Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Nieuwe technieken binnen de blaaskankerdiagnostiek
Het in vivo diagnosticeren en graderen van blaaskanker staat centraal in het onderzoek van arts-onderzoeker Esmée Liem. Ze gebruikt daarvoor ‘confocale laser endomicroscopie’, een microscoop die zo klein is, dat deze via een probe in de blaas kan worden ingebracht. In een interview met DOQ vertelt Liem meer over de nieuwe en toekomstige mogelijkheden binnen de blaaskankerdiagnostiek.
Tijdens haar co-schappen kwam Esmée Liem in contact met de urologie en was meteen verkocht. “Het is een divers vakgebied. Je doet zelf veel diagnostiek, maar ook de behandeling, variërend van leefstijladviezen tot grote ingrepen. Vanuit de Snijdend Oncologische Groep (Erasmus MC Kankerinstituut, Daniel de Hoed in Rotterdam) kwam ik bij het AMC terecht, omdat er een plek binnen de urologie vrijkwam. Ik werkte als ANIOS in het AMC op de afdeling urologie, waar ook deze promotieplek op mijn pad kwam.”
Diagnostiek
Haar onderzoek betreft de blaaskankerdiagnostiek en behandeling. Bij een van haar projecten staat daarbij de ‘confocale laser endomicroscopie’ (CLE) centraal. Liem: “Het is mijn doel om de diagnostiek naar blaaskanker verder te verbeteren met moderne technieken zoals de CLE. De techniek bestaat al enkele jaren, maar er waren tot dusver nog weinig toepassingen binnen de urologie. De CLE werd voor het eerst gebruikt binnen de MDL, waar onder andere onderzoek gedaan werd naar Barrett oesophagus. Waarna de techniek ook op de radar binnen de urologie kwam. Binnen de urologie staat het gebruik van CLE echter nog in de kinderschoenen.”
CLE
De confocale laser endomicroscoop is een soort microscoop die zo klein is, dat deze in een ‘probe’ past. Tijdens een transurethrale resectie van de blaastumor brengen we de CLE probe in de blaas. Vervolgens bekijken we het weefsel op microscopisch niveaumet CLE, voordat de tumor gereseceerd wordt. De resolutie van deze techniek is zo hoog dat we op celniveau weefsel kunnen bekijken en zelfs erythrocyten kunnen zien stromen. Door het weefsel in de blaas in vivo op celniveau te bekijken, onderzoeken we of het mogelijk om met CLE in real-time een inschatting te maken over de agressiviteit van blaastumoren. Wij onderzoeken momenteel of het mogelijk is om onderscheid te maken tussen laaggradig en hooggradig urotheelcarcinoom. Voor dit onderzoek includeren we 60 patiënten. De beelden die we met de CLE maken zijn anders dan wat de patholoog onder de microscoop ziet. Het weefsel wat wij in beeld brengen is ongefixeerd en niet H&E gekleurd (hematoxyline-eosine). Met CLE kun je ook cellen zien, maar is het beeld zwart-wit. De architectuur en morfologie van de cellen zijn bepalend voor het beoordelen van het weefsel. Vooralsnog was het niet mogelijk om op celniveau in vivo beelden te maken van weefsel. Dat we dit nu wel met de CLE kunnen doen, maakt deze techniek bijzonder.”
Enthousiast
Liem: “Ik hoop dat we met de CLE kunnen differentiëren tussen goedaardige, kwaadaardige, laaggradige, hooggradige tumoren en Carcinoma in Situ. We zijn nu nog bezig met het verzamelen en analyseren van data, maar ik hoop dat het wel de toekomst wordt. Tijdens congressen in Parijs, waren mensen heel enthousiast over deze nieuwe techniek. Urologen gaan in de toekomst mogelijk meer met deze techniek werken. We onderzoeken deze alternatieven in het AMC, waarbij we nu naast fysieke, ook optische biopten nemen en dus in de toekomst mogelijk sneller kunnen vaststellen hoe agressief de kanker is. De CLE staat nu in het begin. Het moet zichzelf nog bewijzen. Ik ben nog voorzichtig om voorspellingen te doen over de toekomst. Er zijn ook andere optische technieken. Binnen de hoge urinewegen wordt er met ‘optische coherentietomografie (OCT)‘ gekeken, een soort echo met licht. Ik weet dat ze tevens bezig zijn met het ontwikkelen van een soortgelijke probe voor in de blaas. Maar het zal nog even duren voordat het er is en er in vivo onderzoek naar gedaan kan worden.
Toekomst
Liem: “Ik weet niet waar we over vijf jaar staan, want ik weet niet hoe snel bepaalde ontwikkelingen gaan. Arts-onderzoeker Liem hoopt dat de studie tot iets moois leidt, wat tot een grotere vervolgstudie leidt. “We doen het nu alleen bij patiënten op de OK, waar wij peroperatief de beelden maken, maar het zou fantastisch zijn als we het op de poli kunnen integreren, waarbij je in een eerder stadium een uitspraak zou kunnen doen over de agressiviteit van blaastumoren. Dat zou uniek zijn.”
AUTEUR: Lennard Bonapart, Medisch Journalist