DOQ

Onderzoek naar galzuren tegen overgewicht en type-2 diabetes

Galzuurconcentratie bij gezonde personen is variabel en kan ook tussen personen behoorlijk kan variëren. Daarnaast blijkt dat voeden via de bloedbaan tot lagere galzuurconcentraties in het bloed leidt. Galzuren hebben mogelijk een rol bij de behandeling van overgewicht en type 2 diabetes mellitus (T2DM). Zo blijkt uit promotieonderzoek van anios Interne geneeskunde Emma Meessen.

Galzuren beïnvloeden de suiker- en vetstofwisseling na het eten van een maaltijd. Ze zijn belangrijk voor de vetvertering en functioneren daarnaast als boodschapper-moleculen. Dit proefschrift omvat meerdere observationele en interventiestudies gericht op postprandiale plasma galzuurreacties en hun signaleringspotentieel.

(Foto: iStock)

Maaltijdtest

In haar onderzoek gebruikte Meessen de zogenoemde maaltijdtest. Deelnemers komen nuchter naar het ziekenhuis en krijgen een vloeibare maaltijd. Voor en na die maaltijd worden via bloedafnames de galzuurconcentraties bepaald. Meessen deed dit bij gezonde vrijwilligers en patiënten met T2DM. Ook onderzocht ze of het toedienen van een galzuur leidde tot veranderingen in de suiker- en vetstofwisseling.

Oorspronkelijk was de gemengde maaltijdtest bedoeld om de insulinesensitiviteit onder redelijk fysiologische omstandigheden te kwantificeren. Dit is namelijk niet het geval met de glucose-klemtechnieken en de orale glucosetolerantietest. Glucose is niet een krachtige stimulans voor het vrijkomen van galzuur, terwijl vet dat wel is. Een vet-challenge, zoals een oraal vet-tolerantietest, is geschikt om postprandiale lipidenresponsen te beoordelen, maar is niet ideaal om postprandiale glucose- en insulineconcentraties te kwantificeren. In een gemengde maaltijdtest kon Meessen de volledige fysiologische entero-endocriene respons, inclusief galzuur-, glucose-, insuline- en lipideconcentraties, bestuderen.

Galzuurreacties

Verschillen tussen diersoorten in de galzuursamenstelling hebben invloed op de receptoractivering. Zo bevat de galzuurpool van knaagdieren voornamelijk muricholzuur, een voorgestelde farnesoïde-X-receptor-antagonist, die niet aanwezig is in de menselijke galzuurpool. Door deze verschillen tussen diersoorten is het lastig om de galzuurgegevens van dieren te vertalen naar mensen.

De translationele studies van Meessen bij gezonde vrijwilligers zijn essentieel om de galzuurreacties in een gezond menselijk lichaam te kwantificeren. Vervolgens kunnen pathofysiologische galzuurreacties vastgesteld worden. Dit wordt belemmerd door een grote inter- en intra-individuele variabiliteit als gevolg van verschillen in darmmotiliteit en kinetiek van de galblaas en de complexe interacties tussen galzuren, voedingsstoffen en darmmicrobioom.

Leefstijlziekten en COVID-19

Het voorkomen of genezen van leefstijl-gerelateerde ziekten, zoals T2DM en hart- en vaatziekten, is door de COVID-19-pandemie extra relevant geworden. Veel studies hebben namelijk aangetoond dat patiënten met leefstijlziekten een hoger risico op ernstige COVID-19 en daardoor een toegenomen overlijdensrisico hebben. Hoewel men beseft dat ongezonde leefstijl nadelige effecten heeft, blijft de prevalentie van leefstijlziekten toenemen.

Meessen vond dat zowel intermitterend vasten als toediening van galzuur de metabole gezondheid verbeterden. Dit zijn dan ook mogelijke strategieën voor de behandeling van leefstijlziekten. De werkzaamheid op de lange termijn is echter onbekend en beide strategieën gingen gepaard met ongewenste effecten. Daarom is het beter om, indien mogelijk, leefstijlziekten te voorkomen dan te genezen.

Continue postprandiale toestand

De meeste mensen besteden bijna de hele dag in de postprandiale toestand. Daardoor zijn ze continu blootgesteld aan pieken van voedingsstoffen, ontstekingscellen en oxidatieve stress. De postprandiale toestand met verhoogde glucose- en lipidenconcentraties is een risicofactor voor hart- en vaatziekten. Het verlagen van deze pieken verbetert de ontstekingsactiviteit en het functioneren van het vaatendotheel.

