DOQ

Ondervoeding bij ouderen vaak onbekend, onbehandeld en onbelicht

Een kwart van de Nederlandse ouderen loopt een hoog risico op ondervoeding en enkele procenten van de ouderen in Nederland is daadwerkelijk ondervoed. Vooral preventie van ondervoeding van thuiswonende (alleenstaande) ouderen is een lastige klus, stelt epidemioloog dr. Emiel Hoogendijk.

Ondervoeding. Beelden van uitgemergelde mensen in Afrika dringen zich op. Minder snel denk je dan aan rijke landen als Nederland waar anno 2023 vooral het tegenovergestelde, obesitas, een letterlijk groeiend probleem is. “Dat is mede het gevolg van de – overigens terechte – hoeveelheid aandacht voor obesitas en alle nadelige gevolgen daarvan voor de gezondheid. Toch is ook ondervoeding een serieus medisch probleem in ons land; een probleem dat meer aandacht mag hebben”, stelt Emiel Hoogendijk. Hij houdt zich vanuit het Amsterdam UMC bezig met onderzoek naar kwetsbaarheid bij ouderen. “Voeding – en dus ook ondervoeding – speelt een belangrijke rol bij die kwetsbaarheid, onder andere via verlies van spierkracht.”

“Bij mensen met een gezonde BMI of zelfs met overgewicht kan sprake zijn van ondervoeding”

Epidemioloog dr. Emiel Hoogendijk

Lancet review

Dat ondervoeding bij ouderen ook in Nederland een serieus probleem is, blijkt onder andere uit de cijfers die Hoogendijk samen met internationale collega’s presenteert in een recente review.1 “Van alle ouderen, dat wil zeggen mensen ouder dan 65 jaar, is ongeveer 3% daadwerkelijk ondervoed en loopt ongeveer een kwart een hoog risico op korte termijn ondervoed te raken,” citeert Hoogendijk uit de publicatie. “Waarbij ondervoed zijn gedefinieerd is als een situatie waarin onbedoeld gewichtsverlies in een korte periode optreedt. Dat betekent dat er bij mensen met een gezonde BMI of zelfs met overgewicht sprake kan zijn van ondervoeding. Daarbij kan er ziekte in het spel zijn, maar dat hoeft niet.”

Eenzaamheid

Hoogendijk kaart de oorzaken voor het ontstaan van ondervoeding aan. “Er zijn causale factoren, zoals ziektes die gepaard gaan met chronische ontsteking. Dat veroorzaakt enerzijds een katabolisme van het spierweefsel en anderzijds een verstoring van het hongergevoel en eetlust. Daarnaast zijn er ziektes die gepaard gaan met eet- en slikproblemen, bijvoorbeeld Parkinson of een beroerte, aandoeningen als dementie die het eetpatroon verstoren en het chronisch gebruik van medicijnen die de eetlust verminderen. Naast deze ziektegerelateerde, causale factoren zijn er risicofactoren waarvan in de Nederlandse situatie vooral eenzaamheid, afhankelijk zijn van anderen en weinig kennis over gezonde voeding de belangrijkste zijn.” In de review constateren Hoogendijk en collega’s ook dat het percentage ondervoede ouderen varieert per leefsituatie. Van de zelfstandig wonende ouderen is circa 3% ondervoed, van de ouderen die thuishulp ontvangen bijna 9%, van de ouderen in het ziekenhuis 22% en van de ouderen in een zorginstelling 28%.

“Door van ondervoeding standaard een kwaliteitsindicator te maken valt er flinke winst te behalen”

Protocollen en richtlijnen

Die hoge percentages in de ziekenhuizen en verzorgingsinstellingen verbazen enigszins, vertelt Hoogendijk. “Dit zijn uiteraard de ouderen die als gevolg van acute of chronische aandoeningen een verhoogd risico lopen op ondervoeding. Anderzijds is ondervoeding in ziekenhuizen en zorginstellingen een probleem dat enkele decennia geleden al is aangekaart. Dat heeft ook geleid tot het opstellen van allerlei protocollen en richtlijnen om ondervoeding of een hoog risico daarop tijdig te herkennen en te behandelen. De praktijk blijkt echter weerbarstig. Het vermoeden is dat het onderwerp in de ziekenhuizen ondergesneeuwd wordt bij acute medische problematiek van de patiënt. En wordt de ondervoeding wel gesignaleerd en volgt er een dieetadvies, dan wordt dit advies niet altijd uitgevoerd. Ik denk dat er in ziekenhuizen en zorginstellingen flink wat winst te behalen valt door de protocollen strakker na te leven en door van ondervoeding standaard een kwaliteitsindicator te maken. Daarnaast zou mijns inziens tijdens de opleiding van artsen, verpleegkundigen en verzorgenden meer aandacht besteed kunnen worden aan specifieke problematiek bij ouderen, waaronder het risico op ondervoeding.”

