DOQ

Onderzoek van cardioloog dr. Van Dijk naar het nut van innovaties bij pacemakers en ICD’s

Tijdens zijn promotieonderzoek aan de Universiteit van Amsterdam onderzocht cardioloog dr. Vincent van Dijk nieuwe toepassingen bij de behandeling van patiënten met een pacemaker of ICD. Het onderzoek werd grotendeels uitgevoerd in het St. Antonius Ziekenhuis te Nieuwegein.

Mogelijk kan in het kader van cardiale resynchronisatietherapie (CRT) middels een chirurgische epicardiale plaatsing de optimale positie van de linkerventrikel (LV)-electrode worden benaderd. De CONTRACT-studie toont echter dat bij hartfalenpatiënten met een indicatie voor CRT een chirurgische plaatsing niet leidt tot een grotere verbetering van de LV-functie of myocardiale perfusie in vergelijking met de conventionele transveneuze plaatsing.

Chirurgische benadering

Hoewel het aantal complicaties vergelijkbaar was, had de chirurgische benadering een grotere impact, mogelijk met meer morbiditeit en langere ziekenhuisopnames tot gevolg. “Op basis van deze resultaten heeft een chirurgische plaatsing niet de voorkeur”, vindt Van Dijk.

(Foto: iStock)

Extractie en voorspellers

Van Dijk onderzocht een strategie voor de extractie van het volledige pacemaker- of ICD-systeem bij pacemakerafhankelijke patiënten. “Bij deze strategie wordt via een mini-thoracotomie een permanente epicardiale LV-lead geïmplanteerd”, legt hij uit. “Tijdens dezelfde procedure als de extractie wordt het device geplaatst in de linkerflank.”

Er traden geen complicaties op die gerelateerd waren aan de implantatie van de pacemakerlead. Ook waren er geen re-infecties. Daarom is dit een haalbare en veilige strategie voor deze patiëntenpopulatie.

Bij patiënten die na een transcatheter aortaklepvervanging (TAVI) een linker bundeltakblok (LBTB) ontwikkelen, vond Van Dijk enkele parameters die gepaard gaan met een geleidingsstoornis, waarvoor een pacemakerimplantatie nodig is. “Die voorspellers waren atriumfibrilleren, digoxinegebruik, implantatie van een CoreValve-klep en enkele ecg-afwijkingen na de TAVI (linker hartas, langere PQ-tijd en breder QRS-complex).”

Ventriculaire stoornissen

Het tweede deel van zijn proefschrift gaat over de risicostratificatie bij ventriculaire hartritmestoornissen. Om te beginnen evalueerde Van Dijk het voordeel van ICD-implantatie bij patiënten die in het verleden een myocardinfarct doormaakten, daarbij een behouden linkerventrikelfunctie hebben en zich als gevolg van acute cardiale ischemie presenteren met een ventriculaire ritmestoornis. “Deze patiënten blijken baat te hebben bij een ICD”, bemerkte Van Dijk tijdens zijn onderzoek. “Ze kregen even vaak terecht ICD-therapie als patiënten die een ischemische hartziekte en een indicatie voor ICD voor secundaire preventie hadden.”

Een draagbare cardioverter defibrillator (WCD) is veilig en effectief bij de poliklinische behandeling van patiënten voor wie de ICD-indicatie nog niet gesteld kan worden of een ICD tijdelijk gecontra-indiceerd is. Dat is naar voren gekomen uit een analyse van 79 opeenvolgende patiënten in twee tertiaire centra.

Subcutane ICD en CIED

Verder analyseerde Van Dijk de lange termijn follow-up van het eerste Nederlandse cohort patiënten met subcutane ICD (S-ICD) en een aantal specifieke situaties beschreven rondom pacemaker- en ICD-therapie.

In een cohort van 118 patiënten met een subcutane ICD (S-ICD) waren na een mediane follow-up van 6,1 jaar geen leadproblemen of device-gerelateerde systemische infecties opgetreden.

Daarnaast beschrijft Van Dijk de eerste ervaringen met de toepassing van de 3 Tesla MRI-scan bij patiënten die een pacemaker hebben. “Patiënten kunnen onder bepaalde voorwaarden veilig een MRI ondergaan. Deze gegevens bevestigen de veiligheid van cardiale implanteerbare elektronische devices (CIED) in de MRI-omgeving, specifiek in de 3T MRI.”