Daarom is het essentieel om de fysiologie en pathofysiologie van de postprandiale toestand te begrijpen, inclusief postprandiale signaalmoleculen, zoals galzuren, die mogelijk de postprandiale toestand gunstig kunnen moduleren. Bovendien moet er meer kennis over de postprandiale toestand komen, om leefstijlinterventies te kunnen personaliseren en de succeskans daarvan te vergroten.


Referentie: Meessen ECE. Postprandial human bile acids. A gut feeling. Universiteit van Amsterdam, promotie, 26 maart 2021. https://dare.uva.nl/search?identifier=d231a3e2-6dba-4210-abf1-501b5d8be81e

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

‘Achter een gezondheidsklacht kan een negatieve ervaring uit het verleden schuilgaan’

Seksueel misbruik kan via chronische stress leiden tot gezondheidsklachten, vertelt Janneke van ’t Hooft. Ze pleit voor meer bewustzijn bij zorgverleners om deze klachten beter te herkennen en behandelen. “Een ‘tweesporenbeleid’ kan helpend zijn.”

‘Ik ben een beetje klaar met de vraag hoe veilig AI is’

Daan Geijs onderzoekt hoe AI kan helpen bij het beoordelen van huidkanker en zo veel routinematig werk uit handen kan nemen. Hij ziet AI als cruciaal om de zorg efficiënter te maken. “Nederland heeft het in zich om koploper te zijn bij AI-toepassingen in de zorg.”

Van overleven naar regie: werkplezier terugvinden als arts

Angelique van Dam, voormalig huisarts, begeleidt zorgprofessionals naar meer werkplezier en regie in hun leven. “Iedere arts kan bewust kiezen om in leiderschap te stappen, los van functie of positie.”

Casus: man met laesie ter hoogte van de borst

Een 47-jarige man komt met een laesie ter hoogte van de linkerborst die al aanwezig is sinds de geboorte. Hij heeft geen voorgeschiedenis van huidkanker en heeft een huidtype 3. Wat is uw diagnose?

‘We leven in een oceaan van chemicaliën’

Chemische vervuiling heeft een grote impact op onze gezondheid, waarschuwt Saer Samanipour. Correlaties met gezondheidsproblemen nemen toe, maar wet- en regelgeving blijven achter. “Artsen kunnen een sleutelrol spelen in bewustwording en actie.”

Casus: dame met bultje op de neus

Op het spreekuur presenteert zich een dame van 71 jaar met sinds enkele maanden een bultje op de neus. Het bultje is progressief in omvang en heeft de laatste tijd ook een wondje erop. Het is meestal niet pijnlijk. Wat is uw diagnose?

Bezuinigen op onderzoek maakt de zorg juist duurder

Het kabinet wil bezuinigen op onderzoek. Bas Groot Koerkamp vertelt waarom dit een slecht idee is. “Deze bezuinigingen gaan niet alleen ten koste van de kwaliteit van de zorg, maar zullen de maatschappij op de lange termijn juist op meer kosten jagen.”

Vliegerarts ziet kameraadschap als grote bonus

Marco van Leeuwen combineert zijn passie voor geneeskunde en de luchtmacht als vliegerarts. Tussen medische evacuaties, zorg voor militairen en ziekenhuiswerk vindt hij daar kameraadschap en avontuur. “De kans dat je ingezet wordt, speelt natuurlijk wel in deze tijd.”

Minder allergieën: ‘beetje modder, minder zeep en wat gezonde chaos’

Het aantal mensen met een allergie neemt toe. Hoe komt dit en is dit tij te keren? Allergoloog Hanneke Oude Elberink geeft uitleg en praktische adviezen. “We zien een wereldwijde trend die we niet louter op een verhoogde perceptie kunnen afschuiven.”

Casus: vrouw met mogelijke pneumonie

Een 64-jarige vrouw presenteert zich op de spoedeisende hulp vanwege verdenking op een pneumonie. Ze heeft een voorgeschiedenis van COPD en twee maanden eerder had zij een symptomatische COVID-19-infectie. Wat is uw diagnose?


0
Laat een reactie achterx