Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Nieuwe ‘longpleister’ veelbelovend bij lek in longen
Na een resectie van een (deel van een) long lekt er vaak een beetje lucht door een gaatje vanuit de resterende long naar de borstholte. Als dit niet na enkele dagen spontaan herstelt, stijgt het risico op complicaties zoals een infectie van de borstholte. Bob Hermans (inmiddels anios cardiothoracale chirurgie) testte tijdens zijn promotieonderzoek aan het Radboudumc een nieuwe ‘longpleister’ die het lek met succes kan dichtplakken.
Een longresectie, het weghalen van (een deel van) een long, is een veelvoorkomende ingreep bij de behandeling van longkanker. Hierbij kan – mede als gevolg van het manipuleren van het longweefsel – ergens een ‘lekje’ in een van de longblaasjes ontstaan. “Met name bij mensen met COPD en bij rokers zijn de longen hier erg gevoelig voor”, weet Hermans. Op zich is zo’n luchtlekkage (‘pulmonary air leakage’, PAL) geen groot probleem. “Het gaatje groeit meestal binnen een paar dagen dicht. In de tussentijd zorgt een drain ervoor dat de weggelekte lucht uit de borstholte kan ontsnappen.” Bij circa een op de tien mensen met PAL groeit het gaatje echter niet snel dicht. “Duurt de lekkage langer dan een dag of vijf, dan neemt het risico op complicaties toe. Zo kan de niet-steriele lucht een infectie in de borstholte veroorzaken. Ook duurt als gevolg van een aanhoudende PAL de ziekenhuisopname tot ruim een week langer.”

“Er zijn inmiddels diverse ‘pleisters’ ontwikkeld die je op het lek in de long kunt aanbrengen”
Anios cardiothoracale chirurgie Bob Hermans
Niet te hechten
Om langdurige luchtlekkage uit de longen te voorkomen is het dus zaak de lekkage op te sporen en – vooral bij mensen met een verhoogd risico op langdurige lekkage – het lek te dichten. Dat laatste is echter lastig, vertelt Hermans. “Longweefsel is op het niveau van de longblaasjes heel teer weefsel. Dat kun je niet – zoals de bronchiën – simpelweg dichthechten of -nieten. Hechtingen hebben enkel houvast in het omhullende longvlies; in de longblaasjes scheuren hechtingen of nietjes meteen uit.” Om een lekkende long toch te kunnen dichten, gingen onderzoekers al enige tijd geleden te rade in de rijwielbranche. “Er zijn inmiddels diverse ‘pleisters’ en ‘lijmen’ ontwikkeld die je op het lek in de long kunt aanbrengen. Een beetje zoals je een lekke fietsband plakt.”
“Het materiaal is oorspronkelijk ontwikkeld voor het stelpen van bloedend weefsel”
Polyoxazoline
Een probleem is echter dat de tot nu toe ontwikkelde longpleisters niet voldoen. “Uit alle onderzoeken die erover zijn verschenen blijkt dat deze pleisters maar matig succesvol zijn. Een van de meest onderzochte pleisters, een pleister op basis van collageen en stollingsfactoren, laat in onze ervaring al snel los waardoor het lek maar tijdelijk wordt gedicht.” Dat moet beter kunnen, en daarom ging Hermans aan de slag met een biologisch afbreekbare pleister op basis van een kunststof, polyoxazoline geheten, die is ontwikkeld door het Nijmeegse bedrijf GATT Technologies. “Dit materiaal is voorzien van moleculen die verbindingen aangaan met eiwitten op een orgaanoppervlak. Hierdoor hecht de pleister zich stevig aan het onderliggende weefsel. Het is oorspronkelijk ontwikkeld – en heeft inmiddels ook een CE keurmerk – voor het stelpen van bloedend weefsel.”
“De longpleister leidt tot een normale wondgenezing”
Minder immunogeen
De afgelopen jaren heeft Hermans de bruikbaarheid van polyoxazoline als ‘longpleister’ onderzocht. “Daarbij hebben we om te beginnen met behulp van varkenslongen afkomstig uit het slachthuis aangetoond dat het materiaal bestand is tegen een hogere druk in de longen dan de ‘klassieke’ longpleisters. Vervolgens hebben we in schapen aangetoond dat deze pleister inderdaad in staat is een kunstmatig aangebrachte luchtlekkage af te dichten. Daarnaast hebben we kunnen aantonen, eveneens in schapen, dat het materiaal in zes weken wordt afgebroken, dat er een normale wondgenezing optreedt en dat het minder immuunrespons opwekt in vergelijking met een longpleister die nu al gebruikt wordt bij patiënten.”
Voorspellen langdurig PAL
Kortom, de eerste stappen op weg naar toekomstig gebruik van deze pleister in de kliniek zijn met succes gezet. “Een belangrijke vervolgstap is nu te onderzoeken hoe de pleister zich gedraagt op humaan longweefsel en dan met name longweefsel met een hoog risico op het ontwikkelen van langdurige lekkage, zoals dat van rokers en mensen met COPD. Het is nu aan de firma om dit onderzoek uit te zetten.” Wat daarnaast zou kunnen bijdragen aan een kosteneffectieve klinische toepassing van de pleister, is een model dat aan de hand van pre- en perioperatieve parameters betrouwbaar de kans kan voorspellen op een langdurige PAL bij een patiënt. “Dan weet je bij welk lek het nodig is dit af te dichten met een longpleister en welk lek spontaan dichtgroeit”, besluit Hermans.