Bij CIED-patiënten is regelmatig een elektrische cardioversie nodig, bedoeld om atriale ritmestoornissen te herstellen. In een retrospectieve studie vond Van Dijk dat bij gebruik van de huidige CIED’s externe cardioversie veilig is. “Het direct uitlezen van het device lijkt niet noodzakelijk”, luidt zijn voorzichtige conclusie. “In een case report faalde magneetapplicatie bij het inhiberen van onterechte shocks door foutieve plaatsing van de magneet. Een juiste plaatsing van de magneet is dus van cruciaal belang, maar verschilt per leverancier.”

van Dijk VF. Clinical implications of innovative pacemaker and defibrillator options. Proefschrift, Universiteit van Amsterdam, 5 maart 2020.

https://dare.uva.nl/search?identifier=6727da9f-050c-484b-aafe-2c7e3890be7e

Lees meer over:


Voor u geselecteerde artikelen

Hoe dramaseries artsen kunnen helpen bij morele keuzes

Drie afleveringen van House M.D. of Dexter op een avond kijken, puur voor de ontspanning? Voor zorgprofessionals kan het ook leerzaam zijn. Mediawetenschapper Merel van Ommen onderzocht hoe dramaseries artsen kunnen helpen om beter om te gaan met moreel ingewikkelde situaties.

Onderliggend denkpatroon stuurt voorschrijver bij keuze voor geneesmiddel

Het voorschrijven van geneesmiddelen is een afweging tussen richtlijnen, ervaring en patiëntkenmerken. Indeling in vier voorschrijversprofielen geeft inzicht in de eigen afwegingen. “En het helpt te begrijpen waarom een collega een andere beslissing neemt.”

‘Medicatiebeleid in de laatste levensfase kan beter’

6 op de 10 patiënten in de palliatieve fase krijgt door de huisarts medicatie voorgeschreven die niet langer passend is. Dat blijkt uit een onlangs verschenen factsheet van Nivel en PZNL. “We moeten voorschrijfgewoonten kritisch onder de loep nemen”, zegt Yvonne de Man, senior onderzoeker bij Nivel.

Casus: vrouw met pijnlijke oorschelp

Een 55-jarige vrouw heeft een hoed in haar hand als ze uw spreekkamer binnenkomt. Sinds een maand heeft zij ’s nachts last van pijn aan het linkeroor. Op de oorrand ziet u een nodulus die bij druk zeer pijnlijk is. Wat is uw diagnose?

‘Live well, die well’: rol van vrijwilligers in de laatste levensfase

Vrijwilligers aan het sterfbed in het ziekenhuis maken een groot verschil, stelt Anne Goossensen. Ze luisteren, troosten en verlichten de werkdruk van zorgverleners. “Ze bieden een luisterend oor en zijn aanwezig, zonder haast of medische agenda.”

Waarom melden vrouwen vaker bijwerkingen van medicijnen?

Vrouwen blijken vaker bijwerkingen van medicijnen te melden dan mannen. Onderzoeker Sieta de Vries van het UMC Groningen probeert te achterhalen hoe dit komt. En dat blijkt complexer dan het lijkt.

Gezondheid van mens, dier en natuur horen bij elkaar

Voorheen circuleerden het westnijl- en het usutuvirus alleen in Zuid-Europa. Maar inmiddels komen ze ook voor in Nederlandse vogels en muggen. Viroloog Marion Koopmans ziet daarin een duidelijke les: “De gezondheid van mensen kun je niet los zien van die van dieren en ecosystemen.”

Casus: hoestende man met koorts en dyspneu

Een 31-jarige Poolse man die vanwege de ziekte van Crohn wordt behandeld met infliximab bezoekt de SEH, omdat hij al twee weken hoest en benauwd is. Ook heeft hij koorts. Een antibioticumkuur van de huisarts heeft geen effect gehad. Wat is uw diagnose?

Casus: man met huidafwijking op de rug

Een 69-jarige man komt op uw spreekuur om een verruca seborrhoica in het gelaat te laten controleren. Bij algehele inspectie ziet u ook een huidafwijking op de rug. Wat is uw diagnose?

´Voorkom medicijn­resten, begin bij je eigen voorschrijven´

Minder diclofenac, lagere hormoondoses, terughoudend met azitromycine - zo kunnen zorgverleners volgens een recent rapport van het IVM bijdragen aan schoner water. “Aan de overwegingen die artsen maken bij voorschrijven zou ook duurzaamheid moeten worden toegevoegd.”