieel behandelen. Daarbij is het belangrijk om altijd voor ogen te houden wie de patiënt is en wat diegene wil. Het UMC Utrecht doet een vierjarig onderzoek naar wat deze vorm van behandelen precies is, gefinancierd door de vader van een patiënt.
Het is bijzonder dat een vader zo’n onderzoek financiert. Hij reisde met zijn zoon, die een hersentumor had, de hele wereld over op zoek naar een plek waar hij goed behandeld werd, maar waar ze ook gehoord en gezien werden. Dat vonden zij in het UMC Utrecht. Wat doen de medewerkers van het UMC anders dan in andere ziekenhuizen? “Dat willen we met dit onderzoek beschrijven”, legt Tatjana Seute uit. Zij maakt deel uit van het projectteam en schreef het projectplan ‘Existentieel behandelen in de Neuro-oncologie’.
“Een patiënt kan pas weloverwogen beslissen als hij ook weet wat de gevolgen zijn”
Neuro-oncoloog Tatjana Seute
In gesprek gaan
In de psychiatrie is existentieel en relationeel behandelen bekend, maar in andere sectoren veel minder. “Door neurologische aandoeningen en ingrepen kan de persoonlijkheid van iemand veranderen, dat is al langer bekend. Daar wordt alleen niet altijd met de patiënt over gesproken tijdens de behandeling. Dat is jammer. Lange tijd leek ‘niet behandelen’ geen optie. Maar dat is het wel en dat moet de patiënt weten. Een patiënt kan pas weloverwogen beslissen als hij ook weet wat de gevolgen zijn. Kan behandelen de persoonlijkheid van de patiënt veranderen? Zijn er andere gevolgen? Wil de patiënt daarmee leven? Dat zijn vragen die steeds belangrijker worden. Door existentieel en relationeel behandelen, houd je rekening met deze aspecten waardoor een patiënt beter geïnformeerd kan beslissen over wel of geen behandeling.”
“Het is belangrijk dat je als arts weet wie je tegenover je hebt”
Relationeel behandelen
Het onderzoek richt zich op wat existentieel en relationeel behandelen is en hoe dit tot stand komt. “Het gaat erom dat de patiënt de best passende behandeling krijgt, niet alleen fysiek, maar ook emotioneel. Dan is het belangrijk dat je als arts weet wie je tegenover je hebt, wat vindt hij of zij belangrijk in het leven en wat zijn de normen en waarden? Als je dat weet, kun je de behandeling beter afstemmen op de persoon. Het is niet nodig om een gesprek van drie kwartier te voeren om te achterhalen hoe iemand in elkaar zit. Dit kun je ook doen door de patiënt vooraf vragenlijsten in te laten vullen”, zegt Seute.
“We hopen een soort toolkit te ontwikkelen waardoor andere professionals dit ook kunnen toepassen”
Existentieel behandelen
Wanneer een patiënt twee maanden langer kan leven door een zware behandeling maar wel kaal wordt en tien kilo verliest, is het een realistische vraag of dat het waard is. “Dat weten wij niet”, gaat Seute verder. “Stel dat de dochter van deze patiënt in die twee maanden trouwt en de patiënt daar bij wil zijn. Dan kiest de arts samen met de patiënt voor de behandeling met alle bijwerkingen. Kiezen voor behandelen zonder over de consequenties te praten, doen wij in het UMC Utrecht nooit. We hopen door vast te stellen wat existentieel behandelen is, een soort toolkit te ontwikkelen waardoor andere professionals dit ook kunnen toepassen.”
Niet nieuw
Eerst wordt uitgezocht wat er al bekend is over existentieel en relationeel behandelen. “Wij denken dat het nieuw is, maar er blijkt al best wel wat over bekend te zijn. Daarna doen we kwalitatief onderzoek en vervolgens institutionele etnografie. Dat wil zeggen dat we ons hele behandelteam, inclusief patiënten, gaan doorlichten. We bekijken het hele proces, wat er allemaal gebeurt en wat er door de artsen, verpleegkundigen, patiënten en andere betrokkenen gezegd wordt. Dat analyseren we op een beschouwende manier. Die analyse gaat neuropsycholoog Anouk de Sain doen. Iedereen wordt semigestructureerd geïnterviewd, maar er komen geen vragenlijsten aan te pas. Er hebben zich al patiënten, jonge dokters en huisartsen gemeld die hieraan mee willen doen.”