DOQ

Onderzoek naar effect van alcohol op jongerenbrein

Zijn de effecten van alcohol op het jongerenbrein anders dan op het brein van volwassenen? Lopen jongeren die bingedrinken risico op alcoholverslaving op latere leeftijd, of juist niet? Onderzoeker Gabry Mies, afdeling psychiatrie van Amsterdam UMC, onderzoekt dit momenteel. “Als mijn veronderstelling klopt, dan moet je misschien in de alcoholpreventie bij jongeren andere wegen bewandelen dan bij het waarschuwen van volwassenen voor de kans op verslaving.”

Wat de precieze effecten zijn van overmatig alcoholgebruik, met name op de hersenen van jongeren, is verre van duidelijk. Zwaar drinken op jonge leeftijd zou de kans op een serieus alcoholprobleem als dertiger vergroten. De Gezondheidsraad schreef in 2018 dat “op jonge leeftijd drinken samenhangt met het risico op een alcoholprobleem op latere leeftijd”.

Onderzoeker Gabry Mies, verbonden aan de afdeling psychiatrie van Amsterdam UMC, onderzoekt sinds kort of dat laatste klopt. “Je ziet dat sommige adolescenten, pakweg 16-17 jaar, veel drinken en er op latere leeftijd overheen groeien. Ze raken niet verslaafd. Ik wil weten hoe dat zit. Begrijp me goed, te veel alcohol is niet goed. Maar het is de vraag of ‘bingedrinken’ als tiener leidt tot verslaving later.”

Mies is verbonden aan Neuroscience of Addiction, waarin behalve Amsterdam UMC ook de Universiteit van Amsterdam meedraait. De onderzoeksgroep heeft een bijzonder experiment ontwikkeld, verzonnen door onderzoeksleider Janna Cousijn, om te kijken wat alcohol doet met het brein van jongeren (16 of 17 jaar) zonder ze een druppel alcohol te geven. “Dat mogen we niet doen. Het is immers verboden om onder de 18 alcohol te drinken.”

Geur-bubbelapparaat

Voor haar onderzoek gebruikt ze een geur-bubbelapparaat. Die machine met buisjes en slangen blaast de geuren via de neus bij mensen naar binnen. “We laten de jongeren ruiken aan bier, de zoetige geur van druivensap en de neutrale geur van water. Behalve jongeren worden ook volwassenen tussen de 30 en 35 jaar aan deze proef blootgesteld om zo verschillen tussen jeugd en volwassen op het spoor te komen.”

Dat ruiken doen ze niet op een plezierige plek in een café. De bubbelmachine staat in een onderzoeksruimte met een MRI-scanner. “De proefpersonen die meedoen, liggen in de scanner en krijgen dan met een slangetje de geuren door hun neus. Wij kijken welk gebiedje in de hersenen op de geurprikkel reageert.”

Ander hersengebied

De onderzoekers verwachten dat bij de jongeren een ander hersengebied actief wordt dan bij dertigers. Mies verklaart: “We denken dat als jongeren drinken ze een gevoel van beloning eraan over houden. Het is lekker, ik lust er nog wel een. Bij de excessieve oudere drinker verdwijnt het gevoel van de beloning en is drinken een gewoonte. Dat wordt aangestuurd vanuit een ander hersengebied.”

Het team wil 120 mensen in de scanner en er zijn pas veertig personen gescand. Er zijn zowel jongeren als mensen tussen de 30 en 35 nodig. Vooral het werven van jongeren is lastig, drinken onder de 18 mag niet. Dus als ze drinken, dan gebeurt dat stiekem. De deelnemers moeten aan wat eisen voldoen. Zo zoeken Mies en haar team mensen die minimaal twintig glazen bier per week drinken en daarnaast ook lichtere drinkers voor de vergelijking.

En ja, het gaat om bier. Kroegtijgers die van bier walgen en baco bestellen aan de bar kunnen niet meedoen. Mies: “En we maken het onszelf nog moeilijker, want er mogen alleen jongens en mannen meedoen. De onderzoeksgroep voor deze eerste studie is niet al te groot en er zijn grote verschillen in reukvermogen tussen mannen en vrouwen en dat verstoort het resultaat.”

