Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Nieuw Kennisplatform Antistolling: vooral vraagbaak voor patiënt en arts
Afgelopen zomer ging het Nederlands Kennisplatform Antistolling live. Het portaal allesoverantistolling.nl biedt zowel voor patiënten als voor artsen informatie over het gebruik en het voorschrijven van antistollingsmiddelen. Initiatiefnemer Menno Huisman (LUMC): “Vroeger belde je de plaatselijke trombosedienst voor advies over vitamine K-antagonisten. Nu zijn er meer middelen en moet je voor advies daarover bij de voorschrijvers zijn.”
Huisartsen en medisch specialisten hadden enkele jaren geleden veel minder te maken met het gebruik van antistollingsmedicatie bij operaties en bloedingen. Een netwerk van trombosediensten begeleidde die patiënten, die voor het grootste deel vitamine K-antagonisten kregen. Inmiddels zijn er diverse nieuwe antistollingsmiddelen, zoals de directe orale anticoagulantia (DOACs), en moeten patiënten zelf zorgen voor hun herhaalrecepten en controleafspraken bij hun behandelaar. Grote veranderingen dus, waardoor voorschrijvers van antistollingsmiddelen plotseling veel meer kennis hierover moeten hebben dan voorheen.

“Een patiënt die antistolling gebruikt zal in de toekomst alleen maar vaker voorkomen vanwege de vergrijzing”
Emeritus-hoogleraar Interne geneeskunde Menno Huisman
Veranderingen
“Vroeger belde je de plaatselijke trombosedienst die de trombosezorg ook uitvoerde voor advies, nu moeten patiënten bij de voorschrijvers zijn”, vertelt Menno Huisman, emeritus-hoogleraar Interne geneeskunde bij het Leids Universitair Medisch Centrum. “Maar huisartsen, tandartsen, KNO-artsen of chirurgen schrijven wellicht niet iedere dag antistollingsmiddelen voor en kunnen er zelf ook veel vragen over hebben, bijvoorbeeld over de combinatie met andere medicijnen. Tandartsen moeten bij een aantal ingrepen standaard vragen of de patiënt antistolling gebruikt. Als die ‘ja’ zegt, gaan ze op het moment zelf vaak pas nadenken wat ze moeten doen. Maar dat ze ‘ja’ als antwoord krijgen, zal in de toekomst alleen maar vaker voorkomen vanwege de vergrijzing.” Samen met Hugo ten Cate (hoogleraar Interne geneeskunde bij Maastricht Universitair Medisch Centrum) is Huisman vanuit de Nederlandse Vereniging voor Internisten initiatiefnemer van het platform. “Professionals uit allerlei andere expertises hebben hieraan meegewerkt, de expertise komt uit de breedte.”
Indeling
Huisman: “We zijn er ruim twee jaar mee bezig geweest. Niet alleen met het vaststellen van de inhoud, maar ook hebben we lang over de vorm en indeling nagedacht. Er is een patiëntengedeelte, dat valt onder de verantwoordelijkheid van de landelijke organisatie voor mensen met trombose: de Trombosestichting. Zij zorgen er ook voor dat patiënten kennisnemen van dit platform, naast dat artsen er ook in de spreekkamer op wijzen. En er is een gedeelte voor professionals waar onder andere protocollen van ziekenhuizen te vinden zijn en e-learnings. Ook is er een BIG-toegang tot lokale experts, zodat je laagdrempelig met een ander kunt sparren en zicht hebt op wat het beleid is van het lokale ziekenhuis waar je mee samenwerkt. De kunst is te zorgen dat het allemaal klopt en up-to-date blijft, waarbij we de verantwoordelijkheid voor de protocollen bij de ziekenhuizen leggen.”
“Op dit platform kunnen arts én patiënt vragen stellen aan experts”
Gezamenlijke voordeur
Dat zowel patiënten als professionals op hetzelfde platform terecht kunnen voor informatie, is volgens Huisman een bewuste keuze. “Een gezamenlijke voordeur is belangrijk, dat verkleint de kloof tussen arts en patiënt. Op dit platform kunnen beiden vragen stellen aan experts. De patiënten kunnen alleen niet bij de contactgegevens van de professionals, die zijn er puur voor de uitwisseling tussen artsen onderling. Ik weet van enkele artsen dat ze ook wel op het patiëntengedeelte kijken om in te schatten wat voor vragen ze kunnen krijgen. En ik verwacht ook nog wel input van verpleegkundigen, over praktijksituaties bijvoorbeeld. Dan kunnen we ook meer de vertaalslag maken naar de praktijk op beide gedeeltes. Maar voor nu is het vooral een vraagbaak; je kunt heel snel kennis nemen van wat ‘state of the art’ is of hoe een ziekenhuis in de buurt handelt in bepaalde situaties.”
“Het zou beter zijn als er één antistollingsprotocol voor operaties en ingrepen was”
Protocollen
Nog niet van alle ziekenhuizen zijn de protocollen rondom antistollingsmiddelen openbaar, geeft Huisman aan. “We werken eraan om dat te bewerkstelligen. Maar het zou nog beter zijn als er bijvoorbeeld één antistollingsprotocol voor operaties en ingrepen (periprocedureel) was. Met de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde werken we aan een nationaal periprocedureel protocol voor in ziekenhuizen. Dat is al een heel mooi initiatief dat uit dit project is voortgekomen.”
Verder moet er nog gekeken worden hoe en hoe vaak het platform wordt gebruikt. “We willen weten of het platform voldoet aan de behoefte en wie waar naar zoekt. Ook is het belangrijk om alles actueel te houden, er blijft dus constant werk aan het platform. Een vervolg van het voorbereidingstraject om de duurzaamheid van het platform te garanderen is dan ook nodig. Dat willen wij als vervolgaanvraag bij de Federatie Medisch Specialisten inbrengen, die dit project al heeft gesteund met een bijdrage uit de Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten.”
Meer weten? www.allesoverantistolling.nl