“Het is een verwarrende boodschap, we krijgen momenteel vooral te horen dat we moeten oppassen voor overgewicht”

Verwarrende boodschap

Veel lastiger nog dan in ziekenhuizen en zorginstellingen is het signaleren van ondervoeding bij ‘gezonde’ thuiswonende ouderen, toch de ‘bulk’ van alle ouderen, stelt Hoogendijk. “Mensen bij wie de thuiszorg geregeld langskomt zouden van tijd tot tijd door de thuiszorg gescreend kunnen worden op ondervoeding. Dat kan vrij eenvoudig met vragenlijsten die je in een paar minuten kunt doornemen. Echter, een paar minuten is tegenwoordig in de thuiszorg ook al veel tijd. Voor signalering bij mensen die niet geregeld contact hebben met zorgverleners, ben je afhankelijk van het inzicht van de ouderen zelf of de opmerkzaamheid van de directe omgeving.  Het vergroten hiervan bereik je eigenlijk alleen door het geven van meer voorlichting over ondervoeding bij ouderen. Het probleem met dergelijke publiekscampagnes is dat je daarmee vooral de mensen bereikt die deze voorlichting het minst hard nodig hebben, terwijl de campagnes veelal ongezien voorbijgaan aan mensen met de meeste risicofactoren. Daarbij is dit ook nog eens een verwarrende boodschap. Via publiekscampagnes krijgen we namelijk vooral te horen dat we moeten oppassen voor overgewicht.” 

Referentie: Dent E, Wright ORL, Woo J, Hoogendijk EO. Malnutrition in older adults. The Lancet. 2023;401: p. 951-966.

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Limburgse apotheek wil chronisch gebruik slaap­medi­catie voorkomen

Apotheker Waan Yasen startte in samenwerking met huisartsen en de gemeente Reuver een project om chronisch gebruik van slaapmedicatie te voorkomen. “We willen patiënten bewust maken van de risico’s. Een alternatief voor medicatie is bijvoorbeeld slaaptherapie.”

‘Zorg dat je digitaal geletterd blijft’

Maartje Schermer deelt enkele ethische vraagstukken die spelen bij technologische ontwikkelingen in de zorg, zoals AI. “Wees er niet bang voor, probeer het uit, en vooral: blijf je er vragen bij stellen. Want één ding is zeker: dit gaat niet meer weg.”

‘Het is belangrijk om de hele mens te zien als arts’

Geïnspireerd door haar eigen leven verkent Machteld Huber inzichten en praktische handvatten over de laatste levensfase onder de titel ‘De laatste 1000 dagen’. “Artsen richten zich vaak puur op het fysieke, terwijl de mens een combinatie is van lichaam en geest.”

Ook medisch specialisten kunnen Bloeizones inzetten

Dyane Stolwijk-Woudstra wil medisch specialisten inspireren om Bloeizones door te zetten naar de tweedelijnszorg. “Het gaat er niet om dat je een probleem signaleert en dat ook meteen moet oplossen, maar maak het bespreekbaar, daar gaat het om!”

Casus: man met hinderlijk nachtplassen

Een 67-jarige man bezoekt uw spreekuur met al langer bestaande hinderlijke klachten van nycturie. De ochtendplas niet meegerekend moet hij er zeker drie keer per nacht uit, maar ook wel vaker. Wat is uw diagnose?

Casus: jongen met klachten na operatie keelamandelen

Op de dienstpost verschijnt de 6-jarige Daan, die afgelopen woensdag is geopereerd aan zijn keelamandelen. Hij wil niet drinken, heeft keelpijn, ruikt naar uit zijn mond, is hangerig en heeft witte plekken achter in de mond. Wat is uw diagnose?

Geneeskunde­­student­en krijgen bijsluiter bij AI

Eerstejaars studenten geneeskunde in Leiden krijgen les in de betekenis van AI en medische technologie. Marcel Haas probeert de studenten te laten nadenken over hun rol als arts in de toekomst. “Hoe kunnen artsen technologie inzetten in het contact met patiënten?”

‘Ergo­therapie is het meest bewaarde geheim in de gezond­heids­zorg’

De meerwaarde van ergotherapie in de eerste lijn is bij veel artsen onbekend, terwijl het vak hen juist helpt om zorg dicht bij huis te kunnen bieden, vertelt Lucelle van de Ven. “De paramedische zorg in de eerste lijn moet groeien, dus ook de ergotherapie.”

Winst in levensjaren met persoonlijke aanpak bijwerk­ingen immuun­therapie

De onderzoeksgroep van Karijn Suijkerbuijk ontdekte dat prednison het effect van immuuntherapie bij kanker onderdrukt. Prednison is vaak nodig voor de bijwerkingen, maar zou persoonlijker ingezet moeten worden. “Mijns inziens moet de richtlijn worden aangepast.”

‘Wil je het komende jaar zwanger worden?’

De vraag ‘Wil je het komend jaar zwanger worden?’ zou veel vaker gesteld moeten worden door álle hulpverleners, stelt Annemarie Mulders. “Gezond zwanger worden begint bij bewustwording en kennis over het belang van de periode vóór de zwangerschap.”


0
Laat een reactie achterx