Log in om uw persoonlijke bookmarks op te kunnen slaan.
Onderbehandeling hypertensie bij ouderen door hardnekkige mythe
“De hersenen van ouderen kunnen bloeddrukveranderingen over dezelfde bandbreedte opvangen als de hersenen van jongeren”, zegt onderzoeker en klinisch geriater dr. Jurgen Claassen. Veel ouderen hebben hypertensie en daardoor een verhoogde kans op een beroerte of hartinfarct. Desondanks zijn veel artsen terughoudend met het behandelen van hypertensie bij ouderen. Die aanpak berust op een mythe, stelt Claassen.
Naast zijn klinische werk in het Radboudumc houdt klinisch geriater dr. Jurgen Claassen zich in het Nijmeegse Donders Instituut al ruim vijftien jaar bezig met wetenschappelijk onderzoek naar de doorbloeding van de hersenen. Het verband mag duidelijk zijn: als klinisch geriater heeft hij veel te maken met ziektes die de hersenen aantasten, zoals Alzheimer en andere vormen van dementie. “De hersenen zijn wat betreft hun bloedvoorziening zeer interessant. Dit ongeveer anderhalve kilo wegende orgaan legt beslag op ongeveer 15 procent van de totale cardiale output en verbruikt ongeveer 20 procent van de zuurstof die het bloed transporteert. Daarnaast is voor een goede werking van de hersenen een zeer constante doorbloeding nodig. Als de doorbloeding ook maar een beetje afneemt, merk je dat meteen. Je wordt minder alert, of zelfs duizelig.”
Buffer
Daarmee heeft het lichaam een probleem gecreëerd, want de bloeddruk in ons lichaam, die verantwoordelijk is voor de doorbloeding van de weefsels en organen, varieert voortdurend. Hij neemt toe als we ons inspannen, ergens van schrikken, door het gebruik van medicijnen of geleidelijk als we ouder worden. En de bloeddruk daalt als we uitrusten, slapen, plotseling opstaan, of (andere) medicijnen gebruiken. Zouden die veranderingen in bloeddruk zich steeds rechtstreeks vertalen in veranderingen in doorbloeding van de hersenen, dan zouden we snel in de problemen komen. Gelukkig heeft de natuur daar iets op gevonden. “De hersenen beschikken over een mechanisme dat autoregulatie heet”, legt Claassen uit. “Dat werkt als een buffer die binnen bepaalde grenzen de voortdurende variaties in de bloeddruk kan opvangen. Zo blijft de doorbloeding van de hersenen zo constant mogelijk en val je niet flauw zodra je opstaat.”
“In medische leerboeken lees je al decennialang dat ouderen een hogere bloeddruk nodig hebben omdat hun autoregulatie niet meer goed werkt”
Mythen
Over die autoregulatie van de hersendoorbloeding bestaan al decennia een aantal mythen, wijst het onderzoek van Claassen uit. Hij schreef er recent een overzichtsartikel over in het vakblad Physiological Reviews. “In de medische leerboeken lees je al decennialang dat oudere mensen een hogere bloeddruk nodig hebben omdat de autoregulatie van de doorbloeding in de hersenen bij hen niet meer goed werkt. Zij zouden daardoor minder goed in staat zijn een plotselinge bloeddrukdaling, bijvoorbeeld door opstaan, op te vangen. Hierop doorredenerend zou het daarom verstandig zijn bij ouderen de bloeddruk wat hoger te houden dan bij jongeren. Op grond van deze theorie wordt tevens verklaart waarom zoveel ouderen hypertensie hebben. Dat zou een oplossing zijn van de natuur om de verstoorde autoregulatie op te vangen.”
Niets mis mee!
Het onderzoek van Claassen wijst echter uit dat er niets mis is met de autoregulatie in de hersenen van ouderen. “Hun hersenen kunnen bloeddrukveranderingen over dezelfde bandbreedte opvangen als de hersenen van jongeren. Dat geldt zowel voor plotselinge bloeddrukveranderingen, bijvoorbeeld bij opstaan, als op de lange termijn door de bloeddruk met medicijnen te verlagen.” Dat geldt ook voor mensen met Alzheimer of een andere vorm van dementie. “In de hersenen van mensen met dementie is weliswaar sprake van veranderingen in de vaatweerstand en een verminderde doorbloeding, maar uit ons onderzoek blijkt dat de autoregulatie nog steeds goed werkt.”
“Bij ouderen met een behandelde hypertensie gaat de autoregulatie zelfs beter werken en komt orthostatische hypotensie juist minder voor”
Streefwaarden
Deze bevindingen hebben natuurlijk belangrijke klinische consequenties. “De mythe van de verstoorde autoregulatie in de hersenen van ouderen heeft ertoe geleid dat in de richtlijnen voor het behandelen van hypertensie de streefwaarden voor de bloedruk voor ouderen minder streng zijn dan die voor jongere mensen. Er is namelijk vrees voor regelmatig flauwvallen als je bij ouderen de bloeddruk verlaagt tot dezelfde streefwaarde als bij jongeren. Terwijl er door ons, en inmiddels ook door andere onderzoekers, onomstotelijk is aangetoond dat de autoregulatie bij ouderen niet verstoord is. De studies wijzen er ook op dat bij een behandelde hypertensie bij ouderen de autoregulatie zelfs nog wat beter gaat werken en dat flauwvallen bij opstaan, ofwel orthostatische hypotensie, juist minder voorkomt dan bij ouderen met onbehandelde hypertensie.”
“Door hun onbehandelde hypertensie lopen de ouderen wel een aanzienlijk verhoogde kans op een hart- of herseninfarct”
Leeftijd is geen contra-indicatie
Claassen pleit daarom al jaren voor het streng behandelen van hypertensie bij ouderen, tenzij er individuele redenen zijn om geen antihypertensiva voor te schrijven. “Want door hun onbehandelde hypertensie lopen de ouderen wel een aanzienlijk verhoogde kans op een hart- of herseninfarct. Bij ouderen is juist de potentiële winst van het behandelen van hypertensie groot. Mijn motto is daarom: om de hersenen gezond te houden, behandel je een oudere met hypertensie hetzelfde als een veertigjarige met hypertensie. Leeftijd is op zichzelf geen contra-indicatie voor het behandelen van hypertensie. Hetzelfde geldt voor mensen met Alzheimer of een andere vorm van dementie.”