Vragenlijst

Wie mee wil doen, moet een korte vragenlijst invullen om te zien of de kandidaat in aanmerking komt voor het experiment. Als dat het geval is, volgt een uurtje bier en andere vloeistoffen ruiken in de scanner van de universiteit in het centrum van Amsterdam. De onderzoekers laten dan ook plaatjes met alcohol zien. Het totale onderzoek duurt drie uur en de vrijwilliger gaat 40 euro rijker naar huis.

Dit soort onderzoek is van belang, stelt Mies. Want je moet precies weten hoe alcohol inwerkt op het jonge brein in vergelijking met het volwassen brein. “Als mijn veronderstelling klopt dan moet je misschien in de alcoholpreventie bij jongeren andere wegen bewandelen dan bij het waarschuwen van volwassenen voor de kans op verslaving. En verder levert het onderzoek inzichten op over wat verslaving precies is.”

Bron: AMC

 

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Casus: patiënte met dyspnoe en oedeem in het gelaat

Een 66-jarige vrouw presenteert zich met sinds drie weken progressief verminderde inspanningstolerantie en met name ’s ochtends een zwelling van het gelaat. Overdag verbeteren de klachten deels. Wat is uw diagnose?

Wat je verwacht, voel je: wat zorgverleners kunnen leren van placebo-effecten

Wat patiënten verwachten, beïnvloedt direct hoe zij pijn of bijwerkingen ervaren. Henriët van Middendorp legt uit hoe placebo- en nocebo-effecten werken, en hoe zorgverleners deze bewust en ethisch kunnen inzetten in de praktijk.

Trots op goed werkend meld­systeem voor bijwerk­ingen

Agnes Kant wijst op het belang van meer onderzoek naar bijwerkingen en roept zorgverleners op te blijven melden bij het Bijwerkingenmeldsysteem. “Van 70% van de geneesmiddelen is nog onduidelijk of deze veilig tijdens de zwangerschap gebruikt kunnen worden.”

Wandelend naar een betere gezondheid

Matthijs van der Poel combineert als huisarts en sportliefhebber zorg en beweging. Met stichting Looprecept wandelt hij wekelijks met patiënten – goed voor lijf, hoofd én verbinding. “Het is heel laagdrempelig en dat verklaart denk ik ook het succes.”

De patiënt doet lastig, en dan?

Patiënten met een persoonlijkheidsstoornis kunnen soms veel losmaken, zowel in het behandeltraject als bij de arts. Thom van den Heuvel geeft handvatten voor het omgaan met deze patiëntengroep. “Het contact vraagt meer tijd en legt tegelijk emotionele druk op de arts."

Vind meertalige zorgverleners via ikspreekmeerdan.nl

Als anios in een huisartsenpraktijk in Amsterdam merkte Daan Frehe dat taal voor veel patiënten een barrière vormt voor het krijgen van goede zorg. “Via ikspreekmeerdan.nl kan nu een zorgverlener met een gedeelde taal en cultuur gevonden worden. Dat is enorm waardevol.”

Casus: man met een veranderde vlek op het been

Een 72-jarige man presenteert zich op uw spreekuur met een veranderde plek op het bovenbeen rechts. De vlek is gegroeid en van kleur veranderd. De patiënt heeft een licht huidtype en een voorgeschiedenis van basaalcelcarcinoom. Wat is uw diagnose?

Maak van wachttijd in de ggz hersteltijd: vijf praktische adviezen

Sanne Booij en Christien Slofstra willen af van de stille wachttijd in de ggz. Met hulp van de huisarts kan het herstel al beginnen, nog vóór de intake. “Deze periode hoeft geen verloren tijd te zijn.”

Beteugelen geneesmiddel­prijzen noodzakelijk voor betaalbare zorg

Wilbert Bannenberg strijdt met Stichting Farma ter Verantwoording tegen excessieve geneesmiddelprijzen. Zijn missie: winsten beteugelen om zorg toegankelijk te houden. “Geneesmiddelprijzen moeten beteugeld gaan worden, anders wordt de zorg onbetaalbaar.”

Casus: vrouw met veranderd defecatiepatroon

Een vrouw wordt naar de polikliniek gestuurd in verband met een veranderd defecatiepatroon. Ze heeft wat frequenter dan gebruikelijk ontlasting. Er zijn wat vage buikklachten in de zin van rommelingen en krampen. Ze gebruikt geen medicatie. Wat is uw diagnose?